Aandoening: osteoporose (botontkalking)

Aandoening: osteoporose (botontkalking)

Je zult het maar hebben: osteoporose.

Volgens het Ministerie van VWS hadden in 2021 naar schatting 537.000 mensen osteoporose, waarvan 85% vrouw is. Van de 537.000 mensen met osteoporose zijn ‘slechts’ 135.000 mensen bekend bij huisartsen en in ziekenhuizen.[1] Het overgrote deel heeft geen klachten en is zich dus nergens van bewust. Tot de eerste botfractuur. Pas dan gaan mensen zich realiseren dat hun botten kennelijk kwetsbaarder waren dan ze wisten. Met name als we ‘op leeftijd’ zijn, is het oplopen van een botbreuk geen onschuldige kwestie meer. Vaak gaan die breuken of het operatief herstel ervan, gepaard met tal van complicaties. En dat leidt voor sommigen zelfs tot overlijden. Dus wegen artsen de risico’s van een ingreep af tegen niets doen. Want een hoge leeftijd helpt natuurlijk ook niet bij herstel van breuken. Voor menigeen betekent een val op oudere leeftijd dan ook een leven met zeer veel beperkingen. Alle reden om onze botten gezond te houden, zeker als we nog wat jonger zijn. Voorkomen is beter dan genezen. Dit document is als volgt opgebouwd:

  1. De samenstelling en bouw van ons botweefsel
  2. De veroudering van onze botten
  3. De diagnose van osteoporose
  4. De reguliere aanpak door artsen
  5. Kritiek op de reguliere aanpak
  6. De orthomoleculaire aanpak

 Wil je eigenlijk alleen maar weten wat je eraan kunt doen met supplementen? Scrol dan gelijk door naar de laatste alinea.

1. De samenstelling en bouw van ons botweefsel

Laten we eerst even kijken naar hoe gezonde botten eruit zien en dan met name de grote botten in benen en armen. Botten zijn de bouwstenen van het skelet en bestaan uit levende materie! Ze zijn goed doorbloed en zo’n 10% tot 15% van je bot wordt continue vervangen zonder dat je het merkt. In ongeveer 7 jaar is ons hele skelet vernieuwd. Dat hebben we te danken aan twee zeer intelligente cellen: osteoblasten en osteoclasten.

Die osteoblasten en -clasten zijn voortdurend bezig om bot te bouwen (osteoblasten) of af te breken (osteoclasten). Als je denkt dat dit zomaar willekeurig en lukraak gebeurt, dan zit je ernaast. Het zijn zeer vernuftige cellen (hoe komen ze daar toch aan?) die gericht bot wegslopen dat oud of beschadigd is, suboptimaal werkt of op een verkeerde ondergrond zit. En andersom doen die osteoblasten precies hetzelfde: ze bouwen bot waar je het het meeste nodig hebt, langs spanningslijnen, enzovoorts. Het verstoren van dit delicate evenwicht zoals sommige medicijnen doen, is dus geen neutrale bezigheid. De activiteit van de osteoblasten en -clasten wordt versterkt of afgeremd door onze leefstijl en onze hormonen, waarover later meer.

Botweefsel bestaat uit botcellen, ‘dode’ tussenstof (anorganisch) en ‘levende’ tussenstof (organisch). De botcellen zijn in de minderheid ten opzichte van de tussenstof. Er zijn dus botvormende cellen (osteoblasten), bot afbrekende cellen (osteoclasten) en volwassen botcellen (osteocyten). De ‘dode’ tussenstof bestaat uit kalkzouten (calciumfosfaat) die het bot de nodige hardheid geven en die met de voeding wordt opgenomen en gedeeltelijk in de botten worden afgezet. Dit proces is onder andere afhankelijk van de werking van bepaalde hormonen, van vitamine D en lichamelijke belasting. Behalve hard, maakt kalk de botten ook zwaarder. De ‘levende’ tussenstof bestaat vooral uit bindweefselvezels (collageen) die het bot taaiheid en enige flexibiliteit geven. De vezels zijn met elkaar en met het overige botmateriaal verlijmd door diverse eiwitachtige lijmstoffen. Zo’n 50% van ons bot bestaat dus niet uit mineralen zoals calcium, maar uit eiwitten en eiwitachtige stoffen. Je zou ook kunnen zeggen dat botten eiwitmatrixen zijn die gevuld zijn met mineralen. Dat niet alle kalk (calcium) in de botten kan blijven zitten, heeft ermee te maken dat er altijd voldoende kalk in het bloed aanwezig moet zijn. Je hart, andere spieren en zenuwen zijn namelijk erg afhankelijk van calcium. Bij een dreigend tekort aan kalk in het bloed, wordt dit aan het bot onttrokken. Bij een overschot wordt het tekort in de botten weer aangevuld. Je botten zijn dus een reservoir voor (onder andere) calcium.

