Het is wel zo’n beetje de bekendste vitamine, denk ik. De verhalen van scheurbuik tijdens lange zeereizen hebben de meesten van ons op school wel meegekregen. Honderden, wellicht duizenden mensen overleden door een gebrek aan vitamine C. Ik heb gelezen dat tussen 1650 en 1850 de helft van alle zeelui overleed aan scheurbuik. De Britse marine verloor meer manschappen aan scheurbuik dan aan de oorlogen die ze voerde. Tot de Schotse marine-arts James Lind (1716-1794) het na 1747 gedaan wist te krijgen dat op Engelse marineschepen citroensap werd verstrekt. Hij toonde de werkzaamheid van vitamine C (waarvan toen nog niemand de naam wist) aan door zes groepen van twee patiënten een ander voedingssupplement te geven, waarbij de twee die twee sinaasappels en een citroen kregen binnen zes dagen genazen, terwijl de overige niet herstelden. Het kostte Lind veertig jaar voordat hij serieus werd genomen, maar uiteindelijk werd op alle schepen het eten van citrusfruit en ander voedsel met veel vitamine C verplicht gesteld. Het leverde de Engelse matrozen zelfs de bijnaam Limeys op. De houdbaarheid van vruchten en sap was op lange reizen een probleem, maar halverwege de 18e eeuw kwam men erachter dat ook het regelmatig eten van lang houdbare zuurkool het optreden van scheurbuik kon voorkomen. Tot 1928 was men niet in staat om vitamine C te ontdekken door het ontbreken van geschikte technologie, maar toen dat eenmaal lukte, was dit het spreekwoordelijke ’hek van de dam’. In deze blog neem ik je mee in de bijzondere kracht van vitamine C aan de hand van de volgende vragen:
1. De ontdekking van vitamine C;2. Bronnen van vitamine C;
3. Functies van vitamine C;
4. Oorzaken van tekorten aan vitamine C;
5. Symptomen van een tekort aan vitamine C;
6. Suppletie en doseringen.
1. De ontdekking van vitamine C
Ik schreef het net al op; de Britse marine-arts had het inzicht om citrusvruchten mee te geven op zeereizen om scheurbuik te voorkomen. Daar komt tegelijk ook de naam van vitamine C vandaan: ‘a’ staat voor ‘niet’ en ‘scorbitus’ is verbasterd tot ‘scheurbuik’: ascorbinezuur is dus een verbastering van anti-scheurbuikzuur. Hiermee ging het wel gelijk fout, want ascorbinezuur en vitamine C zijn helemaal geen synoniemen. Laat ik dat eerst maar uitleggen. Het was de Hongaarse arts en Nobelprijswinnaar Albert Szent-Györgyi die in 1928 ascorbinezuur als stofje isoleerde. Hij noemde het eerst hexuronzuur, maar dat werd later omgedoopt tot vitamine C. Maar eigenlijk is hij zelf er de oorzaak van dat we weten dat vitamine C niet hetzelfde is als ascorbinezuur. In een artikel in Nature uit 1936 schrijft hij: ‘Bij afwezigheid van beide stoffen overheersen de symptomen van een tekort aan ascorbinezuur (scheurbuik) en verbergen ze symptomen van het tekort aan de tweede stof. Bij gebrek aan geschikte proefdieren of omstandigheden was de vooruitgang afhankelijk van spontane pathologische omstandigheden, veroorzaakt of beïnvloed door deze tweede factor. In samenwerking met L. Armentano en A. Bensath hebben we vastgesteld dat bij bepaalde pathologische aandoeningen, gekenmerkt door een verhoogde permeabiliteit of kwetsbaarheid van de capillaire wand, ascorbinezuur niet effectief is, terwijl de aandoening gemakkelijk kan worden genezen door de toediening van extracten van Hongaarse rode peper ('vitapric') of citroensap.’ In mijn woorden: ascorbinezuur op zichzelf geneest geen bloedingen, maar vitamine C wel. Hij wist dus kennelijk al dat ascorbinezuur op zichzelf geen genezend effect had en dat je dus echte vitamine C nodig hebt om van de gezondheid bevorderende eigenschappen gebruik te maken. Lees het artikel er zelf maar op na.[1]
De strekking van het artikel is dus dat ascorbinezuur kennelijk helemaal niet geschikt was om bloedingen te voorkomen, zoals ook bij scheurbuik het geval was. Hij noemde de ontbrekende stof vitamine P, waarvan we nu weten dat dit flavonoïden zijn. Maar inmiddels weten we nog meer. Vitamine C is een complex van stofjes, waarvan ascorbinezuur slechts 5% is. In het complex zitten daarnaast minerale cofactoren en de bioflavonoïden hesperidine, rutine, quercetine, tannine (samen de P-factor genoemd), vitamine K (de K-factor), de J-factor (voor zuurstofvoorziening) en nog vele (wellicht tot nu toe) onbekende stofjes. Tenslotte noem ik apart tyrosinase. Dat is een koperhoudend enzym dat aanwezig is in plantaardige en dierlijke en menselijke weefsels en een cruciale rol speelt in pigmentatie (vitiligo!). En wellicht nog veel meer andere stofjes waarvan we nu nog geen flauw benul hebben. Het is weer typisch de menselijke arrogantie om één onderdeel ascorbinezuur te betitelen (zelfs in de chemische handboeken) als vitamine C. Stop je dus ascorbinezuur in een pil, dan mag je daar gewoon vitamine C op schrijven. Dat is juridisch correct en feitelijk onterecht. Ik ben er daarentegen diep van overtuigd dat we de intelligentie van de schepping hiermee danig onderschatten. Eigenlijk zei Albert Szent-Györgyi het zelf al: met ascorbinezuur genees je geen bloedingen. En inmiddels weten we een beetje waarom.[2] Vitamine C is een complex of matrix en geen losstaand stofje zoals ascorbinezuur.
