Aandoening: hoge bloeddruk (hypertensie)

Aandoening: hoge bloeddruk (hypertensie)

Je zult het maar hebben: hoge bloeddruk (hypertensie).

Voor menigeen een belangrijk onderwerp; hoge bloeddruk (hypertensie). Naar schatting heeft 25% van de bevolking een te hoge bloeddruk. Niet onderkende en behandelde hoge bloeddruk kan leiden tot aandoeningen als een beroerte, een hersenbloeding, een aneurysma, hartfalen, vaatschade, een hartinfarct of nierbeschadiging. Reden te meer om zorgvuldig met je bloeddruk om te gaan en die dus ook regelmatig te (laten) checken. Het vervelende is namelijk dat je een hoge bloeddruk kunt hebben zonder dat je het weet. Er zijn geen of nauwelijks symptomen. Hoge bloeddruk wordt dan ook wel aangeduid als een sluipmoordenaar. Je merkt het niet als je het hebt, maar als het fout gaat, zijn de gevolgen enorm. Het is ingewikkeld maar ook fascinerend om te ontdekken hoe ons lichaam van nature de bloeddruk regelt en dat geeft ook inzicht in mogelijke oplossingen. Ben je niet geïnteresseerd in de precieze werking en oorzaken, ga dan direct naar het einde van de blog en kijk bij oplossingen. Het is namelijk een lange blog, want het is ook een complexe materie.

Bloeddruk

Bloeddruk is de druk die het bloed op de vaatwanden uitoefent. Bij het meten van de bloeddruk worden steeds twee waarden bepaald. Het hoogste getal geeft de hoogste druk in de slagaders weer, die wordt bereikt als het hart zich samentrekt (tijdens de systole). Het laagste getal geeft de laagste druk in de slagaders weer, die wordt bereikt kort voor het hart zich gaat samentrekken (tijdens de diastole). In de volksmond noemen we dit de boven- en onderdruk, uitgedrukt in millimeter kwikdruk. Eerst moet je weten dat het niet handig is als je bloeddruk altijd constant zou blijven. In het geval van beweging, inspanning, het veranderen van houding of het omgaan met een acute situatie (fight or flight), is het zaak dat je bloeddruk snel omhoog gaat. Anders val je flauw. Dus het is heel goed dat je bloeddruk varieert. De bloeddruk zelf is het resultaat van de weerstand die het stromend bloed in het vaatsysteem ondervindt én de mate waarin het hart zijn werk doet. Neemt de weerstand toe, dan stijgt de bloeddruk; neemt de weerstand af, dan daalt de bloeddruk. Neemt de hartarbeid toe (sneller en krachtiger kloppen) dan stijgt de bloeddruk en daalt de hartarbeid, dan neemt ook de bloeddruk af. Het is normaal dat je systolische bloeddruk snel verandert, maar ook snel weer normaliseert. Dat geldt niet voor je diastolische bloeddruk; die verandert minder.

Meten = weten

De beste plek om je bloeddruk te meten, is je linker bovenarm, ter hoogte van je hart. Bij die meting van de bloeddruk kan het al fout gaan. Zo weten we dat de bloeddruk gedurende de dag verandert. In de ochtend is die meestal het hoogst en ’s nachts het laagst. Dat geldt ook voor activiteit; bij rust is de bloeddruk lager dan bij inspanning. We weten ook dat stress de bloeddruk verhoogt. Sommige mensen raken gestrest van hun bezoek aan een dokter en hebben daarom in de spreekkamer al een hogere bloeddruk. Als je dus een reëel beeld van je bloeddruk wilt hebben, kun je die beter zelf meten in de ochtend en op een vast tijdstip in de middag of avond. Dan weet je zeker dat je een eerlijker beeld krijgt. Is dat belangrijk dan? Ja, want als je maar één meetmoment hebt en dat vervolgens leidt tot het (jarenlang onnodig) slikken van bloeddrukverlagers, dan is de schade groter dan het voordeel. Dus de eerste vraag is of de diagnose klopt en niet gebaseerd is op een momentopname. Zo ken ik iemand die in verband met een zwangerschap te hoge bloeddruk had en vervolgens 30 (!) jaar thiazide slikte. En dus ook 30 jaar allerlei stofjes uit plaste die essentieel zijn voor een goede werking van je spieren. Het gevolg was dat ze haar spieren nauwelijks meer kon gebruiken.  En dan het meest wrange: ze stopte (gecontroleerd) met die pillen en er veranderde niets aan haar bloeddruk…

Werking van het lichaam

Sympathisch zenuwstelsel

Hoe reguleert het lichaam je bloeddruk? Ons lichaam beschikt over een ingenieus regelcircuit voor de bloeddruk dat bestaat uit het manipuleren van het hart, het totale bloedvolume en de doorsnede van de aderen (het lumen) te veranderen. De bloeddruk gaat omhoog als de kleine slagaders (arteriolen) zich vernauwen (vasoconstrictie), waardoor het bloed door een nauwere opening wordt geperst dan normaal. Ook aders kunnen zich samentrekken, waardoor de hoeveelheid zuurstofarm bloed in de aderen afneemt en er meer bloed naar de slagaders gaat. Tenslotte kan er ook meer vloeistof in de bloedsomloop worden gebracht. Daardoor stijgt het bloedvolume en daardoor ook de bloeddruk. Het ‘vatensysteem’ bevat immers meer vloeistof terwijl het zelf niet groter geworden is.  De aansturing van dit geheel vindt voornamelijk plaats vanuit het autonome zenuwstelsel en specifiek daarvan het sympathische deel. De belangrijkste organen die door het sympathische deel worden geactiveerd, zijn het hart, de bloedvaten en de bijnieren. Via onze zenuwen worden pijlsnel prikkels geactiveerd en verstuurd naar die organen. Daar stoppen die zenuwen en komt er een overdrachtsstofje aan te pas om de boodschap aan het orgaan door te geven. Dit noemen we neurotransmitters en in dit specifiek geval gaat het om noradrenaline (norepinefrine). De noradrenaline activeert het hart tot grotere inspanning en de gespierde wanden van de vaten zullen gaan samentrekken. De prikkels komen ook aan bij de bijnieren en die stoten adrenaline (epinefrine) uit in het bloed. Adrenaline heeft invloed op de vaatwijdte van de slagaders en kleine slagaders en laat het hart sneller en krachtiger kloppen. Sommige slagaders worden wijder en anderen weer nauwer, afhankelijk waar het meeste zuurstofrijke bloed nodig is. Tenslotte reageren ook de aderen (venen) die gaan samentrekken om het hart van meer zuurstofarm bloed te voorzien. Dit veneuze systeem werkt dus als een bloedreservoir. En tenslotte komen de signalen van de sympathicus ook aan bij de nieren die worden geïnstrueerd om minder zout en water uit te scheiden zodat het bloedvolume toeneemt.

Baroreceptorreflex

Je kunt je voorstellen dat het ongecorrigeerd reageren op het sympathische zenuwstelsel zou kunnen leiden tot een continue en gevaarlijk hoge bloeddruk. Het lichaam heeft dus een correctiemechanisme. Ten eerste beschikt ons lichaam over de baroreceptorreflex. Dit mechanisme werkt als volgt. In de aortaboog (dus direct na het hart) en in de beide halsslagaderen zitten ‘sensoren’ die nauwkeurig de bloeddrukstijgingen en -dalingen registreren. Deze sensoren zijn gevoelig voor druk. Zij signaleren niet alleen de bloeddrukschommelingen, maar geven die ook door aan het autonome zenuwstelsel, dat zowel uit een sympathisch als parasympathisch deel bestaat. Afhankelijk of de baroreceptoren meer of minder worden geprikkeld, wordt het sympathische deel of juist het parasympathische deel geactiveerd. Een geprikkeld sympathisch deel leidt tot een toename van de hartarbeid en vaatvernauwing en daardoor een hogere bloeddruk. Een geprikkeld parasympathisch deel leidt tot een verwijding van de vaten en een afname van de hartarbeid en dus een lagere bloeddruk.

