Je zult het maar hebben: onvruchtbaarheid
Mannen hebben zo hun eigen ‘probleempjes’. En zeker als het gaat over deze onderwerpen, zullen de meesten een bezoek aan de (vrouwelijke) arts liever vermijden of lang uitstellen. Begrijpelijk, want het roept bij menige man schaamtegevoelens op. Natuurlijk niet terecht, maar zo voelt het nu eenmaal. Daarom is een blog over mannenproblemen misschien wel een heel veilige en handige manier om dit te bespreekbaar te maken. Aangezien dit teveel materie is voor één blog, verdeel ik het onderwerp over twee kleinere blogs, te weten:
Blog 1: mannelijke (on)vruchtbaarheid;
Blog 2: prostaatproblemen.
Deze blog gaat alleen over mannelijke onvruchtbaarheid. Ik heb me laten vertellen dat bij echtparen met vruchtbaarheidsproblemen dit voor 40% komt door oorzaken aan de zijde van de man, voor 40% door oorzaken aan de zijde van de vrouw en voor 20% door oorzaken bij beide partners. En deze problematiek treft één op de zeven echtparen (15%); een onderschat probleem dat ook nog eens moeilijk bespreekbaar kan zijn. Onvruchtbaarheid kan een forse aanslag doen op een relatie. Als een man onvruchtbaar is, leidt dat niet zelden tot gevoelens van falen, frustratie en gevoelens van minderwaardigheid. In die zin werkt een onderzoek in het ziekenhuis op een bepaalde manier ook stigmatiserend. ‘Het ligt aan uw man’ of: ‘Het ligt aan uw vrouw’. Begrijpelijke uitdrukkingen met een rauw randje die hard kunnen aankomen. Laten we vooral ook de (stilzwijgende) reacties van de omgeving niet vergeten. Die weet er meestal niet goed raad mee. Er wel naar vragen? Of juist niet? Zou het een bewuste keuze zijn? Allemaal heel ingewikkeld. Het niet vervuld zien van een kinderwens kan echter voor menigeen een groot (verborgen) kruis zijn. Sowieso zou ik je de raad willen geven om het in je veilige omgeving bespreekbaar te maken als je daaraan toe bent; dat helpt enorm voor jezelf en je omgeving. Deze blog over mannelijke (on)vruchtbaarheid verdeel ik in vijf deelvragen:
- Wat is mannelijke onvruchtbaarheid?
- Hoe werkt mannelijke vruchtbaarheid in een gezond lichaam?
- Waardoor kan de mannelijke vruchtbaarheid tekortschieten?
- Wat is de reguliere aanpak door artsen?
- Wat is de orthomoleculaire aanpak?
Wil je eigenlijk alleen maar weten wat je eraan kunt doen met supplementen? Scrol dan gelijk naar de laatste alinea.
1. Wat is mannelijke onvruchtbaarheid?
Er is sprake van verminderde vruchtbaarheid wanneer een man en vrouw één jaar of langer geslachtsgemeenschap hebben gehad zonder voorbehoedsmiddelen en er geen zwangerschap is ontstaan. Dat is de formele definitie. Er is dus een gradueel verschil tussen verminderd vruchtbaar en onvruchtbaar. Het eerste noemen ze subfertiliteit en het laatste infertiliteit. En het tegenovergestelde is vruchtbaarheid of fertiliteit. In het vervolg van deze blog zal ik omwille van de leesbaarheid het woord ‘onvruchtbaar’ gebruiken, alhoewel dit geen recht doet aan de nuance in de werkelijkheid.
Bij mannen heeft onvruchtbaarheid te maken met drie dingen:
1. Anatomische of genetische gebreken, al dan niet aangeboren;
2. Problemen met het hormoonstelsel;
3. Problemen met de spermakwaliteit.
Voor het eerste is een lichamelijk onderzoek nodig en kan er desgewenst ingezet worden op chirurgische ingrepen. Heb je bijvoorbeeld helemaal geen zaadcellen, dan noemt men dit azoöspermie. Dit is meestal aangeboren of heeft anatomische oorzaken en valt buiten het bestek van deze blog. Dus nu verder over problemen met hormonen en spermakwaliteit.
Testosteron is het hormoon dat verantwoordelijk is voor de aanmaak van voldoende zaadcellen. Heb je dus verstoringen in je hormoonhuishouding, dan is het resultaat dat je te weinig testosteron aanmaakt en derhalve te weinig zaadcellen produceert. In die aanmaak en omzetting kan veel fout gaan, waarover later meer. Afwijkende testosteronniveaus kunnen dus een oorzaak zijn dat je als man onvruchtbaar bent. Want het gevolg is te weinig goede zaadcellen. En wat is dan te weinig? De hoeveelheid zaadcellen die je nodig hebt om (menselijkerwijs) een zwangerschap te kunnen realiseren, moet ongeveer boven de 40 miljoen per milliliter sperma liggen. De ondergrens ligt ongeveer bij 15 miljoen zaadcellen per milliliter. Daalt de waarde daaronder, dan is er sprake van oligozoöspermie; een verminderde hoeveelheid zaadcellen. Daarnaast kunnen we ook kijken naar de beweeglijkheid van zaadcellen (asthenozoöspermie). Als zaadcellen slecht bewegen, heeft dit invloed op het bereiken van de eicel. De zaadcellen kunnen dan minder goed door het baarmoederslijmvlies dringen en bij de eicel komen. Bij een normale vruchtbaarheid zwemt de helft van de zaadcellen vooruit. En tenslotte hebben we nog de hoeveelheid geproduceerd sperma; het volume. De vruchtbaarheid van een man wordt berekend met de volgende formule: concentratie per ml x volume in ml x % beweeglijkheid = totaal aantal beweeglijke zaadcellen. Enige terughoudendheid is wel op zijn plaats bij deze berekening.