Bovenstaande woorden illustreren in feite ook de strijd tussen nagemaakte vitamines (synthetische) en natuurlijke die al 80 jaar aan de gang is. Ik citeer dr. Brian Clement uit zijn prachtige boek ‘Supplementen onder de loep’[3]: ‘Zoals we weten kan uiterlijk bedriegend zijn en verschilt een natuurlijke vitamine inwendig onmiskenbaar van een synthetische. De complexen die in de natuur gevonden worden, met hun onvervangbare werking, zijn beslist superieur.’ Hij gaat nog verder en zegt in feite dat synthetische supplementen in eerste instantie een immuunreactie oproepen, waardoor je denkt op te knappen, maar op lange termijn enorme schade berokkent. Die zin herhaal ik nog een keer in mijn woorden: ‘Omdat synthetische vitamines door het lichaam niet herkend worden, roepen ze een reactie van het immuunsysteem op. En door dat geactiveerde immuunsysteem genees je. Logisch dat je dan denkt dat dit door je synthetische vitamine komt, maar het tegendeel is waar. Ascorbinezuur is namelijk een heftig zuur en dat stimuleert fagocyten (witte bloedcellen) om de echte rommel op te ruimen. Maar dan had je net zo goed appelazijn in kunnen nemen om je fagocyten te stimuleren. Clement zegt in een volgende veelzeggende zin: ‘Je wilt het misschien niet geloven, maar hier is de afschuwelijke waarheid over vitamine C… In plaats van je lichamelijke weerstand te verhogen tegen gewone verkoudheid en andere kwalen, wordt synthetische vitamine C, als die eenmaal in je lichaam zit, beschouwd als een vergif dat je lichaam moet zien kwijt te raken.’ Veelzeggend is zijn metafoor: ‘Een foto of een plastic model van een plant kan eruitzien als een plant maar is het niet.’ Ik kan wel eindeloos blijven citeren uit dit boek, maar wellicht kun je het zelf beter aanschaffen. Dan ben je gelijk klaar met al die synthetische kopietjes van echte supplementen. En als je nog niet overtuigd bent, wijs ik je op het onderzoek naar de inname van ascorbinezuur en DNA-schade uit de New York Times door dr. Victor Herbert.[4] Kun je het je voorstellen? Je neemt iets in om gezond te blijven en wordt er op langere termijn ziek van! Dan wordt een antioxidant een pro-oxidant! Alsof je daarop zit te wachten. Als je aan het einde van dit stukje tekst maar onthoud: ascorbinezuur is slechts een onderdeel van vitamine C en dus niet hetzelfde is als vitamine C! Uit allerlei studies blijkt bovendien dat hoge doses ascorbinezuur geen tot een zeer klein positief effect hebben op verkoudheid, kanker, hart- en vaatziekten, sportprestaties of sterfte. Bedenk dan ook nog dat ascorbinezuur (en allerlei andere synthetische vitamines) in die blikken babyvoeding zit en maak dan je eigen balans op. Wat je verder met deze informatie doet, is aan jou. Tenzij ik je heb geprikkeld om verder te lezen…
2. Bronnen van vitamine C
Vitamine C is een wateroplosbare vitamine die ook nog eens slecht tegen hitte en licht kan. In gepasteuriseerde producten als melk, babyvoeding (bevat uitsluitend synthetische vitamines!) en vruchtensap tref je het daarom al niet meer aan. Door de wateroplosbaarheid is het lastig zo niet onmogelijk om er een lichamelijke voorraad van aan te leggen. Er zit niets anders op dan dit dagelijks in te nemen. Van nature treffen we de vitamine aan in talloze soorten groenten en fruit. Veel mensen denken dat citrusvruchten de meeste vitamine C bevatten, maar dat klopt niet. Bovenaan het lijstje staat paprika met 150 mg per 100 gram. Dan komen successievelijk zwarte bessen, zuurkool, spruitjes, boerenkool, kiwi, aardbeien, peulen, rode kool en onderaan de lijst van de 20 soorten staan sinaasappel, grapefruit, citroen, limoen en kool.[5] Ik moet hier wel een kanttekening plaatsen; essentieel is wel of we het hier hebben over ‘supermarktgroenten’ of groenten uit je eigen tuintje c.q. de koude grond. Want alles wat uit kassen komt, bevat gewoon niet meer de normale voedingswaarden. Ik zal er nog eens een aparte blog over schrijven, want te veel hoor ik om me heen: ‘Ik eet toch gezond, dus waarom zou ik supplementen slikken?’ En dat, terwijl er talloze onderzoeken zijn die het tegendeel zeggen; het is bijna onmogelijk om nog voldoende nutriënten uit je dagelijkse menu te halen. O ja, ik vergeet orgaanvlees zoals niertjes en zo, maar dat eet toch bijna niemand meer.
Sowieso zijn natuurlijke vitamines uit voeding de beste bron van vitamine C, omdat die het hele pakket bevatten. Dus maak je daar vooral druk om. Verse groenten uit de koude grond zijn veruit superieur. Daarna komen vitamine C-supplementen uit natuurlijke bronnen met een hoog vitamine C-gehalte, zoals uit amla of acerola. En daarna? Niks. Ik kan het gewoon niet opschrijven dat ascorbinezuur in al dan niet gebufferde vorm goed voor je is. En dat het hetzelfde is als vitamine C. Sterker nog: zelfs het drinken van gepasteuriseerde sinaasappelsap levert je in dit opzicht niets op; alle vitamine C is ‘kapot verhit’. Want echte vitamine C kan niet tegen hitte en licht. Had mijn moeder dit maar geweten, dan had ze die groenten vroeger niet ‘tot snot’ gekookt. Sorry, ma!
3. Functies van vitamine C
Vitamine C is een zeer veelzijdige vitamine met tal van functies. De vraag is of we ze überhaupt allemaal kennen. Sowieso weten we van meer dan 100 verschillende functies in het lichaam waarin vitamine C een rol speelt. Ik beperk me dan ook tot de meest cruciale.