Grote botten uit armen en benen bestaat niet alleen uit botweefsel. De botten zouden dan zo zwaar worden, dat we nauwelijks meer kunnen bewegen. De grote botten bestaan dan ook uit compact botweefsel (dat wij vaak bot noemen), uit sponsachtig bot (spongieus) dat bestaat uit kleine beenbalkjes waartussen het rode beenmerg zit. In de lange beenderen treffen we daarnaast geel beenmerg aan dat voornamelijk bestaat uit vetweefsel. Tenslotte treffen we op de plekken waar de botten elkaar raken glasachtig kraakbeen aan. In tegenstelling tot kraakbeen, zijn onze botten goed doorbloed, bevatten aders en slagaders en zenuwen. De kleinere botten zijn vaak min of meer massief en bestaan alleen uit hard botweefsel. 

2. De veroudering van onze botten

In onze jeugd bestaat het botweefsel nog voor een derde uit kalkzouten (dode tussenstof) en voor twee derde uit vezels en botcellen. Vanaf ons twintigste levensjaar draait deze verhouding geleidelijk om; onze botten worden harder, zwaarder en minder flexibel. Op ons 30e levensjaar bereikt ons bot zijn maximale dichtheid en massa. Wil je dus sterke botten hebben, dan is de leeftijd tot 30 jaar de tijd om die te krijgen. Zie het als een bankrekening; hoe sterker je botten op die leeftijd, hoe meer reserve je hebt voor de onvermijdelijk komende osteoporose door ouderdom. Want na die leeftijd beginnen de hoeveelheid kalkzouten en vezels langzaam af te nemen. Onze botten worden vanaf dat moment ieder jaar lichter, poreuzer en zwakker. Deels is dit een fijne ontwikkeling, want als we ouder worden neemt ook onze spiermassa, behendigheid en evenwichtsgevoel af. Maar het kan ook te erg worden of te hard gaan. Dan spreken we over botontkalking of osteoporose. Botontkalking treft vooral vrouwen na de overgang door het verdwijnen van het hormoon oestrogeen. Maar ook mannen kunnen worden getroffen door osteoporose, met name als zij behandeld worden met hormoonablatie in verband met prostaatkanker. Over het algemeen gaat het om 85% vrouwen en 15% mannen.

Zijn er naast hormonen, nog andere factoren die een rol spelen bij het ontstaan van osteoporose? Zeker! Ik splits ze uit in twee categorieën: niet te beïnvloeden en wel te beïnvloeden.

Niet te beïnvloeden factoren:

  • Ouderdom
  • Vrouwelijk geslacht
  • Menopauze
  • Tenger postuur
  • Europees of Aziatisch ras;
  • Familiegeschiedenis met osteoporose (genetisch)

Wel te beïnvloeden factoren:

  • Overmatig gebruik van alcohol;
  • Roken;
  • Vitamine D-tekort;
  • Vitamine K2-tekort;
  • Eten van veel granen, suiker en industrieel bewerkt voedsel;
  • Gebrek aan beweging (wandelen bijvoorbeeld);
  • Drinken van veel koffie (cafeïne) of frisdrank (fosforzuur onttrekt calcium aan de botten);
  • Overdreven eiwitinname (zoals sporters dat vaak doen met wei producten);
  • Magnesiumtekort;
  • Mineralentekort;
  • Medicijngebruik, waaronder langdurig slikken van maagzuurremmers zoals Omeprazol, Pantoprazol en dergelijke;
  • Laag hormoongehalte.

