Nutriëntentekorten door medicijnen

Nutriëntentekorten door medicijnen

Waarschuwing: nooit zonder overleg met je arts stoppen met je medicijnen.

Ik val maar meteen met de deur in huis: medicijnen lossen (op een paar uitzonderingen na) nooit de grondoorzaak van je gezondheidsproblemen op, maar bestrijden alleen symptomen. En voordat je denkt: ‘Daar gaat hij weer’, vertel ik je het verhaal van een mevrouw die door omstandigheden een antidepressivum is gaan slikken. Binnen een jaar ontwikkelde ze klachten (met name zenuwpijnen en rusteloze benen) die ze daarvoor nooit had gehad. Haar arts wuifde de klachten weg als ‘onmogelijk in verband staande met de medicijnen’. Op haar feedback dat deze klachten toch echt bij de bijwerkingen stonden, was zijn reactie: ‘Nou, bij de zeer zeldzame dan zeker?’ De werkelijkheid was dat haar klachten bij vaak voorkomende bijwerkingen stonden! Mevrouw wist het zeker; binnen een half uur na inname van de medicijnen verergerden haar bestaande klachten en bovendien kreeg ze die nieuwe klachten erbij als bijwerkingen van de medicijnen.

Waarom schrijf ik dit op? Wel, deze blog gaat over problemen die ontstaan bij langdurig medicijngebruik. Geen populair onderwerp, want het liefst willen we doorleven, symptomen onderdrukken met medicijnen, maar zeker onze leefstijl of de grondoorzaak van onze klachten niet aanpakken. Ik herken het bij mijzelf ook, dus in die zin is deze blog ook op mijzelf van toepassing. Neem nu kiespijn. Het eerste wat we doen als we kiespijn hebben, is ons gebit extra goed poetsen, want misschien ‘poetsen’ we het probleem eruit. Lukt dat niet, dan pakken we pijnstillers. En als dat niet werkt, gaan we naar de tandarts om de grondoorzaak aan te pakken. Precies hetzelfde patroon hanteren we voor hoge bloeddruk, diabetes type 2 en wat al niet meer.

Helaas is medicijngebruik geen neutrale keuze. Medicijnen zijn chemicaliën en derhalve gewoon gif. Dus elke pil die je inneemt, is een noodzakelijk kwaad. Noodzakelijk? Zelfs dat valt te betwijfelen! Maar voordat je nu gelijk in de verdediging schiet en mij vertelt dat het echt niet anders kan, dan moet zelfs ik toegeven dat het soms niet lukt om mensen van medicijnen af te krijgen. Gewoon omdat de schade te groot, de kwaal te erg, de symptomen te heftig of gevaarlijk zijn. Als je je maar realiseert dat medicijngebruik niet onschuldig is en zeker bij chronisch gebruik consequenties heeft. Tel daarbij op dat medicijnen individueel onderzocht worden op hun werkzaamheid en niemand belang heeft bij of inzicht in de onderlinge wisselwerking van verschillende medicijnen, dan weet je in ieder geval dat elke pil die je kan vermijden of schrappen er één is.

In deze blog ga ik dieper in op de effecten van medicijnen op voedingsstoffen. Je zult ontdekken dat sommige medicijnen precies dezelfde ziekten veroorzaken die ze bestrijden. Natuurlijk kan ik niet alle medicijnen bespreken, dus ik beperk me deze keer tot medicijnen voor diabetes type 2 en bloeddrukverlagers. Bij beide aandoeningen worden medicijnen voorgeschreven die effect hebben op de hoeveelheid voedingsstoffen in je lichaam. Ben je dus een gebruiker van één van de beschreven medicijnen, dan is deze blog wat voor jou. Want hou je vast; de consequenties van het nemen van deze medicijnen, kunnen feitelijk de ziekte die je probeert te behandelen, veroorzaken! Deze blog is verdeeld in de volgende paragrafen:

1. Medicijnen bij diabetes;
2. Medicijnen bij hoge bloeddruk;
3. Wat kun je er zelf aan doen?

1. Medicijnen bij diabetes

Medicijngebruik is, na kanker en hart- en vaatziekten, doodsoorzaak nummer 3. Uit een grote studie, gepubliceerd in de British Medical Journal bleek, dat medische fouten (waarvan de meeste met medicijnen worden gemaakt) de derde doodsoorzaak in Amerika is en resulteerde in 251.000 doden in alleen al dat land. Naast kennelijke medische fouten worden medische fouten vooral gedefinieerd als het niet geven van ‘de juiste behandeling met de beoogde gevolgen’. Het klakkeloos (blijven) slikken van medicijnen die je dokter je voorschrijft zonder de werkzaamheid in twijfel te trekken en door te vragen over de werking, mogelijke bijwerkingen en alternatieven, is dus ook voor jou niet zo handig. Het minste wat je kunt doen, is eens in de zoveel tijd vragen of het nog wel noodzakelijk is om ze te blijven slikken. Van de meeste dokters hoef je niet te verwachten dat ze op de hoogte zijn van voeding en voedingstekorten, laat staan van ‘behandeling’ met supplementen. Ik verbaas me er iedere keer weer over hoe makkelijk mensen de instructies van de dokter opvolgen als het gaat over medicatie. Of komt dat doordat die gratis zijn?

Medicijnen bij diabetes worden natuurlijk gegeven om je bloedsuikerspiegels naar beneden te krijgen. Of je nu op weg bent om diabetes te krijgen of je het al hebt, maakt in dit kader niet zoveel uit. Het begint met de constatering dat je glucosegehaltes in je bloed te hoog zijn en meestal is er dan al sprake van insulineresistentie; het leed is al geschied. Al meerdere keren heb ik geschreven dat het veel zinvoller is om je insulineniveaus te laten controleren, maar in Nederland is elke huisarts daar zeer terughoudend mee. Jammer, want verhoogde insulineniveaus zeggen op tijd dat je iets aan je leefstijl moet veranderen, terwijl een goede glucosespiegel alleen zegt dat je nog niet volledig insulineresistent bent. Beetje simpel verwoord: als je glucosespiegel te hoog is, ben je al te laat en heb je diabetes. Als je glucosespiegel goed is, dan kun je bijna diabetes hebben. Zoiets als: zolang mijn auto rijdt, doet hij het nog en als hij stopt is hij kapot.

Er zijn verschillende klassen medicijnen voor diabetes. Ik ga ze voor je beschrijven en dan met name de effecten op je nutriënten (want dat zorgt voor nieuwe problemen).

Sulfonylureumderivaten

Ik heb het dan over medicijnen met de merknamen c.q. stofnamen tolbutamide, glibenclamide, gliclazide (Diamicron) en glimepiride. Als je een ingewikkelde zin wil lezen over de werking van dit type preparaten, dan is dit er één: ‘Blokkeren de ATP-afhankelijke kaliumkanalen in het ß-celmembraam van de pancreas. Dit leidt tot depolarisatie van de ß-cel en opening van de calciumkanalen. Door de verhoogde calciuminflux vindt secretie plaats van insuline uit de ß-cel.’ Het effect is het verlagen van de bloedglucoseconcentratie. Je moet echt wel een beetje ingevoerd zijn om dit te begrijpen. Ik zal het in eenvoudige woorden weergeven: deze middelen stimuleren je alvleeskliercellen die insuline maken om nog meer insuline te maken. Ook al zijn ze oververmoeid van het produceren van insuline omdat je insulineresistent bent geworden. Al deze medicijnen putten je voorraad Q10 (die je zelf aanmaakt) uit. Dus raak je daardoor vaak vermoeid of ontwikkel je allerlei problemen met je spieren of hart. Lees de blog over Q10 maar op de site en kijk, als je gebruiker bent van deze medicijnen, of je symptomen van een tekort ontdekt.

Biguaniden

De meeste mensen herkennen ‘biguaniden’ niet totdat je zegt dat het over metformine gaat. Dat is zo’n beetje de meest voorgeschreven pil bij diabetes. In 2015 waren er 630.000 gebruikers van metformine. Ook in de richtlijnen staat metformine bekend als het eerste-keuze-medicijn bij diabetes. Het is al ruim 50 jaar op de markt en pas sinds 2014 is er een steekhoudende hypothese beschreven hoe het medicijn zou werken. Het werkte wel, maar niemand wist tot dan toe hoe.[1] De belangrijkste bijwerking op je voedingsstatus is dat dit medicijn je berooft van opnieuw Q10, vitamine B11 (folaat) en B12. Waarschijnlijk is dat de reden dat zoveel mensen met diabetes last hebben van neuropathie. Met name de vitamine B11 en 12 zijn cruciaal voor een goede zenuwwerking, weet je nog? Daarnaast is een vaak voorkomende bijwerking van metformine dat je diarree en maag-darm-problemen krijgt. Als dat ook nog aan de orde is, weet je zeker dat je niet alleen van de genoemde stofjes wordt beroofd, maar van nog veel meer. Lees de blog over malabsorptie maar. Dus let op je zaak als je metformine gebruikt.