Dopamineproductie
Het zal je wellicht verbazen; vitamine C is cruciaal voor de productie van dopamine. Dopamine? Is dat niet de stof die bij een tekort leidt tot de ziekte van Parkinson? Klopt! Dopamine is een neurotransmitter die zorgt dat we ons gelukkig voelen: het ‘gelukshormoon’ wordt het ook wel genoemd. Als je een tekort hebt aan dopamine, word je bijvoorbeeld depressief. Dit geldt trouwens niet alleen voor vitamine C in relatie tot dopamine, maar ook voor vitamine D. Je kunt dus zowel een vitamine C-geïnduceerde depressie hebben als een vitamine D-geïnduceerde depressie (door een gebrek aan zonlicht). Voor de geïnteresseerden: in het woord ‘dopamine’ zit het woordje ‘amine’. Wij hebben in ons lichaam het MAO-enzym. ‘MAO’ staat voor ‘mono-amine-oxidase’ en dit enzym helpt dus bij de vorming van dopamine. Vervolgens is vitamine C weer nodig om dat enzym te laten werken. Iets anders geformuleerd: vitamine C is de autosleutel die de MAO-motor start om met behulp van energie dopamine te maken. Zonder vitamine C is het voor het lichaam heel moeilijk om voldoende dopamine te maken. Voor de volledigheid: de grondstof voor dopamine is het aminozuur tyrosine dat vooral in kaas en alle soorten vlees zit. Tyrosine wordt door het enzym hydroxylase omgezet in L-Dopa, de directe voorloper van dopamine.[6]
Dan nu iets vreemds: er zijn MAO-remmers als medicijnen die worden ingezet als antidepressivum. Dan moet je denken aan medicijnen met de namen Tracydal, Tranylcypromine, Moclobemide, Safinamide, Selegiline en Rasagiline die allen het enzym mono-amine-oxidase remmen, waardoor de afbraak van dopamine wordt geremd en daardoor de concentratie wordt verhoogd. De werking van deze middelen bij een depressie is niet volledig bekend, maar gaat uit van het idee van alle antidepressiva, dat ze de hoeveelheid van bepaalde neurotransmitters verhogen door de heropname te blokkeren. Die hypothese blijkt overigens niet te kloppen, maar dat terzijde. Beetje vreemd blijft het echter wel, dat je een MAO-remmer gaat slikken om je dopaminelevels te verhogen, terwijl je daarmee anderzijds de aanmaak van dopamine frustreert. Gelukkig worden ze niet veel meer gebruikt en kiest men tegenwoordig veel vaker voor serotonine-heropnameremmers, de zogenaamde SSRI’s zoals Venlafaxine, Citalopram en dergelijke. Dat brengt mij bij de volgende functie.
Serotonineproductie
Daar zul je ook wel een wat over gehoord hebben, denk ik: serotonine. Vitamine C helpt het omzetten van foliumzuur (methylering) naar serotonine, eveneens een neurotransmitter. Serotonine is een neurotransmitter met een overwegend stimulerende werking. Het is een tryptamine die invloed heeft op het geheugen, de stemming, het zelfvertrouwen, geheugen, de slaap, emotie, orgasme en eetlust. Het speelt ook een rol bij de verwerking van pijnprikkels. Serotonine is dus ook zo’n stofje dat door veel antidepressiva wordt verhoogd (SSRI’s). De grondstof voor serotonine is tryptofaan, een aminozuur dat we via onze voeding binnenkrijgen (mits we geen Omeprazol/Pantoprazol slikken). Je hebt vitamine C nodig om tryptofaan om te zetten in serotonine. Beide neurotransmitters (dopamine en serotonine) zorgen ervoor dat je kalm, evenwichtig en gelukkig bent in je hoofd. Dus het spiegelbeeld is dat een tekort aan vitamine C leidt tot een tekort aan neurotransmitters en uiteindelijk leidt tot angst en depressie. Zou een gebrek aan (echte) vitamine de reden zijn dat miljoenen mensen die medicijnen gebruiken?
Kalmte
Wat heeft dat nu weer te maken met vitamine C? Wel, we hebben vitamine C nodig om adrenaline aan te maken, maar ook om af te breken. Sommige mensen kunnen adrenaline (door stress) niet voldoende afbreken door een tekort aan vitamine C. Een te hoge adrenalinestimulatie over een langere periode leidt na verloop van tijd tot hyperangsten en een permanente staat van ‘vechten of vluchten’. Adrenaline (of het synoniem epinefrine) wordt omgezet in noradrenaline. Als dit niet gebeurt, blijf je hangen in hevige emoties. Voor de afbraak van adrenaline heb je vitamine C nodig. Gebeurt dit niet, dan blijf je constant ‘aan staan’ in een vecht- of vluchtstand en keer je niet meer terug naar een normale, emotionele gemoedstoestand. Dat heeft vervolgens weer effect op je spijsvertering, want die verslechtert zienderogen. Om daar nog even op door te gaan: angstige mensen hebben, naast spijsverteringsproblemen, ook een slecht concentratievermogen, hersenmist en slaapproblemen (vanwege de permanente angst). Als je de functie van vitamine C in de afbraak van adrenaline en het maken van dopamine en serotonine combineert, dan snap je wat (een gebrek aan) vitamine C met je gemoedsgesteldheid kan doen. Dan snap je ook gelijk waarom stress leidt tot een vitamine C-tekort en zo beland je van de ‘regen in de drup’.
Collageenproductie
Collageen is een lijmvormend eiwit dat een zeer belangrijk onderdeel is van bindweefsel in ons lichaam. Er zijn meer dan 28 soorten collageen, maar type 1 t/m 4 zijn wel de belangrijkste. Van het totaal aantal collagenen is 90% van het type 1. Huid, botten, pezen, spieren, kraakbeen en tanden bestaan grotendeels uit collageen. Collageen ziet er onder een microscoop uit als drie strengen (als een scheepstouw) in een helixstructuur. Die strengen zijn onderling weer verbonden aan elkaar met dwarsverbindingen. Om die dwarsverbindingen te maken, heb je vitamine C nodig. Een gebrek aan vitamine C leidt dus ook tot zwak collageen. Het collageen wordt nog wel gemaakt, maar het is verzwakt. Het gevolg is blessure op blessure (meestal op dezelfde plekken), bloedingen van tandvlees, blauwe plekken en bijvoorbeeld vaatschade (want die bestaan deels ook uit collageen). Heb je dus regelmatig blessures of bloedingen, denk dan eens aan vitamine C.