Bijnieren

De bijnieren zitten boven op je nieren, maar hebben er anatomisch niets mee te maken. Je bijnieren produceren namelijk hormonen waarvan je vast wel eens gehoord zult hebben: adrenaline is een stimulerend hormoon dat wordt vrijgemaakt als er behoefte is aan hogere hartarbeid en een betere bloedsomloop of als er meer energie moet worden geproduceerd. De aansturing van de productie van adrenaline komt vanuit de sympathicus. Dus het werkt zo: sympathicus prikkelt met behulp van noradrenaline de bijnieren. Die produceren vervolgens adrenaline en pompen dat in het bloed. Het hart ontvangt dat bloed en gaat door de signaalstof adrenaline sneller en krachtiger kloppen en de vaten zullen zich samentrekken. Het gevolg zal je duidelijk zijn: hoge(re) bloeddruk door het hormoon adrenaline. Ook maken je bijnieren aldosteron; iets waar ik zo op terugkom bij de bijdrage van de nieren. Tenslotte wordt cortisol ook door je bijnieren gemaakt en dat heeft indirect ook weer effect op je bloeddruk.

Nieren

En dan de rol van de nieren bij het reguleren van je bloeddruk. Dit wordt een beetje ingewikkeld misschien, maar toch zo wonderlijk mooi om uit te leggen of te lezen. Onthoud dat als je lichaam niet zou beschikken over remmende mechanismen, we voortdurend met een doorgeslagen hoge bloeddruk zouden rondlopen. Elke stresssituatie of situatie die ons spanning of angst oplevert, iedere inspanning en beweging vraagt om een verhoogde bloeddruk (je kunt niet opstaan met een lage bloeddruk zonder flauw te vallen), maar een continue hoge bloeddruk levert continue schade op aan vaatwanden en organen. En dan heb ik het nog niet eens over bloedingen gehad. Of in andere woorden: gas geven is waardevol, maar kunnen remmen evenzeer. En daar spelen de nieren een cruciale rol in.

Enerzijds worden de nieren geprikkeld door het sympathisch zenuwstelsel om minder zout en water uit te scheiden, maar anderzijds hebben de nieren ook een rechtstreekse (en dus autonome) rol in het beheersen van de bloeddruk. Het mechanisme van de nieren dat helpt om onze bloeddruk te regelen, heet het renine-angiotensine-aldosteron-systeem, vaak afgekort als RAAS of RAS. Dat RAAS vinden we niet alleen terug in de nieren, maar ook in de bloedvaten, in de hartspier, het longweefsel en in de hersenen. In de nieren heeft het echter een dominante rol. Hoe werkt dit systeem nu? Ik zal eerst uitleggen waar het eindigt: met angiotensine 2 (A2), een krachtig stofje. De productie van A2 begint met een eiwit met de naam angiotensinogeen. Met behulp van het enzym renine wordt een deel van het grote molecuul angiotensine afgesplitst. Dat deeltje noemen we angiotensine 1 (A1). A1 bestaat maar kort en wordt alweer aangepakt door een ander enzym met de naam ‘angiotensine 1 converting enzyme’ op zijn Engels en afgekort als ‘ACE’. De stof die na deze reactie ontstaat is angiotensine 2. Dus samengevat gaat het zo: angiotensinogeen → angiotensine 1 met behulp van renine → angiotensine 2 met behulp van ACE. Zoals gezegd is A2 een krachtige stof met krachtige effecten. In dit kader beperk ik me tot de twee belangrijkste effecten: een vaatvernauwende werking en het vrijmaken van het bijnierhormoon aldosteron. Het eerste effect zul je direct begrijpen: de bloeddruk stijgt door vaatvernauwing. Het tweede effect kom ik op terug als ik over aldosteron schrijf.

Nog één stapje terug. We zagen dat bij de productie van A2 er twee enzymen betrokken zijn: renine en ACE. Renine zit op bepaalde plaatsen in de nieren opgeborgen in cellen. Zolang het in die cellen zit, gebeurt er niets. Maar wanneer geven die cellen de renine vrij? Dat doen ze als er sprake is van een verminderde doorbloeding van de nier (door bijvoorbeeld een bloeddrukdaling), een tekort aan vocht in de weefsels en een absoluut tekort aan zout in het lichaam! Die laatste eigenschap moet je even goed onthouden als ik later spreek over het verband tussen zout en hoge bloeddruk. De reninecellen hebben hun ‘antennes’ uitstaan en zodra zich maar één van deze drie omstandigheden voordoet, wordt renine vrijgegeven aan het bloed en pikt het eiwit angiotensinogeen op om dat vervolgens met het overal aanwezige ACE om te zetten in angiotensine 2; het stofje dat zorgt voor een hoge(re) bloeddruk. Dus weer even samengevat: renine wordt vrijgemaakt bij een bloeddrukdaling, een tekort aan vocht in de weefsels en een tekort aan zout en zet angiotensinogeen uiteindelijk om in angiotensine 2 dat op zijn beurt de bloeddruk weer oppept.

En dan aldosteron. Dit hormoon komt uit de bijnieren. We weten inmiddels dat het RAAS reageert op een zouttekort door renine vrij te geven. Daardoor stijgt de bloeddruk. Tegelijkertijd zorgt de uitscheiding van angiotensine 2 in het bloed ervoor dat in de bijnieren het hormoon aldosteron wordt geactiveerd en aan het bloed vrijgegeven. Aldosteron komt daardoor in de nieren en via speciale receptoren wordt er meer zout (natriumchloride) aan het lichaam teruggegeven dat anders via de urine zou verdwijnen. Dus bij te veel zout is het RAAS inactief en wordt er ook geen angiotensine geproduceerd. Zonder angiotensine dus ook geen aldosteronproductie. De tweede situatie waarin het RAAS actief is, is bij te weinig vocht in de weefsels (uitdroging). Door de activatie van het RAAS ontstaat er ook weer aldosteron en dat zorgt er ook via dit mechanisme voor dat de nieren meer zout vasthouden. Want zout houdt water vast. Het resultaat is dat het tekort aan vocht weer op peil wordt gebracht. Bij de beschreven werking van aldosteron verliezen we wel veel kalium. Samengevat zou je kunnen zeggen dat aldosteron de werking van het RAAS ondersteunt door de werking van de nieren te beïnvloeden waardoor er een hogere bloeddruk ontstaat. Terzijde: als je dit zo leest, dan moet je meer geloof hebben om in de ‘oerknaltheorie’ te geloven dan in de schepping; want hoe kan zo’n ingenieus mechanisme anders zijn ontstaan dan door de hand van een Schepper?

Hoge bloeddruk

Medici onderscheiden twee vormen van hoge bloeddruk (hypertensie); primaire (of essentiële of idiopathische) hypertensie en secundaire hypertensie. Van primaire hypertensie is sprake in zo’n 85-90% van de gevallen en ‘primair’ betekent in feite dat men de precieze oorzaak niet weet. Bij secundaire hypertensie is er sprake van een aanwijsbare oorzaak. In het laatste geval kun je denken aan nieraandoeningen (5-10%) en verder aan allerlei andere oorzaken (1-2%) zoals het gebruik van anticonceptiemiddelen, hormonale afwijkingen door een slecht werkende schildklier (hyperthyreoïdie), bijnieren (hyperaldosteronisme), een zeldzaam voorkomende tumor in de bijnieren (feochromocytoom), het syndroom van Cushing en tenslotte aan vastgestelde (!) problemen met de (slag-)aderen, zoals arteriosclerose.