GLP-1-receptor-agonisten

Weer een hele ingewikkelde naam voor medicijnen met namen als dulaglutide (Trulicity), liraglutide (Saxenda, Victoza), semaglutide (Ozempic, Rybelsus, Wegovy). Iedereen die een beetje het nieuws volgt, weet dat Ozempic (maar ook de anderen) enorm in het nieuws is geweest omdat het ook effect blijkt te hebben op overgewicht. Het middel is al 14 jaar op de markt, maar pas het laatste jaar staat het in de belangstelling voor het gebruik bij mensen met obesitas. Je kunt het zelfs op AliExpress.com kopen, maar niemand kan je garanderen dat er ook echt semaglutide inzit. Nooit, maar dan ook nooit kopen op internet en altijd met je huisarts in gesprek gaan als je overweegt om Ozempic te willen gaan gebruiken bij overgewicht. De werking van dit soort medicijnen is ongeveer hetzelfde als bij de eerste groep. Ze stimuleren de afgifte van insuline door de pancreas. Daarnaast onderdrukken ze de glucose-afgifte uit de lever  (gluconeogenese genoemd), vertragen ze de maaglediging en geven een toename van het verzadigingsgevoel. Die laatste twee functies zijn natuurlijk belangrijk voor mensen met obesitas. In Amerika is het gebruik van Ozempic een enorme rage, ingezet door influencers. Gekscherend wordt daar al gesproken over een Ozempic-face (gezicht) en een Ozempic-butt (‘achterwerk’). Dit, omdat je door dit medicijn ernstige diarree krijgt en een ingezakt gezicht omdat al het vet uit het gezicht verdwijnt. Mensen die dit middel gebruiken om af te vallen zijn herkenbaar aan een gezicht dat hoort bij mensen met anorexia of ernstige bloedarmoede. Allemaal redenen om het niet te gebruiken om af te vallen, lijkt me. Maar wat is het effect van deze groep medicijnen op je gezondheid? Tot nu toe weten we nog niet of deze groep je van één bepaald stofje berooft omdat het nog niet lang genoeg op de markt is. Deze middelen vertragen echter de maaglediging (gastroparese) en kunnen ontstekingen aan je alvleesklier veroorzaken (pancreatitis). Zoals je weet, zorgt je alvleesklier voor de productie van allerlei spijsverteringsenzymen en als die niet goed of helemaal goed functioneert, krijg je ook problemen met malabsorptie en algehele ondervoeding.

Er zijn tenslotte ook nog andere groepen medicijnen voor diabetes, zoals DPP4-remmers en SGLT2-remmers (Forxiga), maar daar schrijft Dick Bijl in zijn boek ‘Het Pillenprobleem’ niet veel goeds over, met name niet over die Forxiga.

Tekorten

Medicijnen voor diabetes beroven je dus van Q10, B11 en B12 met de daaraan gekoppelde gevolgen. Een tekort aan Q10 veroorzaakt congestief hartfalen, hoge bloeddruk, spierbeschadiging (myopathie) en neuropathie. Zie je het verband? We gebruiken een medicijn voor diabetes dat vervolgens problemen creëert met het hart en de bloeddruk. En dan te bedenken dat diabetespatiënten meestal ook al cardiovasculaire problemen hebben… Vervolgens krijg je van een Q10-tekort ook spierpijn. Wie heeft er nog zin om te gaan bewegen of sporten met gedurige spierpijnen? Als je al diabetes hebt en je neemt toe in gewicht, dan is bewegen erg belangrijk. Maar omdat dit pijn doet, kom je in een vicieuze cirkel terecht. Gewichtstoename leidt weer tot ontstekingen die de bloeddruk weer verhoogt en spiermassa laat verdampen. Dus nog minder bewegen omdat je geen spieren meer hebt. Gewichtstoename geeft ook meer druk op spieren en gewrichten. En zo is de cirkel rond.

