Vitamine E: over kinderwensen, bloedstolsels, hart- en herseninfarcten, vaatproblemen en neurologische problemen.
Geen verhaal zo bijzonder als dat van vitamine E. Bij elk dossier over een vitamine of mineraal raak ik verwonderd over de kracht van en intelligentie in de natuur. En over de menselijke arrogantie om te denken dat je dat wel even kunt imiteren. Dat geldt bij vitamine E wel in de overtreffende trap. Wat een supervitamine! In grote lijnen lijkt het verhaal op dat van vitamine C. Even voor je herinnering; zodra men vitamine C kon isoleren uit groenten of vruchten, haastte men zich om dit na te maken. Dat lukte maar ten dele. Alleen ascorbinezuur was na te maken; de rest van de vitamine niet. Vervolgens veranderde men de definitie van vitamine C, zodat ascorbinezuur nu als vitamine C verkocht mag worden. Zo ging het ook ongeveer met vitamine E. Maar dan nog een stapje erger. Even kernachtig en simpel gezegd: je bent de uitvinder van een autoband en noemt dat een auto. Simplistisch en geen rechtdoend aan de complexe werkelijkheid. Lees snel verder over deze intrigerende vitamine met ongekende eigenschappen.
Ontdekking
De ontdekking van vitamine E in 1922 kan worden toegeschreven aan Herbert McLean Evans en Katherine Bishop. Evans was een Amerikaanse embryoloog en hoogleraar anatomie en ontdekte dat ratten onvruchtbaar bleven als ze een bepaalde stof misten in hun dieet. Hij noemde het ‘de mysterieuze substantie X’ die daarna als tocoferol bekend zou worden. Het woord ‘tocoferol’ is afgeleid van de Griekse woorden ‘tokos’ en ‘phero’ dat zoiets als ‘het baren van nakomelingen’ betekent; een onmisbare vitamine voor vruchtbaarheid dus. Jarenlang werd deze vitamine dan ook de ‘geboortevitamine’ genoemd. Want zodra men vitamine E toevoegde aan het ‘rattendieet’, kregen de ratten ratjes. In 1935 slaagde men erin om de vitamine te isoleren om die vervolgens in 1938 synthetisch na te maken. Althans, één onderdeel ervan: alfatocoferol. Decennia heeft men vervolgens besteed aan het bestuderen van de werking en functie van alfatocoferol en dan vooral de synthetische vorm dl-alfatocoferol. Als je wetenschappelijke onderzoeken bestudeert naar de functies en werking van vitamine E, dan is het cruciaal om goed op te letten welke vorm is onderzocht. Bijna 90% van de wetenschappelijke publicaties gaat namelijk over dl-alfatocoferolacetaat of dl-alfatocoferolsuccinaat. Dat zijn synthetische vormen (te herkennen aan de voorloper ‘dl’) van één onderdeel van vitamine E en zo’n onderzoek naar de gezondheidsaspecten van vitamine E is derhalve waardeloos.
Vooral de antioxidantwerking van alfatocoferol vond men interessant, mede ingegeven door het zoeken naar conserveringsmiddelen om voeding (met name olie) te behoeden voor oxidatie. Vandaag de dag komen we synthetische tocoferolen dan ook nog steeds tegen als conserveringsmiddelen met de E-nummers E306 t/m E309. In Amerika ontstond in de jaren '50 onder invloed van de vader en zoons Shute intussen een enorme hype rondom vitamine E. Deze artsen constateerden al snel dat vitamine E enorme gezondheidsvoordelen opleverde, met name om hart- en vaatziekten en trombose te voorkomen of te genezen. Om hun enthousiasme te kunnen begrijpen moet je weten dat er rond 1900 nauwelijks cardiologen waren (er waren sporadisch hartziekten; alleen aangeboren defecten) en dat coronaire tromboses (stolsels in je kransslagaderen) volslagen onbekend waren. Maar tijdens hun loopbaan werden de artsen Shute geconfronteerd met enorme hoeveelheden hartpatiënten. In 1975 bracht dat Dr. Wilfrid E. Shute in ‘Het vitamine E boek’ tot de verzuchting: ‘Wat is er sinds 1921 gebeurd dat in bovenstaande (stolselvorming: BM) verandering heeft gebracht?’ En hij vervolgt: ‘Het is inderdaad duidelijk dat de oorzaak van coronaire trombose, een ziekte van de afgelopen zestig jaar, op de een of andere manier te maken moet hebben met het stollingsmechanisme in het bloed. Of er moet iets aan het bloed zijn toegevoegd, of er moet iets aan het bloed zijn onttrokken, waardoor dit verschijnsel te verklaren is.’ Een veelzeggende uitspraak, zoals je later zult lezen.