2. Hoe werkt mannelijke vruchtbaarheid in een gezond lichaam?
Laat ik eerst even kort uitleggen hoe de vorming van zaadcellen plaatsvindt. Onder invloed van hormonen uit de hypothalamus en uiteindelijk de testikels worden de zaadcellen gevormd in de testikels en uitgerijpt en opgeslagen in de bijballen.
De stimulans tot het aanmaken van testosteron komt vanuit de hersenen. Door het autonome zenuwstelsel wordt de hypothalamus gestimuleerd om het hormoon GnRH aan te maken. Dat hormoon werkt weer door op de hypofyse om de hormonen LH en FSH te maken. Die komen via het bloed bij de testikels terecht en stimuleren daar tot het aanmaken van testosteron dat vervolgens de proces van zaadcelvorming stimuleert. Deze vorming kan trouwens alleen maar plaatsvinden als de testikels lager van temperatuur zijn dan de lichaamstemperatuur. Daarom bevinden zij zich buiten het lichaam en kunnen afhankelijk van de temperatuur dichter naar het lichaam worden getrokken of er verder vandaan worden gehouden. Weer een lesje verwondering!
In elke testikel ligt ongeveer een halve kilometer (!) aan gekronkelde buisjes: de zogenaamde zaadkanaaltjes of ‘tubuli seminiferi’. In de wand ervan vindt de productie van zaadcellen (spermatozoïden) plaats. Onder invloed van testosteron vindt het proces van zaadcelvorming plaats in de zogenaamde cellen van Leydig. Hoe precies? Dat is onbekend! De vorming van nieuwe zaadcellen in de testikels duurt ruim twee maanden. De geproduceerde zaadcellen schuiven langzaam door naar de bijbal. Deze bijbal zit deels om de testikel heen en is wat weker van structuur dan de testikel zelf. In de bijbal zitten enkele zeer lange (5 meter!) en gekronkelde buisjes waar de zaadcellen langzaam doorheen opschuiven en uitrijpen. De bijbal is dus te beschouwen als een voorraadkamer en uitrijpingskamer voor geproduceerde zaadcellen. De uitrijping neemt zo’n drie weken in beslag. Totaal is het lichaam dus een kleine drie maanden bezig om rijpe zaadcellen te maken.
In de bijballen blijven de zaadcellen liggen tot ze bij een zaadlozing via de zaadleiders, langs de zaadblaasjes en door de prostaat en plasbuis naar buiten worden gedreven. Vlak voor de prostaat worden de zaadcellen van extra vocht voorzien vanuit de twee zaadblaasjes. Ook de prostaat zelf voegt een bepaald vocht toe aan het mengsel van zaadcellen en vloeistof, dat nu ‘semen’ (= sperma) wordt genoemd. Dat vocht uit de zaadblaasjes én prostaat heeft meerdere functies. Zo draagt het bij aan extra voeding voor de zaadcellen, neutraliseert het het enigszins zure vaginavocht en maakt het passage van het slijm in de baarmoederhals mogelijk. De helft van het semen bestaat uit dit vocht, dat dus cruciaal is voor een mogelijke bevruchting. Het kan dus zo zijn dat je wel voldoende zaadcellen produceert, maar dat de hoeveelheid vocht uit de prostaat erg weinig is, zodat je zaadcellen de nodige ‘voorwaarden’ ontberen om een eicel te bereiken. Dit kan je wellicht een beetje afleiden uit de viscositeit van het semen. Dik semen kan duiden op een gebrekkige functie van zaadblaasjes en prostaat. Dun semen eerder op te weinig zaadcellen. Een normale hoeveelheid semen heeft een omvang van 1,5 tot 5 milliliter; dus maximaal ongeveer één theelepel. En slechts 5% daarvan bestaat uit zaadcellen.