Neuropathie dan? Een gevolg van diabetes is een gebrekkige bloedtoevoer naar de voeten. Die raken op termijn gevoelloos. Meestal begint het eerst met tintelingen of juist een dood gevoel. En voordat je het weet, ben je het totale gevoel in je voeten kwijt en voel je zelfs niet meer dat je op glas loopt. Allemaal veroorzaakt door het gebruik van medicijnen die je van Q10 (en ook B11/12) beroven waardoor je diabetische neuropathie krijgt. Wetenschappers zijn er niet over uit of het nu de metformine is die de neuropathie veroorzaakt of dat het juist komt omdat je zenuwen niet meer adequaat van bloed worden voorzien. Natuurlijk krijg je dit niet van de ene op de andere dag, maar ontstaan deze problemen langzaam (maar zeker). Dus heb je diabetes en gebruik je medicijnen die je beroven van Q10, B11 en B12, ga direct aan de slag met suppleren vóórdat je neuropathie ontwikkelt. Want B12 heb je nodig om de myelinescheden (de isolatie van je zenuwen) aan te maken. En dan laat ik het stijgen van je homocysteïnegehalte door een gebrek aan vitamine B11/B12 en B6 nog maar buiten beschouwing, want dat veroorzaakt eveneens hartschade door een te hoog homocysteïnegehalte.

Ik kan het nog kernachtiger opschrijven. Het reduceren van een te hoge bloedsuikerspiegel (op zichzelf al een reden voor hart- en vaatziekten) met medicijnen veroorzaakt zelf hart- en vaatziekten. Of neuropathie. En dan te bedenken dat diabetes type 2 om te draaien is door je leefstijl per direct aan te passen! Is het dan de moeite waard om je glucosespiegels kunstmatig te verlagen met medicijnen, terwijl je op termijn deze prijs ervoor gaat betalen? Nog niet overtuigd? Lees dan deze[2] studie eens over het verband tussen diabetes type 2 en nutriënten. Ik vat het alvast voor je samen:

  • Tekorten aan micronutriënten kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van diabetes type 2;
  • Zo’n 14-48% van de mensen met diabetes heeft een tekort aan magnesium;
  • Lage concentraties magnesium worden in verband gebracht met complicaties van diabetes, zoals hart- en vaatziekten en diabetische retinopathie (beschadiging van het netvlies en de opmaat naar blindheid);
  • Tekorten aan vitamine B1 zijn waargenomen bij 17 tot 79% van diabetespatiënten (ook wel logisch, want je hebt B1 nodig om koolhydraten af te breken);
  • Tekorten aan vitamine C zijn eveneens waargenomen;
  • Tekorten aan biotine (B8) zijn waargenomen;
  • Tekorten aan vitamine D zijn waargenomen en ook is vastgesteld dat lage bloedspiegels vitamine D het risico op insulineresistentie, metaboolsyndroom en cardiovasculaire problemen aanzienlijk verhogen.

Wat wil je nog meer lezen? Ben ik te scherp als ik zeg dat diabetes type 2 ontstaat door je leefstijl (tekort aan voldoende nutriënten), om te keren is door je leefstijl en dat medicijngebruik leidt tot nog meer tekorten en vergaande consequenties voor je gezondheid, zoals gangreen, neuropathie en hart- en vaatziekten? Trek je eigen conclusies! Misschien begrijp je nu beter dat medicijngebruik geen neutrale bezigheid is. En voeding of leefstijl ook niet.