Al snel kwamen onderzoekers er daarna achter dat vitamine E niet bestaat uit één tocoferol, maar uit vier tocoferolen. Nog weer later (1965) ontdekte men vier tocotriënolen die tot dan toe een ‘geheimzinnige of vreemde vitamine E’ werden genoemd. Nu weten we dat vitamine E uit 8 (!) onderdelen bestaat: alfa-, bèta-, gamma- en delta-tocoferol en alfa-, bèta-, gamma- en delta-tocotriënol. Men noemt dat isomeren; stoffen met dezelfde moleculen maar met een andere structuur. Het duurde overigens tot 2001 voordat de definitie ‘vitamine E = alfatocoferol’ werd aangepast in de Merck-index. Dus onthoud: d-alfatocoferol of dl-alfatocoferol is niet hetzelfde als vitamine E, maar een slecht kopietje ervan. Zo slecht, dat er inmiddels wetenschappelijke studies zijn die wijzen op serieuze gezondheidsschade.
Bronnen
Tocoferolen en tocotriënolen komen van nature voor in verschillende granen en zaden, zoals tarwe(kiemen), rijstzemelen, sojabonen, palmfruit, druivenpitten, pinda’s, walnoten en pecannoten. De verhouding tocoferolen/tocotriënolen varieert echter fors per product. Uit de granen, zaden of kiemen wordt olie geperst en die olie bevat dan de vetoplosbare vitamine E (dat is weer zo’n wondertje van de natuur; anders wordt die olie ranzig). Tarwekiemolie is de rijkste bron (150 mg per 100 gram) van de groep oliën. Daarna volgen de noten, waar amandelen de koploper zijn (25,6 mg per 100 gram). Tenslotte hebben we de groep groenten waar avocado’s de lijst aanvoeren met 2,6 mg per 100 gram. De hoeveelheid vitamine E in dierlijke producten is verwaarloosbaar. Er zit een klein beetje in vette vis, eieren en dat soort dingen, maar niet voldoende. Helaas kan vitamine E ook slecht tegen verhitting, dus uit warm of gegaard eten haal je het sowieso niet meer. De beste bronnen van vitamine E zijn dus rijstolie, palmolie, tarwekiemolie, zonnebloemolie en maisolie. Maar let op; zodra die olie wordt geraffineerd en verhit, is de vitamine E verdwenen. Alleen koudgeperste, niet geraffineerde olie kan een bron zijn, maar die is bijna niet te vinden.
Goede vitamine E wordt gewonnen uit diverse plantaardige oliën. Tocoferolen worden doorgaans gewonnen uit zonnebloemolie en sojaolie, terwijl palmolie de belangrijkste bron is van tocotriënolen, Bij de winning van deze grondstoffen komen nogal wat kwesties om de hoek kijken. Maar daar schrijf ik aan het einde van deze blog over.
Functies
Bijzonder is dat vitamine E een vorm heeft die direct kan worden getransporteerd naar en in de cellen en niet eerst door het lichaam moet worden omgezet. Veel vitamine E is opgeslagen in je lever. De grootste voorraad zit echter in je hypofyse! En dat is interessant om te weten. De hypofyse stuurt namelijk via ‘voorloperhormonen’ de productie van allerlei andere hormonen aan. Denk aan oestrogeen, progesteron, testosteron, schildklierhormonen en zelfs cortisol. Deze hormonen worden gemaakt van cholesterol en vet en voor een goede werking daarvan heb je serieuze hoeveelheden vitamine E nodig om ze te beschermen tegen oxidatie. Nog een ander belangrijk punt: je hebt voldoende vitamine E nodig om omega-3-vetzuren (met name DHA uit bijvoorbeeld visolie) om te zetten in de hersenen om daar hun goede werk te doen.
Antioxidant
De belangrijkste functie van vitamine E is de functie als antioxidant; het beschermen van je lichaam tegen vrije radialen. In feite is de vetoplosbare vitamine E de tegenhanger van de wateroplosbare vitamine C. Wat vitamine C doet in een waterrijke omgeving, doet vitamine E in een vetrijke omgeving. En waarom heb je ook een vetoplosbare antioxidant nodig? Simpel; je celmembramen (wanden van je cel) bestaan uit vet (fosfolipiden)! Vet oxideert makkelijk, zeker de onverzadigde en om dat te voorkomen heb je vitamine E nodig. Het is dus een vetbeschermer; eenvoudiger kan ik het niet zeggen. En aangezien elke cel zo’n vettig wandje heeft, of het nu een spiercel, een zenuwcel of een hartcel is, snap je gelijk waarom deze vitamine cruciaal is. Vrije radicalen, gifstoffen; je cellen worden voortdurend belaagd en beschadigd. De beschermende functie van deze krachtige vitamine zorgt ervoor dat de afbraak van je cellen niet sneller verloopt dan de opbouw ervan en helpt daarmee tegen vroegtijdige veroudering. En als vitamine E het vet in je celwanden beschermt, dan geldt dit ook voor het vet wat je via voeding binnenkrijgt.
