Vitamines en kanker

Vitamines en kanker

Kun je van vitamines kanker krijgen? Het schokkende antwoord is: ‘Ja, van synthetische (nagemaakte) vitamines wel.’ Van natuurlijke vitamines niet, mits je daar geen extreme doseringen van inneemt.

 De ATBC-studie en de CARET-studie

In 1994 werd er in Finland een groot onderzoek gehouden onder 29.133 mannelijke (ex-)rokers.[1] De onderzoekers wilden weten of bètacaroteen en vitamine E verantwoordelijk waren voor het voorkómen van longkanker, zoals uit bevolkingsstudies bleek. De resultaten van het onderzoek waren schokkend: in de groep die alleen bètacaroteen kreeg, kwam 18% meer longkanker voor en meer hartziekten en beroertes. De gebruikers van vitamine E kregen minder darm- en prostaatkanker, minder hartziektes en minder herseninfarcten, maar wel weer andere vormen van kanker (blaaskanker, maagkanker) en hersenbloedingen. Ook had vitamine E geen effect op het voorkómen van longkanker. Alsof de drama’s uit het Finse onderzoek nog niet groot genoeg waren, publiceerden andere wetenschappers in 1996 een Amerikaans onderzoek waarin men gebruik maakte van een combinatie van bètacaroteen en retinylpalmitaat.[2] Het resultaat was nog dramatischer: 28% meer longkanker, 17% hogere sterfte en 26% meer hart- en vaatziekten. Dit onderzoek werd zelfs voortijdig beëindigd. Daarmee leek de conclusie duidelijk: vitamines helpen niet om (long-)kanker te voorkomen; ze kunnen zelfs schadelijk zijn.

Echte vitamine

Als je weinig weet van vitamines dan zal je missen dat de Finse onderzoekers werkten met synthetische bètacaroteen en synthetische vitamine E met de naam dl-alfa-tocoferolacetaat, gemaakt door een farmaceut. Beide synthetische varianten zijn niet te vergelijken met hun natuurlijke naamgenoot. Bovendien kwam de dosis bètacaroteen in het Finse onderzoek  overeen met een dagelijkse consumptie van 1,3 kilo worteltjes. Verschillende deelnemers klaagden dan ook over een gele huid.

Vitamine A

Vitamine A komt in twee vormen in de natuur voor. In dierlijke producten als retinol en in plantaardige producten als bètacaroteen. Retinol vinden we vooral terug in lever, roomboter, volle melk, eidooier, vette vis en levertraan, voedingsmiddelen die onterecht in kwaad daglicht staan bij velen. Bètacaroteen vinden we terug in groenten, zoals worteltjes, spinazie en boerenkool. Ons lichaam kan bètacaroteen omzetten in vitamine A; daarom noemen ze bètacaroteen ook wel provitamine A. Wijlen Professor Clive West heeft echter jarenlang gewaarschuwd dat de omzetting van natuurlijke bètacaroteen naar retinol slecht verloopt. Je moet ongeveer 20 eenheden bètacaroteen innemen tegenover 1 eenheid retinol. In de eerdergenoemde studies gebruikte men geen retinol of bètacaroteen, maar synthetische bètacaroteen en synthetische retinylpalmitaat. En daar krijg je kennelijk meer kanker van.

Vitamine E

Hetzelfde betoog geldt voor vitamine E in het Finse onderzoek. De gebruikte synthetische dl-alfatocoferolacetaat is iets wezenlijk anders dan vitamine E. Natuurlijke vitamine E bestaat namelijk uit 8 (!) onderdelen: vier verschillende tocoferolen en vier verschillende tocotriënolen. Inmiddels weten we dat tocotriënolen 50 maal effectiever zijn dan tocoferolen. Het doen van onderzoeken met één component van een vitamine (en al helemaal als het een synthetische is) is weliswaar toegestaan, maar je kunt daarmee niet bewijzen dat de echte vitamine (al dan niet) schadelijk is.  Vitamine E is volgens dr. Wilfrid E. Shute namelijk de meest waardevolle vitamine ter voorkoming van hersen- en hartinfarcten door stolsels. Volgens hem kwamen hartinfarcten rond 1900 nauwelijks voor.[3] Totdat vitamine E nagenoeg uit onze voeding verdween.

Patroon

Als je studies naar het effect van vitamines op één hoop gooit, dan ontstaat vanzelf het beeld dat de ontdekking van vitamines vanaf 1910 heeft geleid tot een enorme drang van de farmaceutische of chemische industrie om deze natuurlijke vitamines na te maken. Immers, als je een (iets aangepast) kopietje kan maken van een natuurlijk (genees-)middel en je kunt dat patenteren, dan heb je goud in handen. Maar als dan uit onderzoek blijkt dat het kopietje niet zo goed werkt, dan kan je dat weer gebruiken om het gebruik van natuurlijke vitamines te ontmoedigen en medicijnen te verkopen. De eerste bloedverdunners kwamen niet voor niets rond de jaren ‘50 op de markt. De conclusie? Als je gezond wil worden of blijven met vitamines, kies dan natuurlijke vitamines en vermijd elke vorm van synthetische vitamines, ook al zijn die vaak spotgoedkoop. De intelligentie die in de vitamines uit de schepping zit, valt namelijk niet te kopiëren door mensen, hoe slim en hoog opgeleid dan ook.

Wil je weten of jouw supplementen natuurlijke of synthetische vitamines bevatten? Ga naar de contactpagina van onze site en vraag de ‘Vitaminechecker’ aan. Dan kun je je eigen supplementen checken op synthetische of natuurlijke vitamines.

 

Disclaimer

Medische informatie wordt alleen verstrekt als informatiebron en mag niet worden gebruikt of vertrouwd voor diagnostische of behandelingsdoeleinden. De informatie is niet bedoeld als patiëntenvoorlichting, creëert geen relatie tussen patiënt en orthomoleculair adviseur en mag niet worden gebruikt als vervanging voor professionele diagnose en behandeling. Raadpleeg uw zorgverlener voordat u beslissingen over uw gezondheid neemt of voor advies over een specifieke medische aandoening. INNR B.V. is niet aansprakelijk voor enige schade, verlies, letsel of aansprakelijkheid op welke manier dan ook geleden als gevolg van uw vertrouwen op de informatie uit dit document.

 

[1] https://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJM199404143301501

[2] https://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJM199605023341802

[3] Het vitamine E boek, Dr. Wilfrid E. Shute, Uitgeverij Helmond, 1975.

Terug naar blog