En rimpels dan? In principe is dat ook een gebrek aan vitamine C. Want het zijn de kruisverbindingen in collageen die zorgen voor de elasticiteit. Zonder vitamine C geen goede kruisverbindingen. En zonder vitamine C geen veerkrachtig collageen dat zich herstelt uit de ‘kreukelstand’. Dus wil je wat aan voortijdige rimpelvorming doen, dan kun je beter vitamine C nemen dan één of andere dure crème. Eigenlijk komt collageen overal in je lichaam voor en leidt een tekort aan vitamine C tot ‘verbrozing’ van je weefsels. Het innemen van extra collageen lost dit probleem niet op. Dus al die collageen-supplementen die pretenderen dat je daardoor je collageen ‘boost’, is zonde van je geld. Je kunt het beter in goede vitamine C-pillen stoppen. Haal die eiwitten gewoon uit je voeding (vlees!) en neem extra vitamine C. Over welke eiwitten heb ik het dan? Over lysine, proline en glycine: drie aminozuren die je lichaam met behulp van vitamine C omzet in collageen. En als je bang bent dat je die niet voldoende binnenkrijgt (veganisten en vleesmijders), neem dan aminozuren in. Je zou eens een aan collageenleverancier moeten vragen wat er gebeurt als collageen in je maagzuur belandt…
Gezonde vaten en hart
Laat ik het hebben over de relatie tussen vitamine C en één van de belangrijkste gezondheidsproblemen van deze tijd: hart- en vaatproblemen. Arteriosclerose is een verzamelnaam van drie aandoeningen waarbij de wanden van de slagaders verdikt raken en hun elasticiteit verliezen. Deze verdikking kan leiden tot vernauwing van het bloedvat en problemen geven met de doorbloeding van organen en weefsels. Na verloopt van tijd krijg je ziektes als een hartinfarct, angina pectoris, een beroerte, een TIA of perifeer vaatlijden (etalagebenen). Arteriosclerose wordt niet (!) veroorzaakt door cholesterol. De echte oorzaak is een structurele zwakte van het bloedvat zelf door slecht collageen of laaggradige ontstekingen. En het gevolg (!) is dat er plaque ontstaat; een korstje van cholesterol (als lichaamseigen pleister), calcium en fibrine. Om je vaatwanden dus gezond te houden en eventuele plaque af te breken, heb je vitamine C nodig. De binnenste laag van je aderen, dus die in contact staat met je bloed, bestaat vooral uit endotheel weefsel. Dit weefsel bestaat weer voornamelijk uit collageen. En dan zijn we weer terug bij scheurbuik en collageen: weinig vitamine C leidt tot bloedingen omdat je vaten broos zijn geworden. Er zijn talloze studies die onderbouwen dat suppletie van vitamine C leidt tot een verbeterde endotheelfunctie. Vlak ook het effect van vitamine C op hoge bloeddruk niet uit, want zonder vitamine C worden én je vaten stijf én kwetsbaar door slecht collageen én heb je een gebrek aan stikstofoxide. En daar stijgt je bloeddruk van.
Vetverbranding
Heb je weleens gehoord van L-carnitine? Nee? Begrijpelijk, want je hoort er niet zoveel over. Toch is dit aminozuur onmisbaar om vet (uit je voeding) om te zetten in energie. Dat werkt zo: om vet als brandstof te gebruiken (doen dieren ook in hun winterslaap) moet dat in je mitochondriën komen, je weet wel, de batterijen van je cellen. De manier waarop dat gebeurt is via een ‘shuttle’ met de naam ‘carnitine’. Dus eet je vet (bijvoorbeeld door ketogeen te eten), dan heb je meer carnitine nodig om dit om te zetten in energie (in plaats van glucose). En wat heb je nodig om carnitine te maken? Precies; vitamine C. Nu kun je carnitine ook direct uit je voeding halen, dus het intern aanmaken is zeker niet de enige bron. Maar onthoud gewoon dat hoe vetter je eet, hoe meer vitamine C je nodig hebt.
Gezonde bijnieren
De meeste vitamine C ligt opgeslagen in je bijnieren.[7] Daarna volgen je hersenen, lever en spieren. Waarom denk je dat dit is? Dat heeft met het vorige punt te maken. Je bijnieren maken adrenaline. Maar niet alleen adrenaline: ook cortisol en zelfs wat progesteron. Zoals je weet, is cortisol ontstekingsremmend. Dan begrijp je het verband wel: stress leidt tot adrenaline. Adrenaline vraagt om vitamine C. Door een tekort aan vitamine C door adrenaline, kun je niet voldoende cortisol meer aanmaken en krijg je ontstekingen. Want cortisol is je eigen ‘prednison’. Daar zit ook de link met vatbaarheid voor allerlei griepjes en koudjes. Door stress maak je adrenaline en cortisol aan. Cortisol onderdrukt je immuunsysteem en je wordt achter elkaar ziek. En ook progesteron wordt door je bijnieren aangemaakt, dus als je last hebt van oestrogeendominantie kun je dit (ook) proberen aan te pakken door vitamine C. Bedenk ook dat je bijnieren aldosteron maken; dat stofje dat ervoor zorgt dat je meer natrium vasthoudt waardoor je bloeddruk omhooggaat. Daarom schrijven de meeste bijnier-herstel-protocollen vitamine C voor bij uitgeputte bijnieren.
Gal
Wat heeft vitamine C nu met gal te maken? Heel veel! Vitamine C helpt je om gal(zuur) te maken. Gal wordt geproduceerd in de lever en wordt direct of indirect via de galblaas uitgescheiden in je dunne darm. Het helpt je met twee dingen: het bindt zich aan gifstoffen en verwijdert die via de ontlasting. Anderzijds is gal noodzakelijk voor de afbraak en vertering van vetten. Gal zet grote vetdruppels in de waterige voedselbrij om in kleine vetdruppels die waterminnend worden (hydrofiel) waardoor spijsverteringsenzymen zoals lipase een groter contactoppervlakte hebben om het vet te verteren. Dit heet emulgeren. Als je dus een tekort aan vitamine C hebt, kun je galblaasproblemen ontwikkelen, variërend van te dikke galvloeistof of galstenen tot een galblaasontsteking (en de onvermijdelijke verwijdering ervan). Samengevat: tekort aan vitamine C is een tekort aan gal. En dus problemen met de afbraak en absorptie van vetten (en de vetoplosbare vitamines A, D, E en K).