Alfatocoferol is vooral een antioxidant die door de lever wordt gebruikt. Tocoferolen kunnen niet zelfstandig door het lichaam ‘reizen’, maar hebben een ‘karretje’ nodig: LDL (low-density lipoproteïnen). LDL is dus eigenlijk een ‘heenwegkarretje’ naar je cellen en transporteert tocoferol, andere vetoplosbare vitamines, cholesterol en triglyceriden (vetzuren). LDL is dus zelf geen cholesterol zoals het vaak genoemd wordt. Het is ook zeker geen ‘slecht cholesterol’. Eigenlijk is LDL een transporteiwit en meer niet. Net als HDL overigens (het 'terugwegkarretje'). Heb je er weleens over nagedacht hoe vettige stoffen anders door een waterige substantie (bloed) kunnen worden vervoerd? Alfatocoferol helpt de slagaders te beschermen tegen oxidatie, om cholesterol niet te laten oxideren en het reduceert daarmee de risico’s op hartziekten, beroertes en kanker. Juist deze ziektes starten bijna altijd met een vorm van oxidatie, afbraak of schade door vrije radicalen die vervolgens leiden tot (laaggradige) ontstekingen. Terzijde: zo handig is het dus niet om je cholesterol te verlagen (statines!)…In plaats van je cholesterol te verlagen, kun je beter vitamine E slikken om oxidatie te voorkomen.
Van gammatocoferol is bekend dat deze vorm helpt te beschermen tegen schade door rook, ongeacht of dat nu van rookwaren of van vuur afkomstig is. Daarnaast helpt deze vorm ook bij de bescherming van je aderen en bij risicoreductie op kanker. Over de precieze functies van bèta- en deltatocoferolen heb ik niets kunnen vinden, maar ga er maar vanuit dat ze wel degelijk een functie hebben, omdat ze in de natuur niet afzonderlijk voorkomen, maar altijd in een complex.
De lang ondergewaardeerde vier tocotriënolen blijken vele, vele malen belangrijker en effectiever te zijn dan de tocoferolen alleen. Zo zijn tocotriënolen 5000 x sneller in het opruimen van vrije radicalen dan tocoferolen en 50 x krachtiger. Het is zelfs de vraag of de gezonde eigenschappen van vitamine E niet vooral toegeschreven moeten worden aan de tocotriënolen in plaats van aan tocoferolen. We weten gewoon nog niet hoe het precies werkt, maar tot die tijd is het sowieso het verstandigste om altijd een complete vitamine E, bestaande uit acht componenten, te slikken. Zo levert de natuur het aan en daar zal wel een bedoeling achter zitten, ook al begrijpen wij die nog niet helemaal.
Gezonde bloedvaten
Niet alleen voor het tegengaan van oxidatie in de aderen is deze vitamine belangrijk. Zo heeft men ontdekt dat je aderen er wijder en minder stijf van worden (lagere bloeddruk!) en daardoor krijg je een betere doorbloeding. Dit geldt ook voor het tegengaan van plaquevorming. Vitamine E penetreert in je vaten en lost de plaque op. En preventief; door de bescherming tegen ontstekingen (antioxidant) neemt de kans op plaquevorming in je kransslagaderen af. Inmiddels weten we namelijk dat de laaggradige ontstekingen de oorzaak van plaque zijn en dat de aanvoer en neerslag van calcium en cholesterol reacties van het lichaam zijn om de schade van die ontstekingen te beperken. Dus plaque is een gevolg (!) van vaatschade. Het verlagen van je cholesterol is dus het bestrijden van de natuurlijke reactie van het lichaam; de ultieme en domste vorm van symptoombestrijding. Het lijkt op het afschaffen van de brandweer omdat die bij elke brand aanwezig is. Heb je last van plaquevorming? Kijk dan eens naar de inname van onverzadigde vetten (minderen), vitamine C (voor de ontstekingen van je aderen) en vitamine E.
En wat denk je van deze briljante eigenschap? Vitamine E heeft het vermogen om bij schade aan aderen (met name in de kleinste haarvaatjes) een netwerk van nieuwe aderen aan te leggen zodat het weefsel toch kan worden voorzien van bloed. Je zou het een natuurlijke 'bypass' kunnen noemen. Dat kan geen enkele vitamine en zou diabetici moeten aanspreken die worstelen met een slechte doorbloeding van ledematen en het risico op gangreen. Of mannen met erectieproblemen. Of mensen met de Ziekte van Raynaud; allerlei problemen die direct te linken zijn aan vaatproblemen.