Bij primaire hypertensie gaat het dus om een verhoogde bloeddruk zonder direct aanwijsbare oorzaak. Waarschijnlijk zorgt een combinatie van veranderingen aan hart en bloedvaten voor verhoging van de bloeddruk. Zo kan de hoeveelheid bloed die per minuut door het hart wordt rondgepompt (het hartminuutvolume) zijn verhoogd en kan de weerstand die het bloed in de bloedvaten ondervindt groter zijn doordat deze vaten zich hebben samengetrokken. Ook kan het bloedvolume zijn toegenomen. Waardoor dit allemaal gebeurt, weet men niet precies. Laten we ook de dikte van het bloed niet vergeten; dikker bloed wordt moeizamer rondgepompt dan normaal bloed. Maar opmerkelijk is wel dat baby’s en kinderen gewoonlijk een veel lagere bloeddruk hebben dan volwassenen en dat in ontwikkelingslanden de bloeddruk niet stijgt naarmate de jaren vorderen. Dat is typisch een fenomeen van ontwikkelingslanden. Ook opvallend is dat negroïde mensen vaker last hebben van hoge bloeddruk dan blanke mensen (32% versus 25%). Naar schatting heeft 65% van de mannen en 75% van de vrouwen boven de 75 jaar last van hoge bloeddruk.

Norm

Wanneer heb je nu hoge bloeddruk? Er is altijd al wat gesteggel geweest over deze normen, maar in medische handboeken wordt nu een norm van 120/80 aangehouden als optimale bloeddruk. Tussen de 130-139/85-89 spreekt men van hoognormale bloeddruk, tussen de 140-159/90-99 van een licht verhoogde bloeddruk, tussen de 160-179/100-109 van een matig verhoogde bloeddruk en boven de 180/110 van een ernstig verhoogde bloeddruk. Bij maligne hypertensie (> 210-120) is direct ingrijpen noodzakelijk! Tenslotte hebben we nog wat afwijkingen in bloeddruk zoals zwangerschapshypertensie of systolische hypertensie, een situatie bij ouderen waarbij de bovendruk verhoogd is, maar de onderdruk normaal of zelfs laag is. Dit laatst fenomeen heeft vaak met de hartfunctie te maken. Ik beperk me in het vervolg van deze blog tot primaire hypertensie, de vorm zonder direct aanwijsbare oorzaak.

Oorzaken van hoge bloeddruk

Overgewicht

De eerste oorzaak is overgewicht of obesitas. Het (overtollige) vetweefsel moet worden doorbloed om niet af te sterven. Ieder pond overgewicht leidt tot ca. 1,6 kilometer aan bloedvaten. En hoe meer bloedvaten, hoe harder je hart moet pompen om die weefsels te voorzien van voldoende stofjes. Hoge bloeddruk komt dan ook tweemaal zo vaak voor bij mensen met ernstig overgewicht dan bij mensen met een ‘normaal’ gewicht.

Te weinig beweging

Een tweede oorzaak is een zittende levensstijl. Velen van ons brengen grote delen van de dag zittend door achter een beeldscherm. Tel daar nog acht uur slaap bij op en je brengt twee-derde van leven door zonder lichamelijke beweging. En onthoud; lichaamsbeweging is noodzakelijk voor een goede bloedcirculatie, voor de pompkracht van je hart en de ‘peristaltiek’ van je aderen. En dan hebben we het nog niet over de lymfecirculatie gehad. Omgekeerd zorgt een zittend leven ook weer voor obesitas. Dus zo snijdt het mes aan twee kanten. Tenslotte zorgt een zittende levensstijl voor het afnemen van stikstofoxide; een stofje dat cruciaal is voor het verwijden van je vaten, waarover later meer.

Gebrek aan zon

Een derde oorzaak is een gebrek aan zonlicht, soms door je werk en soms door de plaats waar je woont. Gebrek aan zonlicht leidt tot een lage vitamine-D-spiegel en dat veroorzaakt mede een hoge bloeddruk. De angst voor zonlicht in relatie tot huidkanker is zwaar overtrokken en creëert daardoor meer ziekte dan gezondheid.

Te weinig spieren

Een vierde oorzaak is te weinig spiermassa. Als je niet beweegt, nemen je spieren af in omvang, sterkte en elasticiteit (sarcopenie). Je spieren (en met name de eiwitten die erin liggen opgeslagen) hebben een belangrijke functie in het reguleren van je bloeddruk.

Roken, alcohol en cafeïne

Roken is een volgende reden. Roken veroorzaakt ontstekingen en één van de hoekstenen van hoge bloeddruk is het hebben van (laaggradige) ontstekingen. Alcohol leidt eveneens tot een hoge bloeddruk. Dit werkt indirect. Door het gebruik van alcohol verbruiken we allerlei B-vitamines en die B-vitamines zijn weer cruciaal voor het regelen van je bloeddruk (B1, B6, B11 en B12). Dit geldt ook voor overmatig koffiegebruik. Door de hoeveelheid cafeïne die je dan binnenkrijgt, wordt je adrenalineproductie opgevoerd. Dat leidt weer tot een hoge bloeddruk zoals je inmiddels weet. Dit geldt dus ook voor die vreselijke ‘energydrankjes’ die stijf staan van suiker en cafeïne. Daarnaast werken koffie en alcohol als een ‘natuurlijk’ diureticum (plasmiddel) waardoor we belangrijke voedingsstoffen verliezen die de bloeddruk juist reguleren.

Bewerkte voeding en E621

Bewerkte voeding (dus voeding die je niet rechtstreeks in de natuur vindt, zoals witte rijst, pasta, wit brood, crackers, ontbijtgranen als cornflakes en dergelijke) leidt eveneens tot hoge bloeddruk. Er zijn studies gedaan naar het effect van bewerkte voeding op de bloeddruk, de zogenaamde DASH-studies (DASH staat voor Dietary Approaches to Stop Hypertension). De reden dat bewerkte voeding tot hogere bloeddruk leidt, is het gebrek aan vitamines enerzijds en de toevoeging van mononatriumglutamaat (MSG’s) als smaakversterker anderzijds. Dat goedje staat ook bekend als E-621 op etiketten en kun je maar beter vermijden. Juist die MSG’s en het overdreven gehalte aan natrium zorgen ervoor dat je lichaam meer vocht vasthoudt. Daardoor stijgt het volume aan bloed, terwijl het vaatstelsel niet toeneemt. Daarnaast stimuleert MSG je sympathische zenuwstelsel dat vervolgens weer leidt tot hoge bloeddruk. Let op; dit geldt dus niet voor gewoon zout. Het bewijs dat gewoon zout (of nog beter; Himalaya zout of zeezout) tot hogere bloeddruk leidt, is er niet.[1] Sterker nog; een te lage zoutinname kan leiden tot hoge bloeddruk; ik kom er bij de aanpak op terug. De verkettering van zout is in ieder geval onterecht.