Bloeddruk
Er is een verband tussen stikstofoxide dat je vaten verwijdt en vitamine C. Een tekort aan stikstofoxide leidt tot vaatvernauwing. Over stikstofoxide heb ik al eerder geschreven in mijn blog over hoge bloeddruk. Naar nu blijkt is een lage waarde aan vitamine C een reden voor hoge bloeddruk. Als je dan ook nog bedenkt dat de Nobelprijs is uitgereikt voor de ontdekking van de werking van stikstofoxide op bloedvatverwijding (vasodilatatie), dan kan het extra innemen van vitamine C een indirecte remedie zijn tegen hoge bloeddruk.
Lipoproteïne A
Wat is dat nu weer? Lipoproteïne is een vorm van cholesterol. In tegenstelling tot allerlei andere vormen van cholesterol, is dit een plakkerige soort cholesterol die niet zo goed voor je is. Voordat je nu denkt: ‘Maar overal schrijf je dat cholesterol goed voor je is. Wat is dit nu dan?’, dan kan ik je direct uit de droom helpen. Cholesterol is heel goed en noodzakelijk voor je. Dat gedoe over LDL als slecht cholesterol en HDL als goed cholesterol is klinkklare onzin. Sowieso is LDL geen cholesterol, maar een afkorting van lage dichtheid lipoproteïne; eiwitten dus. En die fungeren als ‘taxi’ om cholesterol te vervoeren. Maar dat terzijde. Nu even terug naar lipoproteïne A, eveneens een eiwit dat vetten kan transporteren door het waterige bloed. Vitamine C reguleert lipoproteïne A. Als er al één vorm van cholesterol gevaarlijk zou kunnen zijn, dan is het dus deze soort. De meeste mensen hebben geen hoog lipoproteïne A-gehalte. Als je dit al hebt, komt dat door genetische redenen. Er zijn onderzoeken dat vitamine C daadwerkelijk helpt bij het metaboliseren en verminderen van lipoproteïne A.
Immuunregulering
Dit is wel de meest bekende functie van vitamine C. Iedereen die regelmatig ziektes meemaakt, zoals verkoudheid en griep, denkt het eerst aan vitamine C. Dat is de ‘erfenis’ van de scheurbuikverhalen. Maar met de kennis van nu weet je dat die bloedingen worden veroorzaakt door slecht collageen. En slecht collageen leidt tot bloedingen. Toch is hiermee niet alles gezegd. Want het effect van vitamine C op je immuunsysteem is verbazingwekkend. Zo versterkt vitamine C de hoeveelheid en werking van antilichamen. Terzijde: antilichamen, antistoffen of immunoglobulinen zijn verschillende benamingen voor dezelfde eiwitten. Die antistoffen heb je nodig om bacteriën en virussen op te ruimen. Zij worden gemaakt door speciale witte bloedcellen: zogenaamde B-cellen en plasmacellen. Antistoffen binden als een soort vlaggetje aan het oppervlak van een ziekteverwekker waardoor afweercellen gealarmeerd worden. Er zijn verschillende antistoffen, namelijk die in het bloed zitten (IgG en IgM) en antistoffen die slijmvliezen (IgA) en in de weefsels zitten (IgG). Daarnaast verhoogt vitamine C de beweeglijkheid van neutrofielen, een witte bloedcel die snel bacteriën, virussen en schimmels opruimt. Neutrofielen vormen de grootste groep witte bloedcellen (leukocyten) en maken ongeveer 60% uit van het totaal aantal witte bloedcellen. Ook versterkt vitamine C de werking van B-lymfocyten en T-lymfocyten (ook wel B- en T-cellen genoemd). Door de versterking van de B-cellen neemt het aantal antistoffen toe. En door de versterking van T-cellen worden ziekteverwekkers beter bestreden. En dan hebben we nog interferon: eiwitten die worden afgescheiden door geïnfecteerde cellen. Ook deze maken dankbaar gebruik van vitamine C. Al deze eigenschappen samen, laten zien dat vitamine C een cruciaal onderdeel is van een goed werkend immuunsysteem.
Helpt vitamine C dan ook bij bijvoorbeeld auto-immuunziektes of is het juist niet verstandig om dat dan in te nemen? Want als je al een over-reagerend immuunsysteem hebt, dan wil je dat niet nog extremer maken. Het antwoord is ‘nee’. Vitamine C is een immuunregulator en geen immuunversterker, net als vitamine D overigens. Een immuunregulator helpt juist om je ontregelde immuunsysteem beter goed van kwaad te laten onderscheiden en te doen wat het moet doen. Dus je auto-immuunreactie wordt er niet heftiger van. Integendeel! Dus neem gerust vitamine C bij auto-immuunziektes.
Antioxidant
Vitamine C helpt om vrije radicalen (die voortdurend ontstaan) te neutraliseren. Vrije radicalen zijn in de basis moleculen met ongelijke elektronen, die in evenwicht moeten worden gebracht met een ander elektron. Vitamine C doneert vervolgens een elektron en maakt vrije radicalen daardoor onschadelijk. Als dit niet gebeurt (door een gebrek aan antioxidanten), dan veroorzaken die vrije radicalen schade aan je lichaam. Waarschijnlijk wordt alleen deze functie bereikt met ascorbinezuur, maar die andere zeker niet
Cofactor
Vitamine C is betrokken als cofactor bij 15 enzymen in je lichaam. Zonder vitamine C kunnen die enzymen niet werken. Heb je een tekort aan vitamine C, dan kiest je lichaam ervoor om bepaalde enzymen niet meer te ondersteunen ten gunste van meer essentiële andere enzymen. Daarom heb je alleen bij ernstige tekorten alle symptomen, terwijl de meeste mensen slechts één of enkele symptomen hebben.