Gezonde bloeddikte
Vitamine E heeft het vermogen om bloedstolsels te voorkómen en nieuwe stolsels snel op te lossen. Het is dus een natuurlijke bloedverdunner. Eigenlijk was dat de eerste eigenschap die de gebroeders Shute ontdekten. Die eigenschap is te danken aan het feit dat vitamine E de hoeveelheid bloedplaatjes reduceert. Een interessant gegeven voor mensen met een hoger risico op een hart- of herseninfarct (TIA’s of beroertes). Mits snel toegediend, kan vitamine E zelfs helpen bij het herstel van een infarct. Eén van mijn Amerikaanse bronnen suggereert dat in ieder huis een aantal vitamine E-pillen voorhanden zouden moeten zijn, om direct toe te dienen in het geval van een TIA of beroerte. Want juist verse stolsels schijnen snel opgeruimd te worden na inname van vitamine E. Deze functie is dus ook waardevol voor (het voorkomen van) stolsels in de kransslagaderen (coronaire tromboses) en in de benen. Heb je last van bloedingen in je huid? Denk dan ook eens aan vitamine E.
Zuurstofreductie
Een andere functie van vitamine E is het verminderen van de zuurstofbehoefte in je weefsels. Dat lijkt op het eerste gezicht nu niet zo’n positieve functie. Maar schijn bedriegt. Een tekort aan vitamine E, leidt tot een toegenomen behoefte aan zuurstof. Als je lichaam daar om een of andere reden niet aan kan komen, krijg je bijvoorbeeld angina pectoris (pijn op de borst bij inspanning). Deze functie geldt overigens niet alleen je hartspier, maar ook voor alle andere spieren. Waarschijnlijk hangt deze functie samen met het realiseren van een betere doorbloeding. Immers, hoe beter de doorbloeding, hoe minder zuurstof er nodig is. Deze functie komt derhalve ook van pas als je spieren moeten herstellen, al dan niet na intensief sporten. De celmembramen worden gerepareerd, de doorbloeding verbetert, het uithoudingsvermogen neemt toe (sporters!), de spiermassa groeit en spiervermoeidheid neemt af. Heb je last van spierpijnen en komt dat niet door het gebruik van cholesterolverlagers, bloeddrukverlagers, plastabletten of een gebrek aan elektrolyten, dan kan vitamine E wellicht wat voor je zijn.
Beschermd DNA
Weleens gehoord van telomeren? Die zitten aan het einde van je DNA (in de celkern) en zijn te vergelijken met de einden van schoenveters. Als die kapot gaan, rafelen de veters uit elkaar. Zo werkt dat ook bij je DNA. Telomeren beschermen je DNA. Raken je telomeren beschadigd of verlies je ze zelfs, dan wordt de volgende cel die wordt ‘gekopieerd’ vanaf de bestaande cel ook beschadigd. Het is immers een kopietje van een kapotte cel! Hoe korter je telomeren, hoe vatbaarder je ook bent voor veroudering en kanker.
Gezonde huid
Als cellen worden beschermd als antioxidant en als er wordt gezorgd voor een betere doorbloeding, dan ligt het ook voor de hand dat vitamine E bijdraagt aan een gezonde huid. De gebroeders Shute hebben indrukwekkende resultaten behaald bij het genezen van allerlei (vreselijke) huidproblemen. Bijzonder is ook het effect op de heling van brandwonden en het verminderen of oplossen van littekenweefsel (striae). Wellicht is diezelfde functie ook de reden dat deze vitamine kan worden ingezet bij het oplossen van ongewenste bindweefselvorming (fibrose) in longen (COPD), normale weefsels (artritis), hartweefsels (cardiale fibrose) en aderen (atherosclerose).
Zwangerschappen
Ik zei al eerder dat de naam tocoferol in het Grieks ‘het baren van nakomelingen’ betekent. Hoe vitamine E nu precies zorgt voor het oplossen van onvruchtbaarheid, heb ik nergens kunnen vinden. Maar alleen die naam (en het experiment van Evans en Bishop) geeft al te denken. Want in de tijd van Evans ging het om echte vitamine E uit voeding en niet over synthetische alfatocoferol. Want die bestond toen nog niet. De conclusie is dan ook dat Evans voor het oplossen van onvruchtbaarheid echt alleen natuurlijke (en dus volledige) vitamine E gebruikte; hij experimenteerde immers met diëten en niet met supplementen! Als je dan ook nog weet dat vitamine E is ingezet bij vleesbomen, endometriose, voortijdig loslaten van de placenta en miskramen, dan is het alleszins de moeite waard om bij een kinderwens of bij het voorkomen van zwangerschapsgerelateerde problemen te denken aan vitamine E.