3. Waardoor kan de mannelijke vruchtbaarheid tekort schieten?
Wellicht gaat het je verbazen; het aantal zaadcellen is vanaf 1973 tot 2011 gedaald met meer dan 60%![1] Het aantal zaadcellen per milliliter daalde van 101 miljoen naar 49 miljoen. En de spermaconcentratie ging van 335 miljoen naar 126 miljoen; dit laatste getal zegt iets over de verhouding tussen zaadcellen en prostaatvocht. Dit onderzoek is nog eens dunnetjes overgedaan tussen 2000 en 2018 met ongeveer dezelfde uitkomst. Dus als je je nu schuldig of minderwaardig voelt, is dit wel een argument dat je daar wellicht niet (helemaal) zelf verantwoordelijk voor bent. Het is behoorlijk mysterieus waarom dit aantal zo hard gedaald is, maar er zijn wel een aantal aanwijsbare oorzaken die wellicht een deel van die daling kunnen verklaren. Deze factoren hebben effect op de hoeveelheid testosteron en derhalve op het verminderen van het aantal en de beweeglijkheid van zaadcellen. Over welke factoren ik het dan heb?
Gebrek aan zink
Van alle weefsels die je hebt, bevat de prostaat de meeste zink. Maar een tekort aan zink kan ook leiden tot hypogonadisme. Dat is een aandoening waarbij de teelballen te weinig van het mannelijk geslachtshormoon testosteron maken. Er kan sprake zijn van primair of secundair hypogonadisme. Bij primair hypogonadisme is er sprake van anatomische afwijkingen. Bij secundair hypogonadisme is er sprake van een gebrekkige hormonale aansturing vanuit de hersenen waardoor de teelballen te weinig testosteron produceren. Fysiek is hypogonadisme te herkennen aan kleinere teelballen en dus minder zaadcellen. Om testosteron aan te maken, heb je cholesterol en zink nodig. Sperma is zelf ook rijk aan zink, dus zink kan je wel een wezenlijk nutriënt noemen voor vruchtbaarheid. Zink heeft ook een rol in je prostaat. Als je een vergrote prostaat hebt, kun je hoge niveaus hebben van dihydrotestosteron (DHT of androstanolon). DHT is de krachtigere versie van testosteron en wordt met behulp van het enzym 5-alfa-reductase omgezet uit de voorloper testosteron. Het heeft een sterke androgene (mannelijke eigenschappen gevende) werking. Zink blokkeert de werking van het enzym dat testosteron omzet in DHT. Tenslotte heeft zink ook een functie in het genereren van meer prostaatvloeistof. Je prostaat produceert citraat dat zich vervolgens aan zink bindt. Door een gebrek aan zink in je lichaam krijgt je prostaat gen signaal om meer citraat te maken en daardoor neemt de hoeveelheid prostaatvloeistof af. Zodoende is zink erg belangrijk voor een gezonde prostaat, testosteronniveaus en spermakwaliteit. Veel mensen hebben een tekort aan zink, omdat ze zelden iets uit de zee eten. En dan heb ik het niet over kibbeling, maar over schaal- en schelpdieren.
Gebrek aan cholesterol
Cholesterol is de grondstof voor steroïde hormonen waar testosteron er één van is. Het gebruik van cholesterolverlagers (statines) of een vetarm menu op jonge leeftijd leidt vrijwel zeker tot afnemende vruchtbaarheid. Als je de vorming van cholesterol in de lever ‘blokt’ met statines, frustreer je dus ook de vorming van testosteron en daarmee de zaadproductie. Maar je kunt ook een tekort aan cholesterol hebben doordat je veel te weinig vet eet. Ik heb er al vaker over geschreven: vet is goed voor je! En ook verzadigd vet. Het vetarme eten, het vervangen van harde vetten voor vloeibare en de wetenschappelijke onzin dat cholesterol hartinfarcten veroorzaakt, maakt menigeen angstig voor vet en veroorzaakt juist een epidemie aan hart- en vaatziekten. Het slikken van statines op jonge leeftijd is sowieso zeer onverantwoord. Terzijde: weet je hoe het echt zit met die statines? Er wordt je verteld dat het risico (!) op een hartinfarct door het slikken van statines met 35% daalt. Indrukwekkend, toch? Maar niet als je weet dat het absolute risico 2,3% is en als je statines slikt 1,5%. Het verschil tussen deze twee cijfers is die 35%. Ik weet inmiddels zoveel over cholesterol, dat ik me niet kan voorstellen dat een huisarts nog statines voorschrijft aan mensen met een verhoogd cholesterol, zonder dat zij diabetes hebben of een hartinfarct hebben gehad.
Beginnende insulineresistentie
Waarschijnlijk is dit de belangrijkste factor, want op dit punt is wel erg veel veranderd in de afgelopen decennia. We worden dagelijks overladen met suikers en koolhydraten (al dan niet verborgen), waaronder junkfood en energydrinks. Hoge niveaus van insuline, direct veroorzaakt door overmatige koolhydraatinname, veroorzaken een daling in je testosteronniveaus.[2] En niet alleen dat! Ook prostaatgroei komt door een teveel aan insuline! Hier is ook een samenhang met het volgende punt, alhoewel iedereen met beginnende insulineresistentie (= prediabetes) niet eens overgewicht hoeft te hebben. Je kunt zelfs slank zijn en toch metabolisch zeer ongezond.