4. Oorzaken van tekorten aan vitamine C
Het vervelende van vitamine C is dat je een tekort kan hebben zonder dat je waarneembare of merkbare klachten hebt. Als je niet constant wat binnenkrijgt, ontwikkel je binnen enkele weken namelijk al een tekort. In medische termen noem je dat ‘subklinisch’. Je merkt er dus eigenlijk niet veel van, maar als je al een klein beetje tekort hebt, merk je dat bijvoorbeeld aan een verzwakt immuunsysteem. Wat zijn de redenen dat we een tekort aan vitamine C hebben? Ik noem de volgende meest voor de hand liggende oorzaken:
- Onvoldoende voorraad (we kunnen het niet opslaan in ons lichaam) in combinatie met onvoldoende inname;
- Een slecht dieet met weinig verse groenten;
- Verarmde groenten (groenten uit kassen of die al gesneden is en meestal al ouder is dan drie dagen);
- Infecties, want die leiden tot een verhoogde behoefte aan vitamine C door je immuunsysteem;
- Roken (vandaar dat rokers vaak meer rimpels hebben door slecht collageen);
- Alcoholmisbruik (daar komt die ‘beruchte’ rode neus van; kapotte adertjes);
- Stress ‘vreet’ vitamine C (fysieke, chemische en/of emotionele stress). Dat komt vooral door je bijnieren;
- Antibioticagebruik;
- Gelijktijdige consumptie van vitamine C samen met suiker (suiker blokkeert de opname van vitamine C omdat die chemisch bijna identiek zijn, dus vergeet die drankjes met extra vitamines maar);
- Chronisch gebruik van pijnstillers, met name NSAID’s (Ibuprofen, Naproxen, Diclofenac);
- Chronisch gebruik van ‘de pil’, protonpompremmers (Omeprazol, Pantoprazol) en plastabletten verlagen je vitamine C-status;
- Schimmels (in je huis die je voortdurend vergiftigen).
Terzijde: dat gebruik van verse soep van mijn moeder was eigenlijk heel slim. Want als je gaat koken, dan verlies je veel vitamine C in het kookwater wat je weggooit. Maar als je (groente-)soep kookt, blijven alle wateroplosbare vitamines in je bouillon, dus dit is weer de wijsheid van de vorige generatie: kook verse groentesoep of een andere soep met veel groenten en je hebt een perfecte bron van vitamine C te pakken. Maar niet te hoog verhitten alstublieft.
5. Symptomen van een tekort aan vitamine C
Hier komt een niet limitatieve opsomming van symptomen als je een tekort aan vitamine C hebt:
- Gemakkelijk blauwe plekken;
- Bloedingen, met name tandvlees bij het tandenpoetsen (ook bij kinderen!);
- Spataderen (door slecht collageen);
- Slecht helende wondjes of andere huidproblemen, zoals perifolliculaire hyperkeratose;
- Bloedarmoede;
- Droog haar;
- Kortademigheid;
- Spierverlies (dunnere spieren);
- Spier-, pees- en ligamentblessures (ligamenten zijn banden zoals enkelbanden en kniebanden);
- Tenniselleboog;
- Lang aanhoudende spierpijn na inspanning (vanwege uitblijven herstel collageen);
- Terugkerende infecties, zoals frequente oorontsteking (kinderen), bovenste luchtweginfecties door virussen, bijholteontstekingen;
- Toxiciteit door zware metalen;
- Oestrogeendominantie door te weinig progesteron (je hebt vitamine C nodig om progesteron te maken);
- Vatbaarheid voor infecties;
- Longontsteking;
- Ontwikkelen van biofilms in je blaas, waardoor je terugkerende blaasontstekingen krijgt;
- Vorming van tandplak in je mond (een vorm van een biofilm);
- Psychische problemen, waaronder hypochondrie, depressie, angststoornissen;
- Slaapproblemen.
En uiteindelijk kunnen symptomen verworden tot een ziekte die je wellicht niet direct zou koppelen aan een vitamine C-gebrek. Waar heb ik het dan over?
- Depressie;
- Psychische problemen;
- Schizofrenie (door het niet afbreken van adrenaline ontstaat adrenochroom dat hallucinerend werkt);
- Atherosclerose (slagaderverkalking);
- Hoge bloeddruk (door de relatie met stikstofoxide);
- Kanker;
- Osteoporose (door de relatie met collageenmatrixen);
- Diabetes type 2 (insulineresistentie);
- Scheurbuik als oorzaak (komt nog wel voor);[8]
- Scheurbuik als gevolg van infecties (omdat infecties de behoefte aan vitamine C verhogen door een verhoogde activiteit van je immuunsysteem);
- Problemen (infecties of auto-immuunziektes) door een slecht immuunsysteem.
6. Suppletie en doseringen
Toxiciteit
Kun je te veel vitamine C binnenkrijgen? Het antwoord is ontkennend. Ten eerste is het een wateroplosbare vitamine, dus een overschot plas je gewoon uit. Hooguit kun je van een teveel aan vitamine C wat diarree of gedoe met je darmen krijgen; een signaal dat je lichaam het overschot zo snel mogelijk wilt dumpen. Eigenlijk is dat een handige indicator! Je kunt de hoeveelheid vitamine C gewoon stapsgewijs opvoeren tot je lichaam het ‘darmsignaal’ geeft dat het wel genoeg is. De meeste mensen hebben voldoende aan maximaal 500 mg per dag. De kans op toxiciteit is gewoon nul. Dat geldt dus niet voor ascorbinezuur, niet zozeer doordat je erdoor vergiftigd kunt raken, maar door de schadelijke bijwerkingen ervan. Er is bij mijn weten nooit één geval van vitamine C-toxiciteit gerapporteerd in de medische literatuur.
Terzijde: hetzelfde geldt voor toxiciteit van de vitamine D, A en E; allemaal zeer overdreven waarschuwingen voor toxiciteit, terwijl de problemen en risico’s bij een tekort veel groter zijn dan de risico’s op toxiciteit. Het lijkt een beetje op de waarschuwing om niet te veel water te drinken omdat je daar ook door kunt verdrinken. Flauwekul dus. En natuurlijk moet je niet overdrijven met inname van te veel vitamines.