Bescherming hersenen en zenuwen
Summier worden nog eigenschappen genoemd als het beschermen van zenuwen doordat vitamine E voorkomt dat de uit vet (!) bestaande myelinescheden rondom zenuwen oxideren. Dat geldt dus ook voor het hersenweefsel dat voor ca. 60% uit vet bestaat. Toch zou deze eigenschap wel eens essentieel kunnen zijn voor mensen die leiden aan neurodegeneratieve ziektes, zoals Parkinson, Alzheimer en dementie. Recent kwam mij het verhaal van Mary en Steve Newport onder ogen. Steve kreeg op 53-jarige leeftijd een progressieve vorm van dementie. Zijn vrouw was arts en door het inzetten van ‘medium chain triglycerides’ wist ze het proces om te keren. Dat geeft te denken. Sowieso is bekend dat bij Alzheimer de hersens aan minder glucose (als brandstof) kunnen komen. Daarom noemen ze dit soort ziektes ook wel eens diabetes type 3; suikerziekte van je hersenen. En is oxidatie van hersenweefsel en een slechte doorbloeding ervan ook geen onderdeel van deze problematiek? Vitamine E zou weleens preventief (en misschien ook wel curatief) kunnen werken voor dit soort problemen.
Kanker
En tenslotte hebben tocotriënolen (dus niet de tocoferolen!) een veelbelovende rol in het bestrijden van kanker. Voor mij ligt het wetenschappelijke boek ‘Tocotrienols, vitamin E beyond tocopherols’ van dé expert op het gebied van tocotriënolen; Dr. B. Tan. Hij toont aan dat de inzet van tocotriënolen een indrukwekkend preventief en zelfs remmend effect heeft op allerlei vormen van kanker. En op het terugkeren van kanker na een behandeling met bijvoorbeeld chemotherapie. Het gaat dan om darmkanker, alvleesklierkanker, borstkanker, longkanker en prostaatkanker. Kennelijk zorgen tocotriënolen voor het tegenwerken van angiogenese en het bevorderen van apoptose. Heb je kanker (gehad), overweeg dan eens om tocotriënolen te gebruiken. Gelet op het onderwerp van deze blog, zal ik dit verder laten rusten. Maar schroom niet om ons te bellen als dit voor jou relevant is. We kunnen namelijk ook aan supplementen met alleen tocotriënolen komen...
Oorzaken van tekorten
Waarom zouden we een tekort kunnen hebben aan vitamine E? Ik ga een aantal redenen opnoemen.
Voeding
Een overmatige consumptie van koolhydraten en bewerkte voeding leidt tot uitputting van je vitamine-E-status. Zie je het verband? In tarwekiemen zit de meeste vitamine E. Die halen we er eerst uit en van de bloem maken we tal van producten. Denk aan koekjes, crackers, wit brood, stokbrood, croissants, enzovoorts. Die producten ‘slurpen’ je vitamine E weer op. Dan maar over op volkoren producten, denk je dan. Dat is sowieso veel gezonder, alleen zijn die vaak weer afgebakken en daarmee verlies je wederom vitamine E omdat die niet goed tegen hitte kan. En tenslotte leidt het malen van granen tot oxidatie van de aanwezige vitamine E, zeker als het ook nog eens maanden bewaard wordt. De conclusie is dan ook dat je uit brood niet voldoende vitamine E meer kunt halen.
Hetzelfde geldt voor geraffineerde (!) plantaardige oliën. In Amerika noemen ze dit ‘excessive PUFA intake’; overdreven inname van meervoudig onverzadigde vetzuren. Je moet hierbij denken aan alle soorten margarine en halvarine, bak- en braadproducten en plantaardige oliën zoals maisolie, zonnebloemolie en sojaolie die totaal ongeschikt zijn voor warme bereidingen. En dat brengt mij terug bij de verzuchting van Dr. Wilfrid E. Shute: ‘Wat is er veranderd in de afgelopen decennia waardoor er zoveel hartziektes zijn terwijl dit rond 1900 nog niet voorkwam?’ Bedenk dan eens dat in de afgelopen decennia de inname van meervoudig onverzadigde vetzuren is gepromoot en de inname van vitamine E is gedecimeerd. Dan lijkt het niet vreemd waar al die verstopte aderen vandaan komen. Juist onverzadigde vetzuren zijn instabiel en vatbaar voor oxidatie. Oxidatie, die je kan voorkomen door vitamine E. Ik zei het al; in onverzadigde vetzuren zoals zonnebloemolie, palmolie, rijstolie en tarwekiemolie zit van nature vitamine E. Waarom? Om die oliën te behoeden voor oxidatie. En wat doen wij? Wij consumeren driftig grote hoeveelheden geraffineerde meervoudig onverzadigde vetzuren en ook nog eens in verhitte vorm. We bakken, braden en frituren er lustig op los met deze vetzuren en de vitamine E is volledig verdwenen omdat die niet tegen hitte kan. Nu begrijp je wellicht ook dat de kans op een tekort aan vitamine E aanzienlijk is. Men schat dat 90% van de Amerikanen te weinig vitamine E binnenkrijgt. Denk er eens over na… Het continue roepen dat verzadigde vetten slecht zijn, is een fabeltje. Zelfs je celmembramen bestaan onder andere uit verzadigd vet en cholesterol! Lees het boek ‘Voeding en welvaartsziekten’ en je zult constateren dat veel voedselfabeltjes niet waar zijn of dat er enorme belangen achter schuilen.