Overgewicht
In samenhang met het vorige punt noem ik overgewicht. Hoe zwaarder iemand is, hoe meer oestrogeen hij gaat aanmaken, want lichaamsvet verandert met behulp van het enzym aromatase testosteron in oestrogeen. De verhouding testosteron versus oestrogeen kan je visueel maken met een weegschaal. Hoe meer oestrogeen, hoe minder testosteron. En andersom. Als een man dus teveel oestrogeen heeft, verlaagt dat de hoeveelheid testosteron en het aantal zaadcellen. Simpel gesteld: hoe dikker je buik op jonge leeftijd, hoe slechter het gesteld zal zijn met je vruchtbaarheid. Want een dikke buik werkt als oestrogeen. En je weet het inmiddels: vet uit eten wordt geen lichaamsvet; dat komt door teveel suiker, zetmeel en eiwitten (en alcohol). Hou die twee betekenissen van ‘vet’ dus goed uit elkaar. Teveel lichaamsvet gaat niet helpen; vet uit voeding wel. Oestrogenen treffen we helaas ook aan in dierlijke voeding, zoals vlees en eieren, omdat die niet vrij van hormonen zijn gevoerd. Dus ook daarvoor geldt: als je het je kunt veroorloven, koop biologisch vlees van gras-gevoerde dieren. Een simpele methode is om je buikomvang ter hoogte van je navel op te meten in centimeters, je heupomvang te meten in centimeters en het eerste getal te delen door het tweede. Als de uitkomst meer dan 0,9 is, dan heb je als man een onderdeel van het probleem te pakken. Voorbeeld: omvang buik 120 cm. Omvang heup: 100 cm. Ratio = 1,2. De onderliggende conclusie is dat je heupomvang idealiter altijd groter moet zijn dan je buikomvang. Bij vrouwen is de maximale ratio overigens 0,8. Het gaat er dus uiteindelijk niet om hoe zwaar je weegt, maar hoe je lichaam onderling in verhouding is. Met andere woorden; hoe is het lichaamsvet verdeeld.
Alcohol en roken
Beiden verlagen de hoeveelheid zaadcellen drastisch. Bij alcohol zit er ook een link naar leverschade. Hoe slechter je lever werkt, hoe meer oestrogeen je gaat maken. Bij roken is er een causaal verband tussen de vorming van vrije radicalen en schade aan de spermacellen waardoor ze hun beweeglijkheid verliezen.
Schildklier
Er is een relatie tussen je schildklierfunctie en je testosteronlevels. Laat dus als man je schildklierlevels controleren bij de huisarts (naast je testosteronlevels). Hetzelfde betoog geldt voor je prolactinelevels. Prolactine is een hormoon dat door je hypofyse wordt afgescheiden en leidt tot borstgroei en melkafscheiding uit de tepels bij mannen. Ook kun je last hebben van hoofdpijn of problemen met je zicht. Daarnaast heeft tweederde van de mannen met een verhoogd prolactinegehalte minder behoefte aan gemeenschap. Laat die spiegels dus even controleren bij de huisarts, voorzover ze dit nog niet voor je gedaan hebben.
Medicijngebruik
Ik heb het al over statines gehad. Vlak daarentegen ook bloeddrukverlagers niet uit of medicijnen bij diabetes. In mijn medisch handboek wordt een indrukwekkende lijst van medicijnen genoemd die effect hebben op je sperma(kwaliteit). Ik zal de belangrijkste noemen: androgenen (synthetische testosteron), acetylsalicylzuur (aspirine), maagzuurremmers (cimetidine), colchicine (bij jicht), corticosteroïden (in tal van zalfjes en pillen), co-trimoxazol (soort antibioticum), methotrexaat (immuunsuppressivum), MAO-remmers (anti-depressiva), nitrofurantoïne (antibioticum), opioïden (pijnstillers), spironolacton (plastablet) en sulfasalazine (bij reumatoïde artritis of de ziekte van Crohn). Moet je deze medicijnen chronisch slikken, wees je dan bewust van het effect op je vruchtbaarheid.
Behoudens je medicijngebruik hebben bovengenoemde oorzaken direct te maken met je leefstijl en voeding. En dan zijn er nog een aantal moeilijker te beïnvloeden factoren zoals het eten van genetisch gemodificeerde voeding die meestal ‘behandeld’ zijn met chemische stoffen. Het is ondoenlijk om te achterhalen of iets al dan niet genetisch gemodificeerd is. Met weemoed kan je nog terugdenken aan een tijd dat we allemaal uit ons eigen tuintje aten…Mits niet vervuild met PFAS.
Glyfosaat
In dit verband wordt ook glyfosaat genoemd, beter bekend als Roundup. Recent is het (gewenste) verbod op deze onkruidbestrijder weer in het nieuws geweest; een verbod heeft het niet gehaald[3]. Onderzoek heeft uitgewezen dat er een verband bestaat tussen het gebruik van dit middel en onvruchtbaarheid[4]. Heb je een beroep waarin je veel in contact komt met chemicaliën, dan is het oppassen geblazen, want sommige chemicaliën kunnen oestrogeen nabootsen. Het worden hormoon-ontregelaars genoemd. Denk hierbij aan allerlei bestrijdingsmiddelen in de landbouw, de veeteelt en kwekerijen: insecticiden, pesticiden, antischimmelmiddelen en dergelijke. Dat geldt dus ook voor het consumeren van deze producten. Dus als je het kan betalen, is het slimmer om biologisch-dynamische groenten te kopen.