 Je kunt het proces van botafbraak dus wel degelijk beïnvloeden.

3. De diagnose van osteoporose

Hoe stellen dokters vast of je osteoporose hebt? De meeste mensen (en hun artsen) komen er pas achter na een fractuur of door het maken van een röntgenfoto. Voor 1994 was osteoporose (of de voorloper ervan; osteopenie) een relatief zeldzame ziekte die vooral voorkwam bij ouderen. Sinds 1994 gebeurde er iets interessants. Men bouwde een apparaat dat speciale röntgenfoto’s kon maken: de Bone Mineral Density-scans (BMD) of DEXA-scans (dual-energy X-Ray absorptiometry). Het röntgenapparaat meet de absorptie van röntgenstralen en bepaalt daarmee de mineraaldichtheid van het bot. Als je een T-score hebt tussen +1 en -1 is alles prima. Scoor je tussen de -1 en -2,5 dan is er sprake van osteopenie (verminderde botmassa) en is je score lager dan -2,5 dan is de diagnose osteoporose. Toch is er wel wat af te dingen op deze methode. Zo is de norm voor normale botdichtheid in 1994 redelijk willekeurig bepaald op de gemiddelde botdichtheid van 35-jarige gezonde vrouwen. Dus jouw score wordt vergeleken met de score van deze groep. Als je dus op je 50e voor de eerste keer een Dexa-scan krijgt, terwijl we ook weten dat de botmassa afneemt vanaf 35 jaar, dan weet je bij voorbaat al dat je botdichtheid is afgenomen. Je kan aan die uitkomst dus geen conclusie verbinden dat je osteoporose hebt. Daarnaast wordt de gemeten botdichtheid sterk beïnvloed door de grootte en plaats van het bestraalde botgebied. Mensen met kleinere botten en tengere mensen hebben van nature gewoon lagere waarden. Er is namelijk een directe relatie tussen lichaamsgewicht en botdichtheid. Om aan een lage T-score dan ook conclusies te verbinden over de kans op botbreuken of 'het in een rolstoel terechtkomen' is ongenuanceerd. Zeker als je weet dat de meeste breuken voorkomen bij mensen zonder osteoporose. Het voorspellende karakter van een Dexa-scan is dan ook laag. De enige terechte conclusie die je kan trekken, is dat je bot minder goed röntgenstralen absorbeert dan die van een 35-jarige vrouw. Meer niet! De scan vertelt je dus niet dat je slechte botten hebt en zegt al evenmin iets over de gezondheid of kwaliteit van je botten. Die hangt namelijk niet alleen samen met de hoeveelheid mineralen, maar ook met de sterkte ervan. Tenslotte vertelt een DEXA-scan al helemaal niets over de activiteit van je osteoblasten en osteoclasten. Als je echt wilt weten of je teveel bot verliest (door een verstoord evenwicht tussen osteoblasten en -clasten) is de N-terminal-telopeptidetest (NTX) een veel betere indicator voor het voorspellen van de snelheid van je botafbraak. Hiermee meet je de hoeveelheid collageen die het lichaam verlaat via de urine. Als je het wat cynisch bekijkt, dan lijkt het diagnosticeren van osteoporose met een Dexa-scan de opmaat naar het voorschrijven van bisfosfonaten. Er valt dus wel wat af te dingen op die aantallen van het Ministerie…

4. De reguliere aanpak door artsen

Als er (beginnende) osteoporose is vastgesteld, dan is de reguliere aanpak om eerst (en terecht) over je leefstijl te gaan praten. Het lijken open deuren, maar sommigen zijn wel degelijk zinvol: voorkomen dat je valt door valpreventie, in beweging blijven (wandelen of gewichten heffen, al dan niet in de sportschool), in de zon gaan zitten (tussen april en oktober) voor de aanmaak van vitamine D en gezonde voeding gebruiken (wat dat dan ook moge zijn). Het preventief voorschrijven van calcium samen met D3 (Calci Chew©) hoort daar zeker niet bij.