Insuline

Een andere reden voor hoge bloeddruk is een te grote inname van koolhydraten (suikers en zetmeel). Daardoor neemt de hoeveelheid insuline toe die nodig is om de suikers uit het bloed in de cellen te krijgen. Door toename van insuline neemt ook de hoeveelheid cortisol (uit de bijnieren) toe. Beiden zorgen weer voor verlies van spiermassa en obesitas. Dat is dus het dwarsverband tussen insuline en cortisol enerzijds en effecten op lichaamsgewicht anderzijds. Inmiddels zijn er ook aanwijzingen dat fructose (limonades, fruit) leidt tot hoge bloeddruk. Volgens sommige bronnen is (beginnende) insulineresistentie dé grondoorzaak van alle problemen. Je suikerinname reduceren, zou dus zomaar al kunnen leiden tot het dalen van je bloeddruk.

Voedselallergieën

Voedselallergieën kunnen ook zorgen voor een hogere bloeddruk. Ik heb het dan niet over ernstige voedselallergieën waardoor mensen een anafylactische shock krijgen, maar over mildere vormen. Als je binnen nul en drie uur na de maaltijd een hogere hartslag en bloeddruk krijgt, loont het de moeite om uit te zoeken of je ergens niet goed tegen kunt. Want door een allergie nemen ontstekingen toe en daardoor neemt de productie van adrenaline weer toe zodat je bloeddruk stijgt.

Stress

En ja, daar komt hij weer; chronische stress. Dan heb ik het niet over een beetje dagelijkse stress die bij het leven hoort, maar langdurige stress. Een baan tegen je zin, financiële problemen, relationele problemen die maar terug blijven komen of ‘levensevents’ als sterfgevallen, scheidingen, problemen met kinderen of familie of het runnen van een bedrijf, al dan niet met financiële problemen. De kern van chronische stress is dat het je meer energie kost dan oplevert. Door stress neemt de cortisolproductie toe en dat gaat je niet helpen. Als je de grote lijn van oorzaken hebt gelezen, zie je dat bij de meeste oorzaken cortisol een majeure rol speelt. Samengevat zijn er drie soorten stress: chemische (alles wat je in je lichaam stopt), fysieke (overmatig sporten of fysiek werken) en emotionele stress. Alle drie zorgen ze voor een overactief sympathisch zenuwstelsel.

Een beetje onvriendelijk zou je bovengenoemde oorzaken kunnen beschouwen als ‘leefstijl-gerelateerd’. En wat is er nu moeilijker? Je leefstijl aanpassen of een pilletje slikken? Het antwoord lijkt duidelijk; door een pilletje te slikken, kan ik gewoon leven zoals ik nu leef en hoef ik niets aan te passen. Ik begrijp die keuze dan ook wel; de weg van de minste weerstand. Totdat ik onderzocht wat de effecten van bloeddrukverlagende medicijnen zijn. Maar eerst nog een paar anatomische redenen die kunnen leiden tot hypertensie.

Aderverkalking

Arteriosclerose maakt van je vaten ‘betonnen’ buisjes. Dat kan komen door te veel calciumafzetting in het weefsel van je aderen waardoor het vaatweefsel harder en stijver wordt. Een andere reden is dat je vaten in een chronisch spasme (kramp) verkeren, meestal door een gebrek aan magnesium of andere elektrolyten. Immers, als je vaten niet meer kunnen uitdijen door een gebrek aan flexibiliteit, dan zal de druk in het systeem toenemen. Anderzijds kunnen zich ook obstakels bevinden in je bloedvaten, meestal in de vorm van plaque. Plaque is een opeenhoping van vetstoffen, cholesterol, fibrine, dode of kapotte vaatcellen en calcium. Allemaal veroorzaakt door vaatschade! Dus wederom; plaquevorming is een gevolg en geen oorzaak. Ook cholesterol niet. Die versmallingen zullen op den duur ook leiden tot bloeddrukverhoging en uiteindelijk tot infarcten.

Gebrek aan stikstofoxide

Heb jij er weleens van gehoord? Ik niet. Tot ik me in dit onderwerp ging verdiepen. Het ontdekken van dit mechanisme heeft zelfs geleid tot het uitreiken van de Nobelprijs. Maar je hoort er verder verdacht weinig over. Stikstofoxide (NO) wordt in de binnenste vaatwand zelf aangemaakt met behulp van onder andere vitamine C. Dit proces kan fout gaan, maar er kunnen ook problemen zijn met de receptoren van stikstof, zodat de signalen aan de vaten om samen te trekken of te ontspannen niet aankomen. De receptoren van stikstofoxide werken dan domweg niet meer. Een factor die hierbij een rol speelt is de hoeveelheid homocysteïnegehalte in je bloed, iets dat elke arts kan meten. Homocysteïne maken we allemaal aan en is een afbraakproduct van het metabolisme. Een te hoog homocysteïnegehalte beschadigt de vaatwanden en frustreert de mogelijkheid van ons lichaam om stikstofoxide te maken. Terzijde: het homocysteïnegehalte is wellicht een betrouwbaardere indicator voor je vaatgezondheid en het risico op hart- en vaatziekten, dan je cholesterolniveaus. Een andere factor bij een gebrek aan stikstofoxide is het ontbreken van een enzym dat tot op zekere hoogte kan worden geremd of uitgeschakeld. Meestal is een genetisch gebrek de oorzaak van dit probleem zodat je niet de voordelen van stikstofoxide hebt. Er is een test om te achterhalen of je dit probleem hebt; de ADMA-test. Als je denkt dat je een erfelijke aanleg hebt voor hoge bloeddruk (denk aan je familie), dan zou deze test je weleens aan het inzicht kunnen helpen of dit zo is. L-Arginine is dan zeker het proberen waard. Terzijde: een goede indicator voor te weinig stikstofoxide is het (op jongere leeftijd) niet kunnen krijgen van erecties. Hoe dan ook, problemen met je vaten zijn de hoogste tijd om in de actie te springen. En inderdaad niet door het symptoom te onderdrukken. Want dat raak je ook het zicht op de echte problemen kwijt.

Nierschade

Een slechte nierfunctie, al dan niet veroorzaakt door medicijngebruik zoals acetylsalicylzuur (Aspirine), leidt tot hoge bloeddruk. En hoge bloeddruk leidt vervolgens weer tot nierschade. Hetzelfde geldt voor te hoge glucosespiegels in je bloed. Door die hoge suikerspiegel worden je eiwitten plakkerig en die treffen vervolgens de nieren. Daar veroorzaken ze schade aan je niermembramen (kapsel van Bowman). Dat is ook de reden dat diabetici vaak problemen krijgen met hun nieren en ogen; de haarvaatjes raken geïrriteerd en zelfs verstopt.

Te weinig zuurstof in je bloed

Al eerder sprak ik over de baroreceptoren in je halsslagaders en je aorta. Als die receptoren meten dat de hersenen te weinig zuurstof krijgen, zullen ze dit doorgeven aan het sympathisch zenuwstelsel en dat zal vervolgens zorgen dat de bloeddruk stijgt door productie van noradrenaline. Een gebrek aan zuurstof in je hoofd leidt tot hersenmist, een slecht functionerend geheugen, niet op woorden kunnen komen en allerlei andere symptomen die wij de voorbode van dementie zouden noemen. Daarom leiden bloeddrukverlagers vaak tot problemen met je hersenen, domweg omdat ze te weinig zuurstof krijgen. Ook hier geldt weer het probleem van symptoombestrijding. Je hersenen hebben voldoende zuurstof nodig om te functioneren, je baroreceptoren signaleren te weinig zuurstofaanvoer (de echte oorzaak) voor je hersenen en zeggen tegen de hersenen dat de bloeddruk omhoog moet. En wat doen wij? Wij verlagen de bloeddruk omdat dit schadelijk is, maken het probleem van de hersenen nog groter en lossen niks op. Maar de werkelijke reden zou wel eens een bloedarmoede kunnen zijn. En dat loop je niet alleen op door een gebrek aan ijzer, maar ook aan koper en vitamine B6, B11 en B12. Of COPD. Of…

Bijnierschade

Tenslotte nog een bijzondere reden: slecht functionerende bijnieren. De redenen hiervoor zijn divers: chronische stress waardoor ze uitgeput raken, ploegendiensten waardoor je slaap-waakritme continue verandert, maar eigenlijk leiden alle eerdergenoemde oorzaken tot effecten op de bijnieren en daarmee op cortisol. De gemiddelde dokter zegt dan dat je bijnieren niet goed functioneren en dat je daardoor hoge bloeddruk hebt. Maar dat is een afgeleid probleem. De echte problematiek is leefstijl; iets wat je kunt veranderen. Tel daarbij op dat je bijnieren ook adrenaline en aldosteron maken en dan weet je hoe de verbanden liggen. Het voorschrijven van bloeddrukverlagers is dus een secundaire interventie.