Ftalaten
Dit zijn kleur- en geurloze chemische stoffen die onder andere worden gebruikt voor het maken van inkt, lijm en parfum, maar vooral als weekmakers in allerlei vormen van plastic. En die weekmakers vinden we terug in allerlei plastic containers (melk), flessen (water) en magnetronverpakkingen, meestal in de vorm van bisfenol A. Deze stofjes hopen zich op in je lichaam en hebben invloed op het verlagen van het aantal zaadcellen en testosteron omdat ze je androgeenreceptoren blokkeren. Er is een directe correlatie gevonden tussen hogere niveaus van bisfenol A en lagere testosteronniveaus. Hierdoor wordt de werking van testosteron tegengegaan. Simpel gezegd: mannen eten en drinken alleen uit glas, keramiek of roestvrij staal, speciaal als ze worstelen met onvruchtbaarheid. In ieder geval geen warme dranken of voeding in kunststoffen…Dat werkt als oestrogeen (= xeno-oestrogenen). Ga er maar eens op ‘googelen’.
Alle bovenstaande factoren hebben dus effect op de hoeveelheid testosteron. Niet alle factoren hoeven bij jou een rol te spelen. Zo ken ik ook mannen die worstelen met verminderde vruchtbaarheid die geen last hebben van overgewicht en niet roken of alcohol gebruiken.
Als je het lastig vindt om bij jezelf vast te stellen of je mogelijk een te laag testosteronniveau hebt, helpt wellicht een opsomming van symptomen:
- Laag libido;
- Weinig energie;
- Erectiestoornissen;
- Kleine testikels;
- Slechte concentratie;
- Weinig spiermassa (of het verliezen ervan);
- Haarverlies, niet alleen op je hoofd maar ook op je onderbenen;
- Borstvorming op jongere leeftijd als gevolg van teveel oestrogeen of insuline;
- Hogere stem;
- Gebrekkige baardgroei in het gezicht.
Is een laag testosterongehalte alleen relevant voor vruchtbaarheid? Nee! Het is zelfs een risicofactor voor hart- en vaatziekten, diabetes, hoge bloeddruk, metabool syndroom en osteoporose. Dus er is wel veel voor te zeggen om hier goed aandacht aan te besteden. Dan bereik je niet alleen gezondheidswinst voor vruchtbaarheidskwesties. Laat bij het uitblijven van een zwangerschap je testosteronlevels eens controleren.
4. Wat is de reguliere aanpak door artsen?
Voor een klein deel is onvruchtbaarheid te wijten aan aangeboren of verworven afwijkingen. Denk hierbij aan tumoren in de testikels, enzovoorts. Daarvoor is een lichamelijk onderzoek nodig. Eén anatomische oorzaak wil ik nog wel even specifiek noemen: varicocèle. Dat is een spatader in de balzak en meestal aan de linkerkant. Het gevolg daarvan is dat de temperatuur in het scrotum stijgt en dat heeft direct gevolgen voor het aantal spermacellen dat geproduceerd wordt en kan dus leiden tot een verminderde vruchtbaarheid. Zijn deze redenen uitgesloten, dan is de volgende stap een onderzoek naar de spermakwaliteit en hormoonproductie.
Mocht er iets mis zijn met de spermakwaliteit, dan komen we al snel terecht op het domein van kunstmatige inseminatie. Dan heb ik het over IVF of reageerbuisbevruchting of ICSI (het inbrengen van één zaadcel in één eicel). Meestal heeft er dan ook al een behandeling met gonadotrofinen bij de vrouw plaatsgevonden, omdat aan voldoende rijpe eicellen te komen. En die behandelingen roepen voor menigeen ethische vragen op. Hoe ver mag je (technisch) gaan om je kinderwens in vervulling te laten gaan? Maar niet alleen ethische. Onderschat de stress niet die bij dit soort behandelingen ontstaat. Wel gelukt? Niet gelukt?
Mocht er iets mis zijn met de vorming van de hormonen of de aansturing ervan vanuit de hersenen, dan start men vaak met het geven van bio-identieke hormonen. Het geven van bio-identieke hormonen leidt echter tot inactieve teelballen en bijnieren; iets wat je precies niet moet doen en waardoor je het probleem nog erger maakt.
Eigenlijk is de conclusie dat bij de meeste echtparen die naar een vruchtbaarheidsarts gaan, er niets gevonden wordt. Onverklaarbare onvruchtbaarheid. En als je geen aanwijsbare oorzaken vindt, waarom ga je iemand dan toch behandelen met kunstmatige hormonen? Ik kan er met mijn verstand niet bij. Daar komt nog bij dat reguliere artsen alleen naar medische tekortkomingen kijken en de dieperliggende mogelijke oorzaken (dus buiten de domeinen anatomische gebreken-hormonale gebreken-spermagebreken) niet stellen. Want die is namelijk bij iedereen anders.
