Commentaar op redactioneel artikel uit het RD van 12 mei 2025

Commentaar op redactioneel artikel uit het RD van 12 mei 2025

Hierbij reageer ik op het artikel ‘Artsen waarschuwen patiënten voor desinformatie’ uit het Reformatorisch Dagblad van 12 mei jongstleden.

Respect

Laat ik vooropstellen dat ik groot respect heb voor artsen. Artsen zijn hoogopgeleide mensen die veel weten van het menselijk lichaam en de meesten doen dit met een goede intentie en veel passie. Daarover dus geen enkele twijfel. Ik heb ook geen moeite met de boodschap in het artikel, dat je kritisch moet zijn op informatie over gezondheid via internet. Het niet consulteren van een dokter bij lichamelijke klachten en je eigen diagnose gaan stellen, is gewoon niet verstandig. In zoverre sluit ik me aan bij het artikel. Maar met een aantal andere zaken ben ik het grondig oneens.

Covid-vaccinaties

Het artikel begint met de anekdote van internist Robin Peeters over mensen met ademhalingsproblemen op de Covid-19-afdeling in het begin van coronapandemie. Die hadden spijt zich niet te hebben laten vaccineren, zo verwoordde hij in het artikel. Het lijkt me zeer logisch dat mensen in zo’n situatie zulke dingen zeggen, want die zijn op dat moment helemaal niet in staat om een afgewogen oordeel te maken. Hiermee suggereert Robin Peeters ook indirect dat vaccineren verstandig was en niet-vaccineren niet verstandig. Ga dat maar eens uitleggen aan al die mensen die nu long-Covid hebben. Ik tel inmiddels op de website van het Lareb 183.808 meldingen van bijwerkingen. Het ‘regent’ ook wetenschappelijke onderzoeken waarbij duidelijk wordt dat die vaccinaties niet zo veilig blijken te zijn zoals men toentertijd beweerde. Mijns inziens heeft de hele coronapandemie geleid tot een grote vertrouwensbreuk tussen burgers enerzijds en politici, virologen, artsen en wetenschappers anderzijds.

Objectieve informatie

Is de informatie waarover artsen beschikken zelf wel deugdelijk? Deze informatie wordt meestal verstrekt door de farmaceutische industrie die natuurlijk alle belang heeft bij een positieve uitkomst. Zo beweerden twee farmaceutische producenten dat hun medicijn superieur was ten opzichte van dat van de ander. Eli Lilly vergeleek haar middel olanzapine in vijf onderzoeken met risperidon van Janssen Pharmaceuticals. In de onderzoeken van Eli Lilly bleek olanzapine het beste product. Janssen had hier moeite mee en zette haar eigen onderzoek op. De uitkomst laat zich raden; in de studies van Janssen kwam risperidon er beter uit dan olanzapine. Zo zou ik nog tientallen voorbeelden kunnen noemen, waarbij je grote vraagtekens  kunt zetten bij de onderzoeken naar medicijnen. Om de effectiviteit van medicijnen te bepalen, is er de NNT-formule. NNT staat voor ‘Number needed to Treat’ (oftewel het aantal mensen dat je met een medicijn moet behandelen om te voorkomen dat één mens een ziekte krijgt, bijvoorbeeld een hartinfarct). In Business Week uit 2008 stond een artikel over atorvastatine. Van de 100 mensen die met een neppil behandeld werden, kregen er 3 een hartaanval. In de groep die met een statine werd behandeld kregen 2 mensen een hartaanval. Inderdaad, dat is 33% minder. Maar getalsmatig natuurlijk onzin om zoveel mensen voor niets een medicijn te geven (met soms ernstige bijwerkingen). Volgens de formule heeft atorvastatine dus een NNT-waarde van 100. Dat betekent dat je 99 mensen (voor niets) met dit medicijn moet behandelen om één hartaanval te voorkomen. Die wetenschappelijke onderzoeken zijn dus verre van objectief en je moet bijna statistiek gestudeerd hebben om ze echt te kunnen lezen. Ik citeer arts Ben Goldacre: ‘Artsen en patiënten hebben behoefte aan goed wetenschappelijk bewijs om weloverwogen beslissingen te nemen. Maar bedrijven voeren vertekende proeven uit op hun eigen medicijnen, die de resultaten verdraaien en overdrijven. Niet erg vleiende gegevens worden begraven.’ Wetenschap is inmiddels verworden tot een marketinginstrument, zeker in de farmaceutische wereld. Dus pas op met ‘de wetenschap zegt’, want dat zegt meestal niet zoveel.

Monopolie

Er bestaat naast de reguliere geneeskunde nog meer kennis over gezondheid. Medici hebben (gelukkig) niet alleen verstand van geneeskunde en al helemaal niet het monopolie op deze kennis. Van vitamines is bekend dat ze ziekten kunnen genezen, zoals scheurbuik, rachitis of beriberi; dat kun je van de meeste medicijnen niet zeggen. Die bestrijden veelal symptomen. Door de reguliere medici wordt dit vaak afgedaan als kwakzalverij. Terwijl het wemelt van wetenschappelijke onderzoeken naar voedingsstoffen. Psychiater Abram Hoffer zei aan het einde van zijn leven: ‘Ik geef mijn critici alle lof voor het feit dat zij de introductie van de orthomoleculaire geneeskunde in de medische wereld hebben vertraagd en voor het feit dat zij ontelbare patiënten het leven, de gezondheid en het geluk hebben ontzegd.’ De vraag van Pilatus ‘Wat is waarheid?’ is in 2025 actueler dan ooit.

De auteur is directeur van INNR, een bedrijf in natuurlijke voedingssupplementen.

Terug naar blog