Indien noodzakelijk (geen flauw idee wanneer dit is) zet je arts medicijnen in zoals bisfosfonaten. De bisfosfonaten zijn in te delen in stikstofhoudende of niet-stikstofhoudende of in eerste-, tweede- en derde-generatiebisfosfonaten. Clodroninezuur is een bisfosfonaat dat geen stikstof bevat is een middel van de eerste generatie. Het wordt in de cel omgezet in stoffen die giftig zijn voor osteoclasten zodat die daardoor sterven. De stikstofhoudende tweede-generatie bisfosfonaten (alendroninezuur, ibandroninezuur, pamidroninezuur) zijn 10-100 keer effectiever dan clodroninezuur, terwijl de derde-generatie (risedroninezuur, zoledroninezuur) tot 10.000 keer krachtiger zijn de eerste-generatie middelen. De tweede- en derde-generatie bisfosfonaten remmen een specifiek enzym in de osteoclasten. Hierdoor worden de osteoclasten inactief en sterven uiteindelijk af. Alle bisfosfonaten veranderen dus de verhouding tussen osteoblasten en osteoclasten door de osteoclasten te ‘slopen’, maar de hoeveelheid osteoblasten neemt niet toe. Sterker nog; omdat de osteoclasten onwerkzaam worden gemaakt, gaan de osteoblasten nieuw bot bouwen op slecht bot dat normaliter door de osteoclasten wordt verwijderd. Het gevolg laat zich raden: nieuwe botbreuken. Er loopt inmiddels een rechtszaak tegen Merck als leverancier van Fosamax (alendroninezuur) omdat bij gebruikers paradoxale dijbeenbreuken zijn geconstateerd.[2] Ik zou die middelen nooit gaan gebruiken, want ze miskennen de intelligentie van ons lichaam. Daarnaast doen ze de verkeerde dingen. Ze vergroten inderdaad de botdichtheid, maar wel op de verkeerde manier. Het lijkt een beetje op het idee dat je een stenen huis bewoont en aan mij vraagt om dit te versterken. Ik laat je woonkamer vervolgens vullen met bakstenen en zeg tegen je dat je huis sterker is geworden omdat het meer stenen bevat. Onzin dus en mijn advies is om ze nooit (en zeker niet chronisch) te gaan gebruiken. Maar vraag het vooral aan je dokter; misschien zijn er voor jou goede redenen. 

5. Kritiek op de reguliere aanpak

Kritiek op de diagnose

Ik heb al geschreven dat er heel wat valt af te dingen op de diagnose of je osteoporose hebt. Laat je dus vooral niet gek maken als je een score krijgt die daarop wijst. Een betrouwbaardere indicatie is een 0-meting te doen en dan na een paar jaar een nieuwe meting, bij voorkeur na de menopauze. Het vergelijken van je botdichtheid met die van een 35-jarige vrouw zegt niks. Daarbij komt ook nog dat we verschillend zijn gebouwd: groot of klein, tenger of fors, enzovoorts. De NTX-test is een betere manier om botafbraak te meten, zeker als je die op verschillende tijdstippen doet met een interval van bijvoorbeeld een jaar. Een andere betrouwbaardere indicator is of je in je familie mensen hebt (gehad) die ook fracturen hebben opgelopen op hogere leeftijd.