Vetarm dieet
Wellicht ben je al jaren bezig om af te vallen of op je gewicht te letten. De commercie (en de overheid) hebben je verteld dat alles wat ‘mager’ is, dus minder vet bevat, beter voor je is. Vervolgens verwijder je zoveel mogelijk vet uit je menu omdat je denkt dat je daar zwaarder van wordt. Dat komt ook een beetje door het taalgebruik. Vet is een synoniem geworden voor 'dik' en 'lichaamsvet'. Dus denk je dat als je vet eet, je vet wordt. Daar klopt niks van; je bent het slachtoffer van synoniemen. In feite ben je daarmee jezelf zelfs aan het ‘slopen’. Denk even mee: de meeste soorten vitamines zijn vetoplosbaar en zitten ook vaak in vet (ik heb het over vitamine A, D, E en K). Vervolgens ga je vet zoveel mogelijk mijden. Daarmee bereik je twee dingen: je krijgt te weinig vetoplosbare vitamines binnen en je valt er niet van af. Als je werkelijk wilt afvallen, kun je beter zoveel mogelijk koolhydraten uit je menu schrappen. Koolhydraten zijn suikers en zetmeel. En die zitten bijna overal in: brood, pasta, rijst, crackers, banket, beschuit, pannenkoeken, donuts, aardappels, noem maar op. Om af te vallen, is het beste dieet dat je kunt volgen: hoog in vet en laag in koolhydraten. Door vet blijf je ook langer verzadigd en het is een gecondenseerde vorm van energie. Dus stop met het kopen van ‘light-producten’ inclusief die kunstmatig gezoete frisdranken, het eten van margarine en halvarine en koop volle melk, volle kwark, volle yoghurt, volvette kaas en smeer roomboter op je brood. Te weinig vetinname is te weinig vitamine E (en A, D en K). En teveel suiker wordt omgezet in vet. En laat dat fabeltje van 'verzadigd vet is fout' aan je voorbij gaan.
Gezonde lever en gal
Als je geen gezonde lever en galblaas hebt of je galblaas is verwijderd, wordt de opname van de vetoplosbare vitamine E gehinderd. Dat komt door een gebrek aan galvloeistof. In zo’n geval is het raadzaam om vitamine E in te nemen met galzouten. Als je galblaas is verwijderd, vraag dan aan je dokter om je niveaus van de vitamines A, D, E en K te controleren. Grote kans dat dit niet goed gaat en je een tekort hebt.
Darmproblemen
Als je darmen niet goed functioneren, bijvoorbeeld door het gebruik van antibiotica of door allerlei andere problemen met je darmen (Ziekte van Crohn), heb je waarschijnlijk ook last van het niet voldoende binnenkrijgen van voedingsstoffen. Dat noemen ze malabsorptie. Het ‘repareren’ van je darmen heeft dan de eerste prioriteit (evenals het zorgen voor voldoende maagzuur), want in je darmen zitten specifieke darmenzymen zoals lipase uit je alvleesklier, die je hard nodig hebt voor de opname van vetten en vetoplosbare vitamines. Een tekort aan vitamine E kan ook komen doordat een deel van je darmen is verwijderd of beschadigd.
Gluten
In samenhang met het vorige punt moet ik het ook nog hebben over gluten en coeliakie. In dit geval leidt het ene probleem tot het andere. Want als je maar lang genoeg coeliakie hebt, krijg je vanzelf de gevolgen ervan: malabsorptie. En vervolgens krijg je daar weer de gevolgen van. Bijvoorbeeld in het geval van vitamine E: spierpijnen en/of neuropathie. De symptomen van een tekort aan vitamine E en gevoeligheid voor gluten of glutenintolerantie overlappen elkaar. In beide gevallen kan er sprake zijn van spierpijn en -zwakte. Dit geldt ook voor cerebellaire ataxie (moeilijk lopen, evenwichtsproblemen bij het lopen) en bloedarmoede. Gluten veroorzaken bij mensen die daar gevoelig voor zijn ontstekingen in spier-, hersen, zenuw- en bloedcellen. Tel daarbij op dat gluten je maag-darmkanaal kunnen ontsteken wat weer leidt tot een gebrek aan vitamine E en dan heb je het klassieke ‘kip-ei-verhaal’. Laat je bij dit soort symptomen dus eerst testen op een intolerantie voor gluten voordat je de conclusie trekt dat het komt door een gebrek aan vitamine E.