2. Medicijnen bij hoge bloeddruk

Dan nu het bruggetje naar medicijnen die worden ingezet bij hoge bloeddruk. Want er is een verband tussen beide gezondheidsproblemen. Sowieso komen ze in de praktijk al vaak samen voor (comorbiditeit) en zijn ze onderdeel van het metabool syndroom. Je hebt net geconstateerd dat medicijnen bij diabetes leiden tot een hogere bloeddruk, bijvoorbeeld door een tekort aan Q10, B11 en B12. De oplossing is dan het voorschrijven van een bloeddrukverlagend medicijn. Laat nu een deel van bloeddrukverlagers de diabetes weer verergeren door hun effect op je glucosemetabolisme? Glucosemetabolisme? Ja. Dat is het vermogen van je lichaam om suiker af te breken en te gebruiken voor energie. Eenvoudiger gezegd: sommige medicijnen tegen hoge bloeddruk (om hartproblemen te voorkomen) maken het voor je lichaam moeilijker om glucose af te breken en kunnen dus direct of indirect diabetes veroorzaken. Waardoor je weer hartproblemen krijgt. Dus óf je hebt diabetes ontwikkeld en krijgt door de hoge bloeddruk die de diabetesmedicatie heeft veroorzaakt een bloeddrukverlager die de diabetes nog erger maakt óf je slikt bloeddrukverlagers (om je voor hartproblemen te behoeden) en krijgt daardoor diabetes (waardoor je hartproblemen krijgt). Geldt dit mechanisme voor alle bloeddrukverlagers? Nee, gelukkig niet. ACE-remmers en calciumantagonisten geven geen hogere risico op diabetes. Helaas krijg je daar wel weer andere problemen van (zie de blog over hypertensie). Ik citeer uit het wetenschappelijk onderzoek: ‘De nadelige effecten van sommige bloeddrukverlagende medicijnen op het glucosemetabolisme kunnen tot op zekere hoogte hun cardiovasculaire beschermende rol in gevaar brengen.’[3] Zo kom je dus van de regen in de drup. Of andersom. Over welke groepen bloeddrukverlagers heb ik het dan?

Bètablokkers[4]

Denk dan aan middelen als metoprolol, atenolol, acebutolol, carvedilol, celiprolol, labetalol, landiolol, nebivolol, propranolol en sotalol. Carvedilol en nebivolol zijn de twee gunstige uitzonderingen in dit rijtje; de rest van deze groep verhoogt het risico op diabetes. Uit de ARIC-studie bleek dat mensen die ß-blokkers gebruikten 1,28 keer meer kans hadden om diabetes te ontwikkelen dan mensen die deze middelen niet gebruiken. Dus dat gaat over serieuze aantallen (30% meer kans). Heb je dus diabetes type 2 en gebruik je een van de genoemde ß-blokkers, ga dan met je arts in gesprek om die te vervangen door carvedilol of nebivolol. Of nog beter; pak de grondoorzaak van je hypertensie aan. Want deze medicijnen beroven je van Q10 en melatonine.

Thiaziden

Een ander vaak voorgeschreven middel bij hypertensie is hydrochloorthiazide. Het is een bepaalde vorm van een plastablet. Vaak kom je dit medicijn ook tegen als onderdeel van een ander medicijn, zoals valsartan of losartan. Chloortalidon en indapamide horen ook min of meer bij deze groep. Deze middelen grijpen in op de nieren en voorkomen heropname van water en natrium- en chloride-ionen. Daarnaast bevorderen ze de uitscheiding van kalium (!), magnesium, fosfor, zink en Q10; zoals je inmiddels weet zijn dit cruciale nutriënten voor het behouden van een normale bloeddruk.

(Lis)diuretica

En dan hebben we nog echte vochtafdrijvers die eveneens in de nieren werken. Ik heb het dan over furosemide en bumetanide (lisdiuretica). Deze veroorzaken een tekort aan vitamine B1, B6, vitamine C, calcium, magnesium, kalium en zink. Je weet inmiddels dat je zonder vitamine B1 geen suiker kunt afbreken en daarom veroorzaken deze medicamenten op termijn diabetes. En door een tekort aan kalium of magnesium, ook hoge bloeddruk.

Een subgroep van diuretica zijn kaliumsparende diuretica zoals spironolacton, triamtereen, amiloride en finerenon. Deze werken een tekort in de hand van vitamine B11, calcium, magnesium en zink. Daarom verhogen alle plastabletten het ontstaan van diabetes en indirect van (opnieuw) hoge bloeddruk, precies waar ze vaak voor voorgeschreven worden. Dat is ook de reden dat mensen die dit soort medicijnen slikken, na verloop van tijd er weer een pilletje bijkrijgen.

ACE’s en ARB’s

ACE-remmers (perindopril en alle andere ‘prillen’) veroorzaken een zinktekort en ARB’s (zoals losartan en andere ‘tannen’) gaan er met je calcium, magnesium en zink vandoor. Van die ARB’s is nog iets vervelends te zeggen. Ze beschadigen namelijk je darmen en veroorzaken daarmee dezelfde symptomen als die je bij coeliakie hebt. Ze noemen het ook wel een ‘coeliakie-immitator’ want ze beschadigen je darmvlokken (villi) net zoals gluten dat doen. En de gevolgen laten zich raden: malabsorptie. En dan het schokkendste over ARB’s: ze leveren een verhoogd risico op alle soorten kanker op. Lees vooral zelf het wetenschappelijk onderzoek.[5]