5. Wat is de orthomoleculaire aanpak?
Mannelijke (on)vruchtbaarheid heeft dus veel te maken met testosteron. De piek in je testosteronlevel bereik je op 18-jarige leeftijd en na je 30e levensjaar neemt de hoeveelheid testosteron langzaam maar gestaag af met 1 tot 2% per jaar. Terzijde: zou er dan toch een biologische reden zijn om niet te ‘wachten’ met kinderen verwekken als je gezond bent? Het lijkt er wel op. En dat geldt nog sterker bij vrouwen. Wat zijn de manieren om het testosteron te verhogen?
Pas je menu aan
Er is een hardnekkig misverstand dat je veel proteïne (eiwitten) nodig hebt om testosteron te maken. Dat klopt niet. Overdreven inname van eiwitten (mede door die sportdranken en eiwitpoeders) maken het probleem alleen maar groter. Doe normaal met je eiwitinname. Want een overdreven hoeveelheid eiwitinname maakt je moe doordat dit voor ongeveer de helft wordt omgezet in glucose. Glucose leidt vervolgens tot een hogere insulinebehoefte en -spiegel. En dan zijn we weer terug bij af; insuline leidt tot een lager testosteronniveau. Beter is om je insuline binnen de perken te houden, zeker in het geval van overgewicht, door de hoeveelheid koolhydraten (suikers en zetmeel) drastisch te reduceren of zelfs helemaal te verbannen uit je dieet, een beetje afhankelijk of je ‘een buikje of borstvorming’ hebt of niet. En er is ook een verband tussen groeihormoon, cortisol en insuline, maar dat wordt wel erg ingewikkeld om uit te leggen. De samenvatting is dat hoe hoger je insulineniveaus, hoe lager je testosteron en spiermassa. Vermijd ook sojaproducten en eet zoveel mogelijk voeding dat gevrijwaard is van het gebruik van pesticiden. Simpel verwoord: ga gezond eten. Overdrijf niet; magere mensen zijn verminderd vruchtbaar. Kennelijk ziet de natuur een mager lichaam als ‘niet geschikt’ voor het baren van nakomelingen, met name bij vrouwen.
Stimuleer je cholesterol
In samenhang met het vorige punt: ga vooral je cholesterolniveaus niet verlagen door vetarm te eten of statines te slikken. Cholesterol is de grondstof voor testosteron, dus zorg dat je vetrijk eet. En dan met name verzadigde vetten (die vast zijn op kamertemperatuur) en omega-3-vetzuren. Vermijd de plantaardige oliën, want daar krijg je meestal al veel te veel van binnen. En ben je vegetariër of veganist; met alle respect voor je keuze is de ‘prijs’ die je soms voor die leefstijl moet betalen, waarschijnlijk onvruchtbaarheid. Misschien een reden om je keuze nog eens (tijdelijk) te heroverwegen. Mocht je cholesterol niet stijgen bij een vetrijk dieet, dan is er iets mis met je lever.
Ga bewegen en ‘ontstressen’
Ga een beetje bewegen! Ook al denk je dat je met je werk genoeg beweegt, het gaat om bewegen om te ontspannen. En dat is iets wezenlijks anders dan werken (in bijvoorbeeld de bouw). Gewoon wandelen. Of een beetje sporten. Tot de grens dat je gaat zweten. Het meest effectief is een vorm van hoog intensieve beweging in 90 seconden, afgewisseld met een rustmoment van 90 seconden. En dat drie kwartier lang. Sporten zorgt ook voor een verlaging van je cortisol. En cortisol, het hormoon dat je gaat aanmaken bij stress, heeft een negatief effect op je vruchtbaarheid. En niet alleen daarop, trouwens. Overdreven sporten werkt trouwens contraproductief op je vruchtbaarheid. Dus ga vooral geen marathons lopen of elke dag enorme sportprestaties neerzetten.
Verhoog je groeihormoon
Onderschat ook het effect van groeihormoon niet op je vruchtbaarheid. Er is een hormonale as in je lichaam met de naam GHRH (Growing Hormone Releasing Hormone). Die as wordt eveneens vanuit je hypothamalus en hypofyse aangestuurd. Er is echter niet veel bekend over de exacte werking van deze as. Wat we wel weten is dat waar groeihormoon is, ook testosteron is (bij mannen). Eiwitten stimuleren de aanmaak van groeihormoon, mits ze niet in absurde hoeveelheden worden ingenomen (zoals in sportvoeding en eiwitshakes). Hetzelfde geldt voor leefstijl-interventies als sportief bewegen, goed slapen en het eten van kruisbloedige groenten als boerenkool, broccoli, spruitjes en dergelijke. Deze groenten remmen de vorming van oestrogenen en stimuleren groeihormoon. Tenslotte kunnen ook aminozuren, vitamine B3 en D je hoeveelheid groeihormoon verhogen.
Ga langer slapen
Een gezonde slaap is cruciaal voor je testosteronlevels. Ieder uur dat je minder slaapt, dalen je levels met zes punten. Daarnaast krijg je in je diepe slaap een enorme hoeveelheid groeihormoon tot je beschikking. En dat helpt weer bij testosteronvorming.