Kritiek op suppleren van calcium

Daarnaast is het suppleren van calcium twijfelachtig. Denk maar met me mee. Nederland is van oudsher een zuivelland. We staan dan ook qua calciumopname via de voeding op een tweede plek, na IJsland.[3] Je zou dus verwachten dat osteoporose hier minder vaak zou voorkomen dan in landen waar beduidend minder calcium geconsumeerd wordt. Gelet op de getallen van het Ministerie van VWS lijkt dat er niet op. Ik heb geen onderzoek kunnen vinden over het verband tussen de mate van calciuminname en het aantal gevallen van osteoporose. De meeste sites noemen echter steevast de inname van calcium en vitamine D3 als dé aanpak om osteoporose te vertragen. Vitamine D is onmisbaar voor een goed calciummetabolisme, maar dat geldt niet voor het extra innemen van calcium zoals bijvoorbeeld met een middel als Calci Chew. Daarin zit calciumcarbonaat en dat is zo’n beetje de slechtst opneembare vorm van calcium op aarde, te vergelijken met een hap kalksteen of cement. Calcium uit voeding ziet er namelijk heel anders uit en wordt door het lichaam echt goed opgenomen. Zo bevatten groene groenten en met name (rauwmelkse) kaas en andere zuivelproducten organische calcium die zeer goed door het lichaam wordt opgenomen. Calcium haal je dus gewoon uit je voeding. Ben je dus geen veganist, dan is het innemen van extra calcium eerder gevaarlijk dan zinvol. Zo zijn er vermoedens dat inname van extra calcium kan leiden tot hartinfarcten en vaatziekten zoals aderverkalking. [4] Engelse onderzoekers rapporteerden dit in ieder geval wel, zeker als je geen vitamine D toevoegt.[5]  Daarnaast valt het op dat de discussie vooral gaat over calcium en niet over magnesium, fosfor of collageen; net zo goed onmisbare stoffen voor gezonde en sterke botten.

Kritiek op het niet gezamenlijk onderzoeken van calcium en vitamine D

Wat ook opvallend is, dat de landen waar een hoge calciuminname is, vaker verder van de evenaar afliggen en daarom bekend staan om hun relatieve gebrek aan zonlicht. Dus een hoge calciuminname zonder voldoende vitamine D heeft kennelijk nog weinig zin. En laat vitamine D de calciumopname in de darmen nu met factor 20 verhogen! Er is dus een verband tussen vitamine D-levels en de gewenste hoogte van calciuminname, maar hoe dat nu precies zit, is niet duidelijk.[6] Zo kan het best zijn dat een lagere inname van calcium in bijvoorbeeld Azië gecompenseerd wordt door meer vitamine D door de zon.

Kritiek op beperkt onderzoek naar het verband tussen hormonen en osteoporose

Zoals we weten, is er een relatie tussen oestrogeen en misschien ook wel  progesteron, de menopauze en osteoporose. Waarom hebben vrouwen er anders veel meer last van dan mannen? Oestrogeen stimuleert de osteoblasten. In de menopauze neemt de hoeveelheid oestrogeen drastisch af. Daardoor krijg je meer osteoclasten dan osteoblasten en dat leidt vervolgens tot botafbraak. Bij mannen neemt de hoeveelheid testosteron ook af, maar wel later en meer geleidelijk dan oestrogeen bij vrouwen. We zien bij mannen vooral een verband tussen botontkalking en hormonen als zij met hormoontherapie worden behandeld. Zodra zij van hun testosteron worden beroofd om medische redenen (meestal bij hormoontherapie voor prostaatkanker of castratie), ontstaat er botontkalking. Die hormonen moeten dus wel een cruciale rol vervullen. Ik kan er echter veel minder over vinden.

Hetzelfde geldt overigens voor het effect van cortisol op de botgezondheid. Veel stress leidt tot veel cortisol. En ook cortisol activeert de osteoclasten. Dus chronische stress leidt onherroepelijk tot botafbraak. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de rol van parathyroïdhormoon (PTH uit de bijschildklieren) en calcitonine; twee hormonen die nauwkeurig de calciumspiegels in het bloed reguleren. Er wordt nauwelijks gesproken over calcitonine, maar dit hormoon zou wel eens een grotere rol kunnen spelen dan menigeen denkt. Calcitonine remt namelijk de activiteit van osteoclasten in het beenderstelsel. En zeker als we weten dat er een samenhang is tussen maagzuurproductie (gastrine) en de productie van calcitonine, is dit een interessant onderzoek waard. Als we ook weten dat de hoeveelheid maagzuur met het klimmen der jaren drastisch afneemt of mensen maagzuurremmers slikken zoals Omeprazol of Pantoprazol, dan lijkt een onderzoek naar een mogelijk causaal verband tussen het slikken van maagzuurremmers en botontkalking erg nuttig maar niet waarschijnlijk.