Medicijnen

De laatste oorzaak is medicatie. Dan doel ik niet op bloeddrukverlagers zelf (daar kom ik zo op terug), maar op medicijnen die als bijwerking direct of indirect hoge bloeddruk hebben. Voorbeelden? Acetylsalicylzuur dat gebruikt wordt als pijnstiller (aspirientje) of vaker als bloedverdunner (Ascal). Deze medicijnen beschadigen bij langdurig gebruik de nieren. Vlak ook het chronisch gebruik van pijnstillers niet uit, zoals NSAID’s (ibuprofen, naproxen, diclofenac); die beroven je van vitamine B11, B12, kalium, ijzer en magnesium. En wat denk je dat maagzuurremmers (omeprazol, pantoprazol) voor je doen? Die verstoren je inname van voedingsstoffen die je juist nodig hebt om je bloeddruk te regelen, zoals de vitamines B12, D en A en de mineralen calcium, ijzer en zink. Nog meer bloeddruk verstorende medicijnen? Ik noem corticosteroïden (verwijderen vitamine A, B11, C en D alsook de mineralen calcium, magnesium kalium en zink), ciclosporine (bij reumatoïde artritis, colitis ulcerosa, netelroos, psoriasis of eczeem) en ‘de pil’ (doen een aanslag op de hele rij B-vitamines, magnesium, zink en selenium). Vergeet ook medicatie niet die wordt gegeven bij een te langzaam werkende schildklier. De schildkliermedicatie is vaak slecht gemonitord en daardoor ontstaan ‘overmedicatie’ met alle gevolgen van dien voor je bloeddruk. Als je al last hebt van bijnieruitputting, dan wordt dit nog verder verergerd. Idealiter zou je TSH tussen de 1 en 2,5 moeten liggen. Maar soms kom je erachter dat je TSH beneden de 0,5 is gedaald. Dan krijg je te veel medicatie. Als je scherp oplet, zul je allerlei symptomen herkennen: hartkloppingen, verhoogde bloeddruk, opvliegers, stemmingswisselingen, enzovoorts. Laat dan snel je TSH opnieuw controleren; je zou weleens te veel medicijnen kunnen krijgen. En uiteraard gaat dit dan ook over het spiegelbeeld; een te snel werkende schildklier. Want ‘overmedicatie’ geeft dezelfde effecten als hyperthyreoïdie.

Reguliere aanpak

Het ingrijpen in het lichamelijk mechanisme om je bloeddruk te reguleren, is niet zo onschuldig als het lijkt. Immers, je bloed en daarbij behorende gezonde bloeddruk is van groot belang om je lichaam tot in de kleinste haarvaten te voorzien van voedingsstoffen, zuurstof, witte bloedlichaampjes (infecties), hormonen en om afvalstoffen af te voeren. Als je je bloeddruk gaat manipuleren met medicijnen, dan heeft dat dus ook effect op de manier waarop bovenstaande functies worden uitgevoerd. Door de bloeddruk te verlagen, wordt het bijvoorbeeld voor je weefsels lastiger om aan voldoende stofjes te komen en om afval af te voeren. Dat staat in schril contrast met het gemak van het slikken van een klein pilletje. Psychologisch lijkt het wel zo te zijn dat hoe kleiner het pilletje in omvang is, hoe onschuldiger het lijkt. Echter, sommige van die medicijnen beroven je van noodzakelijke stoffen, zelfs stofjes die zorgen voor een lagere bloeddruk! Niet onschuldig allemaal dus. Over welke pillen heb ik het dan?

Soorten bloeddrukverlagers

Alle bloeddrukverlagende middelen heten samen ‘antihypertensiva’ en werken volgens verschillende mechanismes. Ze zijn in te delen in de volgende groepen:

  1. Diuretica (vocht afdrijvende middelen). Deze middelen verwijden de bloedvaten en helpen de nieren bij het uitscheiden van zout en water, waardoor het totale vochtvolume afneemt.

Van diuretica (plaspillen in de volksmond) kennen we drie soorten:

a. Lisdiuretica (bumetanide, furosemide). Mogelijke bijwerkingen zijn een verlaagde kalium- en magnesiumspiegel, tijdelijk verhoogde glucosespiegel en cholesterolspiegel, verhoogde ureumspiegel (afvalproduct van eiwit), impotentie bij mannen en maag-darmklachten;

b. Kaliumsparende diuretica (eplerenon, finerenon, spironolacton, triamtereen). Mogelijke bijwerkingen zijn een verhoogde kaliumspiegel, en maag-darmklachten. Bij spironolacton borstvorming bij mannen en onregelmatige menstruatie bij vrouwen;

c. Thiazide en thiazide-achtige diuretica (chloortalidon, hydrochloorthiazide, indapamide). Mogelijke bijwerkingen zijn een verlaagde kalium- en magnesiumspiegel, verhoogde calcium- en ureumspiegel, impotentie bij mannen en maag-darmklachten bij vrouwen;

Al deze middelen beïnvloeden de uitscheiding van elektrolyten. Een tekort aan elektrolyten kan leiden tot spierproblemen, hartproblemen, hartritmestoornissen en een gebrek aan energie. Door het uitplassen van wateroplosbare stofjes ontstaat er op den duur congestief hartfalen, mede veroorzaakt door het uitplassen van de wateroplosbare vitamines. Thiazides verwijderen de vitamine B1, B6 en C uit je lichaam, evenals de mineralen magnesium, calcium, kalium, zink en natrium alsook Q10. En tenslotte verhogen ze ook je homocysteïnegehalte; een indicator voor problemen. Cynisch gezegd; ze verlagen je bloeddruk en helpen je daarna aan een permanent hogere bloeddruk omdat ze je van stoffen beroven die je bloeddruk juist naar beneden brengen. Of leiden tot nog ergere problemen, zoals hartfalen.

2. Adrenerge receptorblokkerende stoffen. Deze remmen het effect van het sympathisch zenuwstelsel dat via noradrenaline het hart en de vaten aanstuurt. Ze worden met name voorgeschreven bij jongere mensen, bij mensen die een hartinfarct hebben gehad of die last hebben van een te hoge hartslag of angina pectoris. Het risico van bijwerkingen is groter bij oudere mensen.