Tekorten

Als ik de stofjes op een rijtje zet die je met bloeddrukverlagers kwijt kan raken, dan krijg je de volgende opsomming:

  • Tekorten aan Q10 veroorzaken hoge bloeddruk, problemen met het hart, de spieren en de zenuwen;
  • Tekorten aan vitamine B6 verstoort de stofwisseling van eiwitten waardoor je vermogen om te herstellen en te genezen afneemt. Op termijn krijg je eerst spierpijn en daarna ga je spiermassa verliezen. Ook heeft B6-tekort een rol bij het ontwikkelen van een depressie en bij het ontstaan van hart- en vaatziekten door homocysteïne. Tenslotte heb je B6 ook nodig om vetten en eiwitten om te zetten in energie;
  • Tekorten aan magnesium, kalium en calcium (dit zijn elektrolyten) veroorzaken hoge bloeddruk en problemen met het hart (calcium);
  • Tekort aan melatonine leidt tot een gebrek aan slaap;
  • Tekort aan zink heeft een effect op je algehele gezondheid en in het bijzonder die van je hart door de rol in de productie van stikstofoxide (net als vitamine C) om je bloeddruk te verlagen en door het voorkomen van atherosclerose;[6]
  • Tekort aan calcium leidt tot problemen met de contractie van je hart (knijpkracht) en de communicatie tussen zenuwcellen (membraampotentiaal) en (vaat-)spieren, het hebben van te veel bloedvetten en de regulering van je bloeddruk;
  • Tekort aan vitamine C zorgt voor een beschadigde binnenbekleding van je aderen (evenals een tekort aan selenium en vitamine E) waardoor plaquevorming ontstaat.

Wil je zelf het wetenschappelijk onderzoek lezen over het effect van tekorten van nutriënten op hoge bloeddruk, klik dan op de voetnoot voor het rapport.[7] Samengevat kun je ervan uitgaan dat een tekort aan de mineralen kalium, calcium, magnesium, zink, koper, selenium en de vitamines B6, B11, B12, C en D zorgen voor hoge bloeddruk. En die tekorten worden door het gebruik van antihypertensiva alleen maar vergroot. Nee, dan ben ik een grotere fan van cardioloog dr. Mark C. Houston die met nutriënten de bloeddruk bij 62% van zijn patiënten wist te verlagen tot normale niveaus.[8]

3. Wat kun je er zelf aan doen?

Ik denk dat je wel een beetje uit het lood geslagen bent als je dit allemaal tot je door hebt laten dringen. Het bovenstaande ging vooral over de reguliere aanpak en de gevolgen ervan. Maar als je nu de orthomoleculaire route zou volgen als je diabetes type 2 hebt, wat zou je dan voor supplementen kunnen gebruiken? Praktische vraag, lijkt me, die om een concreet antwoord vraagt. Als je diabetes hebt, zou je het volgende kunnen doen:

  • Stoppen met of matigen van de hoeveelheid koolhydraten die je eet;
  • Verhogen van de hoeveelheid goede vetten die je eet (blijf je langer verzadigd door);
  • Innemen van de volgende supplementen:
    • Chroom (200-600 microgram per dag): verbetert de insulinegevoeligheid en helpt je lichaam beter met bloedsuiker om te gaan;
    • Vitamine B-complex met voldoende folaat (= B11; 1000 mcg per dag), cobalamine (= B12; 2.000-10.000 per dag) en thiamine (= B1; 100-300 mg per dag);
    • Magnesium: 400-800 mg per dag;
    • Q10: een dosering tussen 200-400 mg per dag, afhankelijk van de hoeveelheid en soort medicijnen je gebruikt. Hoe meer medicijnen (in het bijzonder statines), hoe hoger de dosering.

Blijf je glucose controleren/meten en als die naar beneden gaat na verloop van tijd, kun je met je (huis-)arts overleggen om de medicatie aan te passen. 

Heb je hoge bloeddruk en gebruik je medicijnen daarvoor, dan zou je het volgende kunnen doen:

  • Q10: 200-400 mg per dag (werkt niet snel, dus minimaal een half jaar);
  • Kalium: begin met 200 mg per dag en verhoog de dosering langzaam tot 1000 mg per dag;
  • Magnesium (de natuurlijke spierverslapper); 400-800 mg per dag (mits je de goede vorm neemt);
  • Vitamine B-complex met in ieder geval voldoende vitamine B1;
  • Mineralencomplex met zink en selenium;
  • Omega-3-vetzuren (uit visolie) en dan met name EPA, want alleen EPA verlaagt de viscositeit (dikte) van je bloed en werkt dus bloedverdunnend. Voor diabetici dus ook aan te bevelen.