Kritiek op gebrek aan onderzoek naar lange-termijn-effecten van medicijngebruik

We hebben nog één factor niet benoemd die een rol speelt bij osteoporose: medicijngebruik. De volgende medicijnen hebben bij een gebruik langer dan drie maanden een effect op je botten: corticosteroïden (zoals prednison, cortison, dexamethason, prednisolon), aromataseremmers, androgeendeprivatietherapie, protonpompremmers (Omeprazol, Pantoprazol), immunosuppressiva, schildkliermedicatie, steroïden voor laag oestrogeen of testosteron, antidepressiva, antipsychotica en anti-epileptica. Een aardig lijstje dus wat je, indien mogelijk, maar beter kunt vermijden. En zeker als je die semi-permanent moet slikken, zijn de gevolgen op lange termijn groter dan je je nu kunt indenken. Het innemen van medicijnen blijft een noodzakelijk kwaad dat je, indien mogelijk, maar beter kunt voorkomen. En natuurlijk heeft geen enkele leverancier er belang bij om onderzoeken te financieren die een correlatie of causaal verband aantonen tussen het gebruik van een medicijn en osteoporose. 

6. De orthomoleculaire aanpak

Niet slikken

a. Hormonen

Na de overgang daalt de productie van oestrogeen dramatisch. Is dat misschien de intelligentie van de schepping dat het lichaam door het afnemen van oestrogeen een seintje krijgt dat zwangerschappen over zijn en dat er daardoor minder draagkracht nodig is voor de botten? Hormoonsuppletie is mijns inziens echter niet zinvol en al helemaal geen synthetische, want daar zitten forse risico's aan.

b. Calcium

Calciumsuppletie is voor de meeste mensen niet zinvol en zelfs gevaarlijk. Paradoxaal schijnt melk echter niet bij te dragen aan het voorkomen van osteoporose. Dus bij 'zuivel' als bron van calcium gaat het vooral om volle kwark, volle yoghurt, hüttenkäse en (bij voorkeur rauwmelkse) kaas. Als je helemaal geen kaas en zuivel gebruikt kan het zinvol zijn om extra calcium in te nemen. Kies dan voor een goed opneembare vorm, zoals calciumnitraat en slik nooit meer dan 500 mg per keer. Maar normaal gesproken: geen extra calcium slikken.

Wel slikken

c. Vitamine D3 samen met K2 om calcium in je botten te krijgen

Vitamine D verhoogt de opname van calcium uit je voeding met factor 20. Dat is positief voor de hoeveelheid calcium die zo uit je voeding wordt gehaald. Je wilt echter niet dat die calcium in je zachte weefsels of aderen terechtkomt. En dan komt vitamine K2 (niet te verwarren met K1) om de hoek kijken. Nu zorgt vitamine K2 ervoor dat die calcium, voor zover je lichaam dat niet nodig heeft, terecht komt in je botten.[9] Dus heb je osteoporose of loop je een hoger risico, slik dan zeker vitamine D3 met K2 samen. En ga vooral in de zomer een half uur per dag in de zon zitten of wandelen voor een portie D3. Van wandelen worden je botten sterker en de zon levert je de vitamine D.

Over vitamine K2 zijn nogal wat misverstanden. Deze vitamine wordt vaak geassocieerd met bloedstolling. Dat geldt echter alleen voor vitamine K1 en niet voor K2. Er zijn dan ook bloedverdunners met de soortnaam ‘vitamine-K-antagonisten’ in omloop (Fenprocoumon, Acenocoumarol) die de werking van deze vitamine blokkeren. Het slikken van vitamine K2 heeft dan ook geen zin als je deze bloedverdunners slikt. Vraag je dokter dan om een andere. De beste voedingsbron voor vitamine K2 is rauwmelkse kaas. Je kunt dan alleen moeilijk inschatten hoeveel je binnenkrijgt, maar helpen zal het zeker.