Roken
Het roken van tabak reduceert de hoeveelheid vitamine E. Als je al weet dat het knap lastig is om voldoende met je voeding binnen te krijgen (met name door het eten van granen en suiker), je dit combineert met slechte opname door bijvoorbeeld darmproblemen en je weet dat roken leidt tot het ontstaan van veel schade door vrije radicalen, dan zouden alle rokers wel vitamine E moeten slikken. Of nog beter; stoppen met roken.
Medicijnen
Veelvuldig gebruik van NSAID’s (ibuprofen, naproxen of diclofenac zijn wel de meest bekende) beschadigt je darmen. Met name overmatig en langdurig gebruik van deze pillen leidt tot ontstekingen in je darmen die in het slechtste geval deels verwijderd moeten worden. Dan is er nog een medicijn met de naam colesevelam. Dit middel werd eerst voorgeschreven als cholesterolverlager, maar nu alleen nog bij serieuze schimmelinfecties. Het bindt het galzuur en daarmee bereik je dat je te weinig vetoplosbare vitamines binnenkrijgt, zeker bij langdurig gebruik. Dan zijn er nog medicijnen tegen epilepsie (die soms ook voor andere problemen worden voorgeschreven) die effect hebben op je vitamine-E-status. Ik heb het hier over medicijnen met de namen fenobarbital, carbamazepine. En wellicht geldt het ook voor andere epileptica als gabapentine, pregabaline (Lyrica) en dat soort medicijnen die vaak (off-label) worden gebruikt als pijnstillers voor neuropathische pijnen.
Symptomen van een tekort
Als je te weinig vitamine E binnenkrijgt, kun je de volgende symptomen krijgen:
- Problemen met spieren (beenkrampen, pijn in nek en lage rug, spierzwakte en spierpijn, cerebellaire ataxie; een ziekte vanuit de hersenen die leidt tot ongecoördineerde bewegingen en moeilijk lopen door coördinatie- en evenwichtsproblemen);
- Problemen met (slag-)aderen (ontstekingen, hoge bloeddruk door stijve aderen, Ziekte van Raynaud, etalagebenen, erectieproblemen, aderverkalking, plaquevorming);
- Problemen met de stolling en het bloed (tromboses, longembolie, infarcten in hart of hersenen, hemolytische anemie; een specifieke vorm van bloedarmoede die veroorzaakt wordt door beschadigde rode bloedcellen die daardoor minder zuurstof kunnen transporteren, zonder dat je dit ziet aan je ijzergehalte);
- Problemen met het hart (oedeem, angina pectoris; pijn op de borst bij inspanning door zuurstofgebrek);
- Problemen in verband met (uitblijvende) zwangerschappen (onvruchtbaarheid, voortijdig loslaten van de placenta, miskramen, zwangerschapsvergiftiging, borstontsteking);
- Problemen met de zenuwen (neuropathie, zenuwpijn, rusteloze benen);
- Problemen met de huid (verbranding, littekenvorming, blaarziekte, pseudoxanthoma elasticum, sclerodermie, calcinosis cutis, Ziekte van Darier, discoïde lupus erythematodes, granuloma annulare, kraurose, abnormale littekenvorming met de naam keloïden, ontstekingen in en rond de vagina, dermatitis);
- Problemen met je hersenfunctie (hersenmist, ADHD, neurodegeneratieve ziektes);
- Problemen met cystevorming in borsten of eileiders;
- Pijnlijke menstruatie (dysmenorroe);
- Problemen die samenhangen met diabetes (gangreen, diabetische retinopathie en -neuropathie);
- Problemen met je alvleesklier (ontstoken of slecht werkend). Een symptoom hiervan is vette ontlasting (steathorrea);
- Problemen met je spijsvertering (coeliakie of glutenproblemen, Ziekte van Crohn, galblaasproblemen);
- Problemen met fibrose (bindweefselvorming) en taaislijmziekte.
Suppletie
Over het nut van (synthetische) alfatocoferol kan ik kort zijn. Dat is alleen de antioxidantwerking (net als bij ascorbinezuur) terwijl de schadelijke effecten ervan gigantisch kunnen zijn. Wat denk je van een verhoogd cholesterol, hoge bloeddruk, een toegenomen risico op prostaatkanker en giftigheid voor je weefsels? Er wordt zelfs gewaarschuwd voor ‘dood door allerlei onbekende oorzaken’ en kanker, gebaseerd op studies met synthetische vitamine E (zie ook mijn blog over ‘Kun je van vitamines kanker krijgen?’). En als je het zelf wilt constateren en mij niet op voorhand gelooft (heel goed!), kun je deze onderzoeken lezen.[1][2][3][4]Kortom, als je vitamine E in de synthetische variant dl-alfatocerol in huis hebt, gooi die direct weg. [5][6][7]
Er is maar één vitamine E goed: degene die bestaat uit acht onderdelen. Die is her en der te koop, maar zeker niet in de gemiddelde drogist en al helemaal niet in spotgoedkope (dus synthetische) supplementen. En als je de vorm met acht onderdelen al weet te vinden, vergewis je er dan van dat die vitamine E niet onttrokken is door verhitting, bewerking of raffinage. Want daarbij kunnen giftige stoffen ontstaan. Enkele beruchte zijn polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s), glycidyle vetzuuresters (GE’s) en gechloreerde paraffines (GP’s). Ook wordt bijna altijd met organische oplosmiddelen gewerkt, waarvan residuen kunnen achter blijven. Kortom; doordat vitamine E niet goed tegen verhitting kan, moet je kostbare methoden gebruiken. Dat maakt dit supplement ook niet goedkoop. Gelukkig hoef je geen zes capsules per dag te slikken.