Vormen
Natuurlijke vitamine C
Deze vorm tref je dus vooral in verse groenten en fruit. Ik weet niet hoe het jou vergaat, maar ik haal gewoon de dagelijkse norm niet. Dus neem ik elke dag vitamine C als supplement in. Maar dan wel een vorm die direct uit de natuur komt, zoals vitamine C uit acerola-kersen, amla-bessen of camu camu. Dat noemen ze in supplementenjargon ‘whole vitamins’. De doses in deze supplementen is beduidend lager dan die in synthetische omdat dit in de natuurlijke bron zo wordt gevonden, maar de opneembaarheid is wel 12 keer hoger dan die van ascorbinezuur. En de werkzaamheid is superieur. Maagklachten zijn bij deze vorm van vitamine C zeldzaam. Het nadeel van natuurlijke vitamine C is dat het duurder is en dat, als je hoge doses moet innemen, je meer geld kwijt bent. Nog een nadeel kan zijn dat natuurlijke vitamine C door de aanwezigheid van het enzym tyrosinase je koperstatus niet zozeer verhoogt maar wel meer geschikt maakt om op te worden genomen door je lichaam. Dat is over het algemeen wel wenselijk maar in zeldzame gevallen niet. De gevallen waarin dat niet wenselijk is, is bij mensen die chronisch vermoeid zijn (CVS of ME) of constant angsten hebben. In deze gevallen is het raadzaam om eerst je koperstatus bij je huisarts te laten controleren. Ik kom er in een aparte blog over koper op terug. Als je je koperstatus niet weet, is vitamine C sowieso veiliger dan ascorbinezuur.
Alle andere vormen van vitamine C zijn synthetisch en hebben ascorbinezuur als grondstof.
Ascorbinezuur
Alle synthetische vitamine C (ascorbinezuur dus) is gemaakt van glucose uit mais(zetmeel) en (soms) zwavelzuur en komt zo’n beetje van zes grote chemische concerns (waaronder DSM). Spotgoedkoop! De enige normale prijs die je voor dit spul moet betalen, is de Aldi- of Kruidvat-prijs. Want elke ‘serieuze’ supplementenleverancier verkoopt geen ascorbinezuur tegen torenhoge prijzen. Meer dan € 10.00 voor 90 capsules mag het zeker niet kosten. Daarmee heb je dan ook gelijk de voordelen van ascorbinezuur: het is goedkoop, overal te koop en je kunt er enorme doses van innemen. Maar geloof je nu echt dat dit hetzelfde ‘spul’ is dat in broccoli zit? Of in fruit- of groenten-extracten? Dat is dan wel een beetje naïef. Er is weinig tot geen voordeel van het slikken van (hoge) doses ascorbinezuur, schreef ik in het begin al. Het kenmerk van ascorbinezuur is ook letterlijk de heftige zuurgraad. En dat kan schade veroorzaken of gedoe met je maag. Er is nog een nadeel (dat ook een voordeel kan zijn): ascorbinezuur verlaagt je koperstatus. Dat komt omdat ascorbinezuur de hoeveelheid ceruplasmine verlaagt; het transporteiwit van koper. En hoe minder transportmiddelen, hoe lager de gehaltes. Dus als je tot nu toe grote hoeveelheden ascorbinezuur (of zink) hebt gebruikt, laat dan je koperstatus controleren omdat dit zomaar eens kan leiden tot een kopertekort. Een tekort aan koper kan leiden tot uiteenlopende klachten en aandoeningen. In de zeldzame gevallen van een teveel aan koper kan ascorbinezuur daarentegen helpen om een overload aan koper kwijt te raken. Ze noemen dit het herstellen van de mineralenbalans en deze methode wordt ook gebruikt in het Walshprotocol (voor psychische problemen).
Ascorbinezuur met bioflavonoïden
Ik moet hier ook nog iets zeggen over een vaak geziene truc: ascorbinezuur met toegevoegde (bio)flavonoïden. Meestal staat dan op het etiket een afbeelding van een of andere fruitsoort of groente. Maar let op; als er ascorbinezuur in zit, is het gewoon een synthetisch goedje met een extra snufje flavonoïden (al dan niet natuurlijke) eraan toegevoegd. Dus let op je zaak; het woord ‘natuurlijk’ is niet beschermd. Ik heb al menig supplement bekeken dat als ‘natuurlijk’ werd verkocht en het niet was. Heeft ascorbinezuur dan geen enkele functie? Zeker wel! Het is een antioxidant en in die functie beschermt het de inhoud van vitamine C tegen oxidatie. Dat geldt dus ook in het lichaam. En zelfs in voedingsmiddelen, want daar heet het E300. Het houdt oxidatie tegen en is dus een soort antivries dat voorkomt dat je ruitenwisservloeistof bevriest. Dus helemaal waardeloos is het niet, zeker niet in de bescherming van het natuurlijke vitamine C-complex. Je neemt dus gewoon een hoge dosis conserveringsmiddel in. Maar wat denk je wat er in je lichaam gebeurt als je daar 500-1000 mg per dag van inneemt?
Gebufferde vitamine C
Deze vormen kom je tegen onder namen als calciumascorbaat (ascorbinezuur gekoppeld aan calcium), magnesiumascorbaat (ascorbinezuur gekoppeld aan magnesium), Ester-vitamine C (veresterde vorm van vitamine C). Het voordeel van deze vormen is dat ze minder zuur zijn omdat ze gekoppeld worden aan een alkalisch mineraal en derhalve een minder grote aanslag op je maag en darmen doen. In jargon noemen ze deze vormen trouwens ‘mineraalascorbaten’. Het nadeel van deze vormen is dat ascorbinezuur gekoppeld is aan een mineraal. En sommige mineralen werken elkaar tegen. Dus neem je calciumascorbaat, dan krijg je meer calcium binnen en dat verlaagt je magnesiumstatus. En bij magnesiumascorbaat is dat natuurlijk andersom. Ik kan er dus niet zoveel positiefs over schrijven, behalve dan dat het beter is voor een gevoelige maag. Het blijft gewoon ascorbinezuur.