Heb je echt osteoporose, dan is het orthomoleculaire advies om 10.000 IE vitamine D3 samen met 100 mcg vitamine K2 te nemen. Of een veelvoud ervan, afhankelijk van je huidige D3-status. Komen deze doseringen je extreem voor? Lees dan ook even ons blog over vitamine D3 op onze site.

d. Vitamine B1 (thiamine) om je bijnieren te ondersteunen

Heb je veel last van stress en maak je daardoor veel cortisol aan? Probeer je lichaam dan te kalmeren met vitamine B1. Want cortisol stimuleert eveneens de osteoclasten en remt de osteoblasten, zoals we ook kunnen zien bij mensen met het Syndroom van Cushing. Dus naast de menopauze is stress ook een katalysator voor botafbraak; alleen heeft dit niets met leeftijd te maken. Het ondersteunen van je bijnieren kan dan ook geen kwaad als je veel last hebt van stress. Dat kan ook door eenvoudige dingen als wandelen, maar dus ook door het slikken van vitamine B1 (in een complex). Tenslotte kun je nog denken aan ashwaganda, rhodiola of kalium (4500 mg per dag) als B1 niet genoeg helpt om kalm te worden. 

e. Zout (normaal gebruik)

Nog een link die je misschien niet zou verwachten: er is een relatie tussen een lage inname van zout (natrium) en osteoporose.[7] Dus laat dat advies om minder zout te eten maar snel varen. Want ook de link met zout en hoge bloeddruk is allerminst bewezen.

f. Eiwitten, vitamine C, mineralen voor collageen

Dierlijke eiwitten zijn essentieel voor de gezondheid van je botten. En eieren zijn daarvan de beste leverancier. Het advies om de consumptie van eieren te matigen vanwege cholesterol, is sowieso wetenschappelijk bedrog dat maar blijft voortwoekeren. Met name voor vrouwen boven de 50 is het eten van eieren dus een prima manier om sterkere botten te krijgen.[8] Denk ook eens aan hüttenkäse als goede bron van eiwit of het trekken van een goede bottenbouillon; een prima leverancier van collageen. Er zijn ook collageensupplementen te koop, maar of die direct in lichaamseigen collageen worden omgezet, weet ik niet. Wel weet ik dat vitamine C een bouwsteen is van collageen. Vitamine C draagt dus indirect bij aan sterke, elastische botten, kraakbeen en elastische aderen. Let op; dit geldt alleen voor natuurlijke vitamine C en niet voor ascorbinezuur. Daarnaast dragen zink, boron, koper en selenium bij aan de aanmaak van collageen. Het zinvolste is om daarvoor een mineralencomplex te slikken, dus geen losse mineralen. 

Disclaimer

Medische informatie wordt alleen verstrekt als informatiebron en mag niet worden gebruikt of vertrouwd voor diagnostische of behandelingsdoeleinden. De informatie is niet bedoeld als patiëntenvoorlichting, creëert geen relatie tussen patiënt en orthomoleculair adviseur en mag niet worden gebruikt als vervanging voor professionele diagnose en behandeling. Raadpleeg uw zorgverlener voordat u beslissingen over uw gezondheid neemt of voor advies over een specifieke medische aandoening. INNR B.V. is niet aansprakelijk voor enige schade, verlies, letsel of aansprakelijkheid op welke manier dan ook geleden als gevolg van uw vertrouwen op de informatie uit dit document.

 

 [1] https://www.vzinfo.nl/osteoporose

[2] https://www.reuters.com/legal/litigation/merck-defeats-500-lawsuits-over-fosamax-bone-fracture-risk-warnings-2022-03-24/

[3] https://www.nutraingredients.com/Article/2017/10/19/Calcium-intake-highest-in-Northern-Europe-but-still-below-recommendations

[4] https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6276611/

[5] https://www.bmj.com/content/341/bmj.c3691.full

[6] https://journals.lww.com/indjem/Fulltext/2019/23040/Calcium_Supplementation__Why,_Which,_and_How_.1.aspx

[7] https://www.endocrinepractice.org/article/S1530-891X(20)35870-5/fulltext

[8] https://academic.oup.com/aje/article/155/7/636/60202

[9] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35711002/

Terug naar blog