Bij deze groep zijn eveneens drie subgroepen te onderscheiden:

a. Alfablokkers (alfuzosine, doxazosine, fentolamine, prazosine, silodosine, tamsulosine, terazosine, urapidil). Mogelijke bijwerkingen zijn flauwvallen bij de eerste dosis, hartkloppingen, duizeligheid, orthostatische hypotensie, vochtophoping (oedeem);

b. Bètablokkers (acebutolol, atenolol, bisoprolol, celiprolol, esmolol, landiolol, metoprolol, nebivolol, propanolol, sotalol). Mogelijke bijwerkingen zijn vernauwing van de luchtwegen, te trage hartslag, hartfalen, verminderde doorbloeding in ledematen, slapeloosheid, vermoeidheid, kortademigheid, depressie, fenomeen van Raynaud, levendige dromen, hallucinaties en impotentie. Ze verlagen je testosteron en verhogen je bloedsuiker;

c. Gecombineerde alfa- en bètablokkers (carvedilol, labetalol). Mogelijke bijwerkingen zijn orthostatische hypotensie en vernauwing van de luchtwegen.

Dit type medicijnen doet een aanslag op de hoeveelheid magnesium, calcium en kalium en Q10; allemaal nodig voor een gezonde regulering van je bloeddruk.

3. Centraal werkende alfa-agonisten die ongeveer hetzelfde werken als adrenerge receptorblokkers. Ze stimuleren bepaalde receptoren in de hersenstam en remmen daardoor de werking van het sympathisch zenuwstelsel. Medicijnen met namen als clonidine, guanfacine, methyldopa en moxonidine zijn voorbeelden van deze categorie. Mogelijke bijwerkingen zijn slaperigheid, een droge mond, vermoeidheid, te trage hartslag en impotentie. Bij methyldopa in het bijzonder orthostatische hypotensie, leveraandoeningen en auto-immuunziektes. Als je als eerste middel clonidine moest gaan slikken, adviseer ik je zo snel mogelijk naar je dokter te gaan, want dat is nooit het eerste-keusmiddel vanwege de centrale werking.

4. Angiotensine-converterend-enzymremmers (ACE-remmers). Deze middelen verlagen de bloeddruk onder meer door de kleine slagaders (arteriolen) te verwijden. Ze doen dit door de vorming van angiontensine II te blokkeren, dus door in het RAAS te interveniëren. Medicijnen met namen als benazepril, captopril, enalapril, fosinopril, lisinopril, perindopril, ramipril en zofenopril zijn voorbeelden uit deze categorie. Mogelijke bijwerkingen zijn hoesten (20%!), lage bloeddruk, verhoogde kaliumspiegel, huiduitslag, allergische zwellingen in het gelaat, de lippen en de luchtpijp en bij zwangere vrouwen ernstige schade aan de foetus. En het verhoogt de kans op het ontwikkelen van andere allergieën.

5. Angiotensine-II-receptorblokkers (ARB’s). Deze middelen lijken op ACE-remmers, maar blokkeren de receptors (ontvangers) van angiotensine in tegenstelling tot ACE-remmers die de vorming van angiotensine voorkomen. Hierdoor remmen ze de werking van angiotensine met als gevolg een remming van de uitscheiding van aldosteron door de bijnieren. Medicijnen met namen als candesartan, eprosartan, irbesartan, losartan, olmesartan, telmisartan en valsartan zijn in Nederland geregistreerd. Mogelijke bijwerkingen zijn duizeligheid, een verhoogde of juist verlaagde kaliumspiegel, angio-oedeem (zelden) en bij zwangere vrouwen ernstige schade aan de foetus.

6. Dihydropyridinen (calcium-antagonisten). Deze middelen verminderen de samentrekking van vooral glad spierweefsel van de vaten, met name in de ledematen. Daarnaast helpen ze bij de afgifte van stikstofmonoxide (NO) in het endotheel (de binnenkant van de vaten) en zoals we inmiddels weten, helpt dit bij vaatverwijding. Als je één van de volgende medicijnen slikt, slik je een calcium-antagonist: amlodipine, barnidipine, clevidipine, felodipine, lacidipine, lercanidipine, nicardipine, nifedipine of nimodipine. Mogelijke bijwerkingen zijn duizeligheid, vochtophoping in de enkels, een rood gezicht, hoofdpijn, brandend maagzuur, opgezet tandvlees en een te snelle hartslag. Slik je het langer dan 5 jaar, dan loop je een risico op het krimpen van je hersenen en je verhoogt het risico op bepaalde typen kanker. In één studie waarin ze de verschillende bloeddrukverlagers vergeleken, kwam deze groep er het slechts vanaf. Het verlaagde de bloeddruk met slechts 0,1 punt verlaging!

7. Overige calcium-antagonisten met de namen diltiazem en verapamil. Deze werken ongeveer hetzelfde als de dihydropyridinen, maar hebben daarnaast ook effect op de stroomgeleiding in het hart (hartritmestoornissen en te snelle hartslag). Het bijwerkingen is ongeveer hetzelfde als bij de vorige groep, alleen kunnen hier nog hartritmeproblemen, te trage hartslag, hartfalen en constipatie bij komen.

Ik vat het maar simpelweg samen: de meeste bloeddrukverlagers verlagen je bloeddruk (hopelijk) en beroven je vervolgens van stoffen die je nodig hebt om je bloeddruk te reguleren. Niks doen is echter ook geen optie, want hypertensie is gevaarlijk. Echter, in plaats van als eerste stap je voedingsstoffen op orde te brengen, hou je het probleem in stand of maak je het nog groter door volledig afhankelijk te worden van (steeds meer) medicatie. Dus in dit geval maken medicijnen je nog zieker. Dat geldt zeker voor mensen die én bloeddrukverlagers én statines én bètablokkers gebruiken. Zo probeer je voor de rest van je leven in je eigen staart te bijten. Zonder hem ooit te vangen. En dan heb ik het niet eens over de bijwerkingen die niets met je bloeddruk te maken hebben.

De mevrouw waar ik in de inleiding over sprake, slikte jarenlang een thiazide (chloortalidon) samen met een bètablokker (metoprolol). Je hebt kunnen lezen welke effecten dat had: nul. En geen dokter of apotheker die de moeite nam om eens wat dieper na te denken. Dertig jaar lang! Na met beiden (gecontroleerd) gestopt te zijn en vervolgens haar elektrolytenvoorraad aangevuld te hebben, knapte ze langzaamaan op. Beter is, om bij hoge bloeddruk iets aan je leefstijl te gaan doen en supplementen te gaan gebruiken om van je bloeddrukverlagers af te komen. Dat kost overigens wel tijd, dus als je denkt dat je door het aanpassen van je leefstijl en het slikken van supplementen je bloeddruk binnen een maand naar beneden krijgt, dan moet ik je teleurstellen. Dat kost gewoon 12-18 maanden.

Orthomoleculaire zienswijze

Welke tekorten aan nutriënten kunnen leiden tot een verhoogde bloeddruk? Ik zet ze in de volgorde van meest voorkomende tot de minst voorkomende reden.

Magnesium

Magnesium is het meest onderzocht. Ze noemen het ook wel eens de natuurlijke bètablokker. Het is, net als calcium, kalium, natrium en fosfor, een elektrolyt. En die hebben een belangrijke functie in het laten samentrekken en ontspannen van spieren, ongeacht of dit nu je beenspieren, hartspier of vaatspieren zijn. Vaatspieren? Ja, want om je vaten zit een laagje spieren die ervoor zorgen dat ze kunnen samentrekken of verwijden. Hoe zouden je vaten anders kunnen aanspannen? Daarnaast heeft magnesium ook een belangrijke rol in het voorkomen van plaquevorming. En wat plas je uit met plaspillen? Precies: magnesium.