Blijf je bloeddruk meten en als die naar beneden gaat na verloop van tijd, kun je met je huisarts overleggen om te stoppen met je bloeddrukverlagers.

Als je naast bloeddrukverlagers, bloedsuikerverlagers ook nog eens cholesterolverlagers (statines) slikt, dan verlies je (naast Q10) bovendien vitamine D3 die ook een grote rol vervult in je algehele gezondheid en die van je hart. En dan te bedenken dat sommige mensen één of meer van deze medicijnen preventief (!) slikken omdat er in de familie problemen zijn geweest met bepaalde ziekten. Je hebt dus (nog) geen ziekte maar door de angst om er een te krijgen, ga je medicijnen slikken die ziektes veroorzaken. Ik kan er met mijn verstand niet bij. Ga met je dokter in gesprek over deze zogenaamde preventieve medicatie.

Ik vat bovenstaande voor je samen. Stel, je hebt hoge bloeddruk en je dokter zet je op bloeddrukverlagende medicijnen van één van bovenstaande soorten. Die vergroten vervolgens de kans op het ontwikkelen van diabetes. Daarnaast zijn het stofzuigers van stofjes die je juist nodig hebt om je bloeddruk op orde te houden. Dat geldt met name voor plastabletten en de genoemde bètablokkers (kijk goed naar de wetenschappelijke onderzoeken over welke middelen het precies gaat). Overweeg om supplementen in te nemen om de grondoorzaak aan te pakken en als de bloeddruk gaat dalen, stop je (altijd in overleg met de voorschrijvend arts) met je medicijnen. Of je hebt diabetes en krijgt daarvoor medicijnen. Die beroven je van Q10, B11 en B12 waardoor je het risico op hoge bloeddruk verhoogt. Dus je wordt door ‘de kat en de hond’ gebeten in dit geval. Hoe merkwaardig kan het zijn! In beide gevallen leidt de farmacologische route tot verdere voedingstekorten die op zijn minst het probleem in stand houden of op zijn ergst de problemen nog groter maken.

Tot slot

Ik heb in deze blog geprobeerd uit te leggen hoe medicijngebruik bij twee ziektes leidt tot onderlinge interactie. En dan heb ik het nog maar over twee medicijnen. Laat staan als je er 5-10 slikt (polyfarmacie)! Niemand weet wat dit met je doet. In feite zie je nu ook (hopelijk) hoe je je met medicijngebruik alleen maar dieper ingraaft in een put waar je het liefst uit wilt blijven. Dat geldt met name bij ziektes die direct te maken hebben met leefstijlkeuzes. Ik haast me echter om aan te geven dat dit verhaal niet voor alle mensen in alle gevallen opgaat. Want er zijn talloze andere voorbeelden waarin het onmogelijk is om van je medicijnen af te raken. Als je maar onthoud: het is geen neutrale activiteit en elk medicijn dat je kunt laten staan, levert gezondheidswinst op.

Disclaimer

Medische informatie wordt alleen verstrekt als informatiebron en mag niet worden gebruikt of vertrouwd voor diagnostische of behandelingsdoeleinden. De informatie is niet bedoeld als patiëntenvoorlichting, creëert geen relatie tussen patiënt en orthomoleculair adviseur en mag niet worden gebruikt als vervanging voor professionele diagnose en behandeling. Raadpleeg uw zorgverlener voordat u beslissingen over uw gezondheid neemt of voor advies over een specifieke medische aandoening. INNR B.V. is niet aansprakelijk voor enige schade, verlies, letsel of aansprakelijkheid op welke manier dan ook geleden als gevolg van uw vertrouwen op de informatie uit dit document.

[1] https://www.youtube.com/watch?v=hnAEzovrUbs

[2] https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6109862/

[3] https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4110601/

[4] https://diabetesjournals.org/care/article/29/5/1065/25251/Antihypertensive-Medications-and-the-Risk-of

[5] https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8890666/

[6] https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8458831/

[7] https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7916651/

[8] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/20400494/

Terug naar blog