Vermijd sauna’s
Vermijd sauna’s en hottubs als je je vruchtbaarheid niet negatief wilt beïnvloeden. Het blootstellen van testikels aan (extreme) hitte laat het aantal zaadcellen drastisch dalen. Dat geldt dus ook voor andere gewoonten die hitte veroorzaken, zoals het dragen van strakke broeken en het werken met mobieltjes en laptops op je schoot.
Gebruik supplementen
Welke supplementen kunnen helpen om je vruchtbaarheid te vergroten? Ik beschrijf ze in volgorde van belangrijkheid, maar wel met een belangrijke kanttekening. Gebruik alleen natuurlijke vitamines en laat je adviseren (!) over doseringen. Menigeen is teleurgesteld afgehaakt omdat óf de dosering veel te laag was óf ze synthetische vitamines hadden gebruikt.
Vitamine D
Het is bekend dat er een relatie is tussen lage vitamine D-niveaus en onvruchtbaarheid bij zowel mannen als vrouwen. Als ik het scherp formuleer: vitamine D niet op orde betekent geen vruchtbaarheid. De standaard behandeling bij onvruchtbaarheid zou altijd moeten beginnen met het op orde brengen van vitamine D in hogere doses. Want vitamine D als pro-hormoon helpt om je testosteronniveaus te verhogen. Overigens geldt dit ook voor vrouwen. Om vitamine D echt goed te begrijpen, moet je weten dat het een onbalans in je hormonen ‘repareert’. Dus stel dat je als man teveel oestrogeen hebt en te weinig testosteron, dan helpt vitamine D om deze hormonen in onderling evenwicht te brengen. Dat geldt trouwens ook voor groeihormoon. En waarschijnlijk heeft vitamine D ook effect op de productie van GnRH (gonadotropin-releasing hormoon) en LH (luteïniserend hormoon) die vervolgens weer tegen de testikels ‘zeggen’ dat ze testosteron moeten maken.
Vitamine E
Niet voor niets wordt vitamine E de ‘geboortevitamine’ genoemd. Ratten die werden opgefokt zonder vitamine E waren onvruchtbaar. Zodra men natuurlijke (!) vitamine E toevoegde aan hun dieet, werden er nakomelingen geboren. Daar komt ook de naam ‘tocoferol’ vandaan wat in het Grieks zoiets als het ‘baren van nakomelingen’ betekent. Welke rol vitamine E speelt in het ontstaan van (on)vruchtbaarheid, is niet bekend. Met andere woorden: men weet niet hoe vitamine E vruchtbaarheid bevordert of tegenhoudt. De rattenproef is echter wel een sterk bewijs voor de natuurlijke kracht van vitamine E. Let op dat je geen synthetische vitamine E koopt; dat is op zijn best alleen een antioxidant en op zijn slechtst schadelijk.
Vitamine A
De beste bron van vitamine A is lever(-traan). Wat is de relatie tussen vitamine A en vruchtbaarheid? Vitamine A heeft een belangrijke rol in het bekleden van je urinewegen met voldoende slijm. Daarnaast heeft elke endocriene klier vitamine A nodig om goed te functioneren. Dat geldt dus ook voor de testikels en de prostaat, waar slijm en vloeistof een belangrijke rol vervullen. Want zoals je hebt gelezen, is voldoende vocht uit de zaadblaasjes en prostaat noodzakelijk om op zich gezonde zaadcellen te laten doordringen in de barrières die zo’n zaadcel op de route naar een eicel tegenkomt. Vergeet ook de onmisbare rol niet om cholesterol om te zetten in geslachtshormonen, zowel bij vrouwen als bij mannen. Zonder vitamine A, geen geslachtshormonen vanuit cholesterol. Ben je (licht) obees, dan is het innemen van grotere hoeveelheden vetoplosbare vitamines sowieso een must, omdat die meer kans hebben zich ‘te verbergen’ in je vetcellen.
In samenhang met dit punt wil ik nog even benoemen hoe je de hoeveelheid sperma kunt vergroten, mocht je last hebben van te dik sperma.
Ga meer drinken
Als je te weinig drinkt (water), dan heb je ook een verlaagde hoeveelheid sperma. Of iets anders geformuleerd; je sperma is dan te dik en te geconcentreerd en dat komt een gewenste bevruchting niet ten goede. Koffie, alcohol moet je zien te vermijden, want die werken als een 'natuurlijke plastablet' waardoor je uitdroogt. Ook een interval van minimaal 48 uur tussen ejaculaties leidt tot meer volume aan sperma. Elke dag dat je wacht met ejaculeren, neemt het volume met 12% toe. Na vijf dagen stopt de toename. Nu is meer sperma geen doel op zich, maar je kunt je voorstellen dat te dik sperma niet helpt om zaadcellen in de buurt van de eicellen te krijgen. De kwaliteit van je zaadcellen verandert er niet door, maar de verbeterde samenstelling kan wel zorgen voor een verbetering in 'beweeglijkheid'.