Kalium

Zelden wordt er aandacht besteed aan inname van voldoende kalium. De optimale inhoud is ongeveer 5 gram (5000 mg) per dag. En waar zit kalium in? Juist; in gekookte aardappelen en groenten. En wat eten we weinig? Sowieso groenten. De verhouding tussen kalium en natrium zou wel eens de belangrijkste reden kunnen zijn voor de metabolische onbalans die leidt tot hoge bloeddruk. Het voortdurend (onterecht) benadrukken van een te hoge zoutinname en daarmee zoutinname te reduceren, maakt het probleem alleen maar groter. Het gaat in de kern om de onbalans in onze voeding. En die wordt niet veroorzaakt door te veel zout, maar door te weinig kalium. In de NHANES-I-studie toonde men aan dat een kaliuminname van minder dan 1353 mg per dag de kans op een beroerte met 72% verhoogde. De NHANES-III-studie bevestigde in 2001 dat hogere kaliuminname de kans op hoge bloeddruk vermindert. En dan te bedenken dat thiazides (plaspillen) de uitstroom van kalium bevorderen…Zo ga je van een laag kaliumgehalte naar een extreem laag kaliumgehalte.

Vitamine D

Hoe lager je vitamine-D-spiegels, hoe groter het risico om hoge bloeddruk te ontwikkelen. Eén van de functies van vitamine D is om de calciumopname uit je voeding te verhogen. En intussen weet je wel dat je calcium en magnesium nodig hebt voor een goede contractie (calcium) en ontspanning (magnesium) van je vaatspieren. Wellicht is dat ook de reden dat negroïde mensen meer last hebben van hoge bloeddruk dan blanke mensen, omdat ze vanwege hun donkere huid minder vitamine D via de zon binnenkrijgen. De kans op voldoende vitamine D in ons land is laag, zeker in de winter.

Vitamine B

Door leefstijl en (bloeddruk-)medicatie ontwikkel je een tekort aan B-vitamines, in het bijzonder B1, B2, B6, B11 en B12. Dat geldt ook voor gebruikers van anticonceptiva (de ‘pil’). En laten die vitamines nu exact nodig zijn voor de balans tussen je sympathische zenuwstelsel en je parasympathische zenuwstelsel! Eigenlijk leidt voortdurende stress en stress veroorzakende voeding tot een over-activatie van je sympathisch zenuwstelsel. Je staat dus constant ‘aan’. En dan zetten we medicijnen in zoals bètablokkers om je sympathische deel ‘uit te zetten’, terwijl je net zo goed je parasympathische kunt activeren met vitamine B-complex. Een slecht functionerend parasympathisch zenuwstelsel leidt namelijk tot problemen met heel veel functies, zoals slaap, spijsvertering (constipatie) en een hoge bloeddruk. Het stofje dat je parasympatisch zenuwstelsel moet aanmaken om de boel tot rust te brengen heet acetylcholine. Dat maakt je lichaam uit choline en vitamine B1 als tegenhanger van adrenaline!

Vitamine C

Vitamine C is een wateroplosbare antioxidant en speelt een belangrijke rol in de aanmaak van collageen als grondstof voor gezond weefsel. Daarnaast speelt het een belangrijke rol in de synthese van stikstofoxide; wellicht de belangrijkste stof om je bloeddruk op een natuurlijke manier te verlagen. Want de stikstofoxidesynthese is nodig om je vaten te laten ontspannen en verwijden. Stikstofoxide wordt trouwens ook vrijgemaakt bij inspanning en beweging aan de binnenkant van je bloedvaten. Daarnaast helpt vitamine C bij het voorkomen en bestrijden van ontstekingen aan de vaten. Gebrek aan vitamine C leidt dus tot ontstoken vaten; de opmaat naar plaque en daardoor naar hoge bloeddruk.

Q10

Een gebrek aan CoQ10 of Q10 zal eveneens leiden tot hoge bloeddruk en congestief hartfalen, zeker als we medicijnen gebruiken die Q10 uitputten zoals statines, bètablokkers, metformine en thiazides. Door een gebrek aan Q10 stijgt de bloeddruk. Het hart moet harder werken maar het hart heeft niet de capaciteit om harder te werken door een gebrek aan Q10. Want Q10 voedt de mitochondriën in het hart zodat die voldoende energie kunnen produceren. Statines die je gebruikt om je cholesterol te verlagen, blokken het vermogen van het lichaam om Q10 aan te maken en beroven het daarnaast van vitamine D. Ironisch bezien, zorgen statines (die je meent te moeten slikken voor een lager cholesterol en daardoor een lager risico op hart- en vaatziekten) uiteindelijk tot een hogere bloeddruk en derhalve meer vaatschade. Hoe wrang als je weet dat statines op langere termijn je hart beroven van energie en kunnen eindigen in hartfalen. Dus als je statines slikt, slik dan alstublieft Q10, al was het alleen maar om die vervelende spierpijnen (bijwerking) aan te pakken. Dat geldt overigens niet alleen voor statines, maar ook voor metformine (diabetes) en de meest voorgeschreven bloeddrukverlagers zoals je hebt kunnen lezen. Kun je het je voorstellen? Je hebt een hogere bloeddruk, krijgt medicatie, en je bloeddruk wordt nog hoger omdat je Q10 uitput! Dit is ook de reden dat na verloop van tijd de medicatie opgeschroefd moet worden om de opnieuw gestegen bloeddruk weer de kop in te drukken. Er zijn studies dat suppletie met Q10 leidt tot een verlaging van 17 punten bovendruk en 10 punten onderdruk. Zonder bijwerkingen. Terzijde: metformine reduceert ook de vitamines B11 en B12 in je lichaam.

L-Arginine

L-Arginine Arginine is de enige voorloperstof van stikstofoxide (NO). Als we jong zijn, kan ons lichaam dit nog niet zelf aanmaken. Maar als we de volwassen leeftijd bereiken kunnen we dit aminozuur zelf aanmaken uit ornithine, glutamine, glutamaat en proline. Voor vaatverwijding en doorbloeding is arginine een essentieel aminozuur. In het kader van deze blog gaat het vooral om het verlagen van de bloeddruk door NO. L-Arginine is daarvoor een goede optie met name als je ADMA-spiegel verhoogd is. ADMA is een stofwisselingsproduct dat de omzetting van arginine in NO remt. Verhoging van de argininespiegel zorgt voor verbetering van de NO-omzetting. Verhoging van de ADMA-spiegel is onder meer gezien bij een verhoogde cholesterol-, triglyceriden- en/of homocysteïnespiegel, bij hypertensie, hartfalen, pre-eclampsie, perifere arteriële ziekte, de ziekte van Raynaud, atherosclerose, kransvatziekte, angina pectoris, nierfalen, leverfalen, diabetes mellitus, SLE, reuma, de ziekte van Bechterew, hypothyroïdie en sikkelcelziekte. De vraag is dan wel wat oorzaak en gevolg is, maar alles lijkt erop te wijzen dat de verhoogde ADMA-spiegel de boosdoener is.

Calcium

Het spiegelbeeld van magnesium is calcium. Nu is over het algemeen de inname van calcium in ons zuivelland aan de hoge kant (zie mijn blog over osteoporose). De calciumopname wordt vooral verstoord door maagzuurremmers, darmproblemen en een gebrek aan vitamine D. Het suppleren van calcium is dus meestal niet zinvol. Een gebrekkige opname is meer te wijten aan bovengenoemde problemen: omeprazol-achtigen, slechte darmen, slechte voeding en een gebrek aan vitamine D.

Eiwitgebrek

Met name vegetariërs (en zeker veganisten) krijgen te weinig eiwitten binnen om hun bloeddruk op peil te houden. Als je alleen plantaardig wilt eten, wees je dan bewust van een potentieel tekort aan eiwitten, van welke soort dan ook.