Dan nog iets over tocotriënolen. De gezondheidsbevorderende eigenschappen zijn indrukwekkend, zei ik al. Maar een bepaalde nuchterheid is ook wel handig. Annato is een zeldzame vrucht die wij hier niet kennen. Logischerwijs zouden we dan door het missen van annato moeten ‘grossieren’ in allerlei gezondheidsproblemen door een gebrek aan tocotriënolen. Dat is gelukkig niet zo. Daarom kan ik me niet voorstellen dat het gebruik van louter tocotriënolen handig is. Kennelijk hebben alle acht vormen een functie, ook al heb ik gelezen dat tocoferolen soms tocotriënolen tegenwerken. Daarom ga ik terug naar de natuur, de ‘Gift of the Creator’; die levert vitamine E in een complex en dat lijkt mij het meest raadzame om te slikken. Want als ik veel tegenstrijdige informatie krijg uit allerlei bronnen, dan grijp ik altijd terug op wat de natuur ons aanbiedt, zowel in samenstelling als in vorm. Een supplement met alleen tocotriënolen zou ik daarom alleen adviseren in het geval van specifieke gezondheidsproblemen, zoals kanker (al dan niet ‘genezen’) en neuropathie of serieuze hart- en vaatproblemen. En vergeet ook long-covid (stolsels en vaatschade!) niet.
Soms zie je vitamine E ook vermeld staan bij de ingrediënten van visolie en soortgelijke producten. Dan praat je over minimale hoeveelheden die worden toegevoegd om de olie stabiel te houden, dus als antioxidant. Daar is niets mis mee, zeker niet als het over d-alfatocoferol gaat. Maar denk dan niet dat je voldoende vitamine E met haar gezondheidsbevorderende eigenschappen binnenkrijgt.
Tot slot nog iets over etiketten. Men heeft ooit bedacht dat doseringen ook kunnen worden uitgedrukt in internationale eenheden (I.E.’s) en d-alfatocerolequivalenten. Ik kan dat gaan uitleggen, maar dat kost veel woorden. De kern is dat de basis eronder in dit specifieke geval niet deugt en dat je vitamine E-supplementen onderling het beste kunt vergelijken door naar milligrammen per onderdeel te kijken. En hou daarbij in je achterhoofd dat de dosering tocotriënolen veel belangrijker is dan de dosering tocoferolen.
Voor preventieve doseringen is één capsule voldoende. Worstel je met één of meerdere van eerder genoemde symptomen, dan is het raadzaam om te starten met een minimale dosis van 2 capsules per dag om je tekorten snel aan te vullen. Of laat je adviseren.
Contra-indicaties
Vitamine E verdunt je bloed. Slik je bloedverdunners, dan is het raadzaam om met je dokter te overleggen hoe je die kunt afbouwen en vervangen door een natuurlijke oplossing. Blauwe plekken of onderhuidse bloedingen na het stoten zijn symptomen dat er iets met je bloed of vaten aan de hand is. Denk ook aan de wisselwerking met vitamine K1 als bloedstollende factor. Verder geldt voor diabetici (insulinegebruikers!), mensen met hartfalen en ernstige hoge bloeddruk dat ze niet zomaar vitamine E moeten slikken zonder dit met hun behandelend arts te overleggen.
Disclaimer
Medische informatie wordt alleen verstrekt als informatiebron en mag niet worden gebruikt of vertrouwd voor diagnostische of behandelingsdoeleinden. De informatie is niet bedoeld als patiëntenvoorlichting, creëert geen relatie tussen patiënt en orthomoleculair adviseur en mag niet worden gebruikt als vervanging voor professionele diagnose en behandeling. Raadpleeg uw zorgverlener voordat u beslissingen over uw gezondheid neemt of voor advies over een specifieke medische aandoening. INNR B.V. is niet aansprakelijk voor enige schade, verlies, letsel of aansprakelijkheid op welke manier dan ook geleden als gevolg van uw vertrouwen op de informatie uit dit document.
[1] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/8875555/
[2]https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/10391561/
[3] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/8127329/
[4] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/11828262/
[5] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/6509435/
[6]https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/12234947/
[7] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/19717777/