Zink
Het zal je niet verbazen, als je het voorgaande hebt gelezen. Een gebrek aan zink leidt uiteindelijk tot onvruchtbaarheid. En waar zit de meest zink in? In oesters. Heb je ze ooit wel eens gegeten? Of andere dingen uit de zee? Alles wat uit zee komt (behoudens vis) bevat veel zink: mosselen, oesters, garnalen, zeewier (kelp), zeezout, enzovoorts. Zijn dit dingen die je zelden of nooit eet, denk dan eens aan suppletie van zink. De ideale dosering is 50-100 mg per dag. Let wel op de vorm, want sommige vormen van zink zijn niet of nauwelijks op te nemen door je lichaam. Waarom is zink zo belangrijk? Omdat het de omzetting van testosteron in DHT of oestrogeen tegenhoudt. Let wel op dat als je langdurig zink slikt, je een kopertekort kunt oplopen. Het zijn namelijk antagonisten.
Selenium
Het verhogen van de seleniumniveaus stimuleert de productie van een enzym met de naam glutathion-peroxidase; een krachtige lichaamseigen oxidant. Glutathion wordt wel de ‘moeder der antioxidanten’ genoemd. Dus hoe meer schade door vrije radicalen, hoe groter de behoefte aan glutathion en dus aan selenium. Selenium beschermt het sperma zelf ook tegen oxidatieve schade en zorgt daarmee voor sterkere en gezondere zaadcellen. Overdrijf de inname niet, want het blijft een sporenmineraal. De goedkoopste manier om aan selenium te komen, is het dagelijks eten van een rauwe paranoot. Of anders in een mineralensupplement.
Omega-3
Visolie of levertraan is de bron voor omega-3-vetzuren. Een tekort aan deze vetzuren komt heel vaak voor. Het gevolg is dat de celmembramen van de zaadcellen (en niet alleen van die) stijf worden waardoor de instroom van voedingsstoffen en uitstroom van schadelijke stoffen en afvalstoffen niet goed verloopt. En daarvan is weer het gevolg dat de zaadcellen van slechte kwaliteit zijn (morfologie).
Magnesium
Er zijn studies dat magnesium je testosteronlevel met ongeveer 5% verhoogt. Let wel op dat je de goede vormen van magnesium koopt. En dat is geen magnesiumoxide, want daarvan ga je alleen maar vaker naar het toilet.
Koreaanse rode ginseng
Dit verbetert niet alleen je hoeveelheid testosteron, maar het verbetert ook de hoeveelheid energie. Het geeft je daarnaast een gevoel van kalmte, uithoudingsvermogen en vitaliteit. Het wordt al eeuwen gebruikt en is relatief veilig.
L-Arginine
Dit aminozuur speelt een belangrijke rol in de vorming van stikstofoxide. En dat stofje heeft weer effect op zowel het ontspannen van je vaten (ook nodig voor het kunnen krijgen van erecties) alsmede het verhogen van je testosteron. Er zijn studies dat L-Arginine bijdraagt aan het verhogen van je groeihormoon. Overdrijf de hoeveelheid echter niet.
Brandnetelwortel
Dit is een aromatase-remmer en zoals je weet zet dit enzym testosteron om in DHT of oestrogeen.
Geduld
Gelet op de duur van de aanmaak van zaadcellen kan je na aanpassing van je leefstijl en suppletie op zijn vroegst een verbetering van je spermakwaliteit verwachten vanaf de 74e dag tot en met de 120e dag. Gemiddeld moet je echter rekenen dat de effecten van een andere leefstijl en supplementen pas na 90 dagen effectief worden.
En tenslotte, wanhoop niet en laat onvruchtbaarheid niet je leven beheersen. Je menselijke waarde hangt niet af van het feit of je wel of geen kinderen hebt, maar dat je iemand bent. Het obsessief bezig zijn met een kinderwens, kan tot veel pijn, verdriet en frustratie leiden en dat lijkt me vooral veel relationele en psychologische schade opleveren. Tenslotte moet ik je ook nog meegeven dat ik in mijn nabije omgeving diverse wonderen op dit vlak heb zien gebeuren. In meerdere gevallen was volgens de medische wetenschap geen zwangerschap mogelijk. En toch is de wens vervuld. Dat geeft te denken!
Disclaimer
Medische informatie wordt alleen verstrekt als informatiebron en mag niet worden gebruikt of vertrouwd voor diagnostische of behandelingsdoeleinden. De informatie is niet bedoeld als patiëntenvoorlichting, creëert geen relatie tussen patiënt en orthomoleculair adviseur en mag niet worden gebruikt als vervanging voor professionele diagnose en behandeling. Raadpleeg uw zorgverlener voordat u beslissingen over uw gezondheid neemt of voor advies over een specifieke medische aandoening. INNR B.V. is niet aansprakelijk voor enige schade, verlies, letsel of aansprakelijkheid op welke manier dan ook geleden als gevolg van uw vertrouwen op de informatie uit dit document.
[1] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/28981654/
[2] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/28888863/
[3] https://nos.nl/artikel/2493593-nederland-stemt-niet-voor-of-tegen-omstreden-onkruidverdelger-glyfosaat