Orthomoleculaire aanpak

Let op; ik heb het over mensen die alleen een hoge bloeddruk hebben zonder bijkomende ziektes of problemen, zoals diabetes of hartproblemen. Als dit laatste wel het geval is, ga dan vooral niet zelf aan de slag met supplementen, maar ga in gesprek met je dokter. Dat geldt ook als je andere medicijnen slikt. Gebruik dan deze blog om het gesprek met je dokter beter te voeren. Informed consent! De meeste dokters hebben namelijk niet zoveel kennis van voeding.

  1. Aanschaf bloeddrukmeter

Schaf een bloeddrukmeter aan met manchet en begin met het op vaste tijden in de ochtend en einde middag meten (en noteren) van je bloeddruk. Je weet de normen, dus zo moeilijk is dat niet. Als je bloeddrukverlagers slikt, blijf die dan voorlopig slikken.

  1. Begin met het innemen van zout, met name als je zoutarm eet

Ik zei het al eerder; natrium is GEEN oorzaak van hoge bloeddruk. Sterker nog; je hebt kunnen lezen dat renine actief wordt als het zoutgehalte afneemt. Dus hoe ironisch: te weinig zout activeert renine en dat zorgt ervoor dat je bloeddruk toeneemt. Denk dan ook nog eens aan dat zout, vóór de uitvinding van de koelkast, hèt conserveringsmiddel bij uitstek was om voeding voor bederf te bewaren en je snapt werkelijk niet waar het Voedingscentrum deze onzin blijft herhalen. In 1988 zei Dummond Rennie van het wetenschappelijke tijdstip JAMA al ‘…dat de autoriteiten die de eet-minder-zout-boodschap doordrukten zich verbinden aan een opdracht voor zout-educatie (voorlichting zouden wij het noemen; BM) die de wetenschappelijke feiten ver te buiten gaat.’ Kortom; eet je zoutarm of zelfs zoutvrij voor je hoge bloeddruk, dan kun je weleens last hebben van hoge bloeddruk door een tekort aan zout. Denk aan de reden waarom renine wordt geactiveerd: te weinig zout! Ik zou je zoutinname stapsgewijs gaan verhogen, zonder daarin door te slaan. Terzijde: zout is ook cruciaal voor de aanmaak van maagzuur.

  1. Start met het innemen van ‘beroofde supplementen’

Het meest voor de hand liggend is het innemen van die nutriënten waarvan de medicatie je heeft beroofd en die een cruciale rol spelen in het reguleren van je bloeddruk. Dat zijn Q10, vitamine B-complex, kalium en magnesium. Let er bij magnesium op dat je de goede (gecheleerde) vorm inneemt. De slechte vormen van magnesium zijn: magnesiumoxide en magnesiumsulfaat (beiden alleen te gebruiken als laxeermiddel), magnesiumglutamaat en -aspartaat. Probeer die dus niet uit. Natrium haal je uit je (hernieuwde) zoutinname. Eventueel kun je ook een elektrolytencomplex (macromineralen) slikken waar ze allemaal inzitten. Blijf intussen je bloeddruk meten.

  1. Zorg voor voldoende vitamines en mineralen

Het hangt een beetje van je leeftijd af en de lengte van de periode waarin je bloeddrukverlagers hebt geslikt. Ben je ouder (> 50 jaar) en zit je allang aan de bloeddrukmedicatie, dan is het wijzer om losse vitamines (hoger gedoseerd) te slikken en een mineralencomplex met micromineralen. Bij vitamines heb ik het dan over vitamine C, D (minimaal 20.000 IE per dag) en (in onderstaand geval) E en K2. Als je wat jonger bent, slik dan gewoon een multivitamine.

  1. Slik bij actuele vaatproblemen aparte vitamines

Vitamine E is een zegen voor je aderen, met name als die vervuild zijn met plaque. Daarnaast helpt vitamine E om je bloed in de juiste dikte te houden en stolsels te voorkomen. Ik heb er een aparte blog over geschreven (zie in het menu onder ‘Blogs’). En de samenvatting is: iedereen met slechte aderen, een historie of verwachting op infarcten zou direct moeten beginnen met het slikken van vitamine E. Ongeveer dezelfde werking wordt toegeschreven aan vitamine K2, een vitamine die je lichaam ook zelf kan aanmaken, mits je voldoende K binnenkrijgt en je darmflora nog intact is. Vitamine K2 reduceert calciumafzettingen in je aderen. En tenslotte het ondergeschoven kindje: vitamine A (wel de echte graag). Vitamine A is een zegen voor het herstel van je vaatendotheel en eigenlijk alles waar een slijmlaagje of een laagje van één cel je organen bedekt.

  1. Pas je leefstijl aan

Misschien had ik er mee moeten beginnen, maar ik weet hoe lastig dat soms is. Zeker voor mensen die worstelen met verslavingen (roken, alcohol, eten) en overgewicht. Begin dan eerst met de ‘quick wins’: makkelijk te zetten kleine stapjes. Even naar de winkel of brievenbus lopen of fietsen, meer tijd nemen om te ontspannen, betere voeding te kopen (krijg je ook een goed gevoel van), enzovoorts. En afvallen dan? Daar gaat deze blog niet over, maar ik zal je kort een hint geven: ga vet eten (ook verzadigde) en gebruik zo min mogelijk koolhydraten (suikers en zetmeel). Door vet te eten blijf je langer verzadigd en heb je dus minder snel trek in eten. En suikers maken je moe en worden omgezet in lichaamsvet. Dus onthoud: high fat; low carbs. Verder kun je nog knoflook eten; de natuurlijke ACE-remmer en verhoger van stikstofoxide. Hetzelfde geldt voor bleekselderij(sap). Vier stengels verlagen je bloeddruk en verminderen de hoeveelheid adrenaline. Niet onbelangrijk; je slaapt er ook nog beter van.

  1. Bouw je medicijnen af

Na verloop van tijd moeten de aanpassingen in voedingsstoffen en leefstijl hun vruchten gaan afwerpen. Dat moet je gaan zien aan je bloeddrukmetingen. Vanaf dat moment kun je langzaamaan je medicatie gaan afbouwen. Blijf je bloeddruk monitoren! Als je ziet dat die daardoor ‘ineens’ weer stijgt, ben je óf te vroeg aan het afbouwen óf er is iets anders aan de hand (secundaire hypertensie).

Het afbouwen van je medicatie is een grote gezondheidswinst en heeft ook allerlei positieve effecten op je algehele conditie en welzijn. Neem echter geen risico’s op eigen houtje, want een hoge bloeddruk blijft gevaarlijk. Slik je medicatie of heb je al diverse gezondheidsproblemen, ga dan in gesprek met je dokter. En tenslotte; als het niet lukt om je medicatie af te bouwen, zorg dan in ieder geval dat je lichaam over voldoende nutriënten beschikt door het slikken van supplementen in een preventieve dosis.

Disclaimer

Medische informatie wordt alleen verstrekt als informatiebron en mag niet worden gebruikt of vertrouwd voor diagnostische of behandelingsdoeleinden. De informatie is niet bedoeld als patiëntenvoorlichting, creëert geen relatie tussen patiënt en orthomoleculair adviseur en mag niet worden gebruikt als vervanging voor professionele diagnose en behandeling. Raadpleeg uw zorgverlener voordat u beslissingen over uw gezondheid neemt of voor advies over een specifieke medische aandoening. INNR B.V. is niet aansprakelijk voor enige schade, verlies, letsel of aansprakelijkheid op welke manier dan ook geleden als gevolg van uw vertrouwen op de informatie uit dit document.

 

 

[1] https://jamanetwork.com/journals/jama/fullarticle/899663?resultClick=1

Terug naar blog