Liposomale vitamine C
Dit is dé hype in supplementenland: voedingsstoffen verpakken in kleine vetbolletjes om daarmee de opneembaarheid te vergroten. Dat noemen ze ‘liposomaal’. Ik zeg met maar eenvoudig: leuk bedacht, maar we praten hier ten eerste nog steeds over ascorbinezuur en ten tweede treffen we dit in de natuur nergens aan. Daarbij is het zo’n beetje de duurste vorm die je kunt kopen. De claim die de leveranciers ervan gebruiken, is dat de opname in het lichaam daarmee drastisch verhoogd wordt. Het is waar dat dit de meest vriendelijke vorm voor je maag is en dat de opname hoger zal zijn, maar wat heb je aan het verhogen van ascorbinezuur als je weet dat dit zelfs schadelijk voor je kan zijn? Zodra ik één keer lees dat vitamine C ook in vetbolletjes in de natuur voorkomt, neem ik direct afstand van mijn mening. Maar nu heb ik het standpunt: waarom zouden we hier geld aan uitgeven?
Ascorbylpalmitaat
Dit is een verbinding van ascorbinezuur met palmitinezuur. Daardoor wordt deze vorm vetoplosbaar, maar ook opnieuw schrijf ik hier op dat natuurlijke vitamine C niet vetoplosbaar is en deze vorm dus ook niet is aan te bevelen. Als je al op zoek bent naar een oxidant die vetoplosbaar is, bijvoorbeeld als je een ziekte aan je myelinescheden/zenuwen hebt, neem dan vitamine E (compleet). Ascorbylpalmitaat wordt vaak gebruikt als antioxidant in vette substanties, zoals in huidcrèmes.
Doseringen
Voor kinderen is een preventieve dosering van 125 mg voldoende. Bij symptomen van een tekort mag je ze 300-400 mg geven en zelfs langzaam ophogen naar 500-600 mg. Als ze diarree krijgen of gaan braken, hebben ze te veel gekregen. Hebben ze koorts of zweten ze, pas dan op voor uitdroging. En nee, dan is het hebben van diarree niet handig.
De standaarddosering voor volwassen is ca. 200 mg per dag. Rook je niet, drink je geen alcohol en eet je elke dag voldoende verse groente en fruit, dan is de standaarddosering vaak al voldoende. Maar wijk je qua leefstijl af van de ideale leefstijl, pas dan de dosering aan. De instructie is dan: voer je dagelijkse dosering vitamine C stapsgewijs op tot je gedoe met je darmen krijgt en doe dan een stap terug in de dosering; dan zit je goed. Verdeeld over de dag innemen is sowieso beter, dan alles in één keer innemen. In de winter heb je meer vitamine C nodig dan in de zomer, vanwege de overal rondwarende ziektekiemen.
Heb je daarentegen de symptomen van een tekort, laat je dan adviseren. Want dan zul je eerst je tekorten moeten wegwerken. Onthoud gewoon dat je minimaal 200 mg per dag nodig hebt en, afhankelijk van je gezondheid, je dit zelfs preventief (of curatief) kunt opvoeren tot wel 5 gram verspreid over de dag. En als je te veel hebt, krijg je diarree; erger zal het niet worden. Zit je in stressvolle omstandigheden of kom je met veel ziektekiemen in aanraking? Neem gewoon wat extra in.
Manier van innemen
Normaal gesproken krijg je vitamine C binnen door groenten en fruit te consumeren. In die zin is het dus eenvoudig: extra vitamine C in de vorm van supplementen neem je dus ook gewoon in tijdens de maaltijd. Soms is het slimmer om het juist tussendoor te doen, omdat, als je deze vitamine los van de voedselbrij inneemt, je meer binnenkrijgt. De standaardregel is dus ‘bij de maaltijd’ maar bij curatieve doeleinden kan het soms slimmer zijn om dat niet te doen. Laat je adviseren als je twijfelt.
Contra-indicaties
- Bij sommige chemokuren is het soms juist de bedoeling dat er vrije radicalen ontstaan, zodat die schade aanbrengen aan de kankercellen (en helaas ook aan de andere cellen). Dan zou vitamine C en ascorbinezuur die beoogde werking juist tegen kunnen werken. Ik heb er wetenschappelijke artikelen over gelezen en er is geen consensus over dit punt. Overleg het dus met je oncoloog.
- Heb je last van te veel ijzer in je lichaam, dan moet je weten dat vitamine C, als dat samen wordt ingenomen met ijzer (uit bijvoorbeeld vlees of groenten) de opname van ijzer met factor 2 tot 3 verhoogt. Dat is meestal gunstig, maar niet als je bijvoorbeeld hemochromatose hebt.
- Pas op bij een sterk verminderde nierfunctie: bespreek dit met je nefroloog;
- Vraag je huisarts of er een mogelijke interactie is met je medicijnen. Dit geldt zeker als je bloedverdunners van de ‘warfarinefamilie’, fluoxetine, acetaminofen, aspirine (acetylsalicylzuur), levodopa, flufenazine of indinavir gebruikt;
- Pas op bij zwangerschap en borstvoeding voor overmatige inname en hou je aan de dagelijkse richtlijn van ca. 200 mg (de inname van groenten en fruit niet meegerekend).
Disclaimer
Medische informatie wordt alleen verstrekt als informatiebron en mag niet worden gebruikt of vertrouwd voor diagnostische of behandelingsdoeleinden. De informatie is niet bedoeld als patiëntenvoorlichting, creëert geen relatie tussen patiënt en orthomoleculair adviseur en mag niet worden gebruikt als vervanging voor professionele diagnose en behandeling. Raadpleeg uw zorgverlener voordat u beslissingen over uw gezondheid neemt of voor advies over een specifieke medische aandoening. INNR B.V. is niet aansprakelijk voor enige schade, verlies, letsel of aansprakelijkheid op welke manier dan ook geleden als gevolg van uw vertrouwen op de informatie uit dit document.
[1] https://www.nature.com/articles/138027a0.pdf
[2] https://www.researchgate.net/publication/12238131_Natural_vitamins_may_be_superior_to_synthetic_ones
[3] Supplementen onder de loep, dr. Brian Clement, uitgeverij Ankh-Hermes BV, Deventer, 2010
[4] https://www.nytimes.com/1998/04/09/us/taking-too-much-vitamin-c-can-be-dangerous-study-finds.html
[5] ‘De voedingswijzer, Juglen Zwaan, Uitgeverij Succesboeken, 2017.
[6] https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6647184/
[7] https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S2213231720302123
[8] ‘Scheurbuik komt nog steeds voor’, M. Snijders Blok et al, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 31 maart 2023.