Vitamine A: altijd snotteren, problemen met je schildklier of met je ogen?
'Onbekend maakt onbemind', is het gezegde. Dus over vitamine K schrijven is veel hipper dan over vitamine A. En dan te bedenken dat grote generaties (ik niet meer) zijn opgegroeid met een lepel levertraan. Het schijnt erg ranzig geweest te zijn, begreep ik uit de verhalen om mij heen. Toen ik mij verdiepte in levertraan, begreep ik het wel een beetje. Want sommige fabrikant lieten hun levertraan eerst fermenteren (lees: rotten) en ik kan me voorstellen dat je daar niet erg blij van wordt als kind. Sommige ouderen moeten er nog van kokhalzen. Maar nu even terug: vitamine A is een beetje een ‘stiefkindje’ geworden in de supplementenwereld. Niet terecht; dat zal je aan het einde van deze blog wel duidelijk worden. Vreemd genoeg is vitamine A (retinol) niet de eerst ontdekte vitamine; dat was vitamine B1 (thiamine). Toch kreeg thiamine niet de naam A maar B1. En retinol kreeg de naam A. Waarom dit zo gegaan is, heb ik niet kunnen achterhalen, maar wellicht dat de gebrekkige communicatiemogelijkheden een rol hebben gespeeld. Daarna ging het in grote lijnen wel goed. Al snel kwam men er namelijk achter dat er meer B-vitamines waren. Die kregen dus een nummer; B2, B3 en zo verder. Andersom gebeurde het ook. B4 bleek achteraf geen vitamine te zijn. B7 ook niet. En als je heel kritisch bent, horen vitamine D en K2 ook niet in het rijtje thuis. Vitamine D kunnen we zelf aanmaken uit zonlicht. En vitamine K2 maken we van vitamine K1 uit voeding, mits we goede darmen hebben. Niet getreurd; het is zoals het is. En ook niet zo relevant. Tijd om ons eens te verdiepen in vitamine A met de mooie naam retinol.
Ontdekking
Retinol is een vetoplosbare vitamine. Het waren Thomas Osborne en Lafayette Mendel die in 1909 aan de Yale University ontdekten dat boter een stof bevatte die noodzakelijk is voor de natuurlijke groei en ontwikkeling van de mens. In 1913 werd de stof geïsoleerd en ‘vetoplosbare factor A’ genoemd. De chemische structuur werd in 1933 vastgesteld en in 1947 slaagde de farmaceut Hoffmann-La Roche erin een synthetische variant te maken. Helaas is ook hier weer gebleken dat synthetische vitamine A (retinylpalmitaat) schadelijk is voor je gezondheid, waarover later meer. Het voordeel van retinol is dat het vetoplosbaar is en daardoor direct je celmembraam kan passeren en kan doordringen in de celkern en daar allerlei effecten op je genen kan bewerkstelligen. Dat voordeel geldt niet voor wateroplosbare vitamines, waaronder pro-vitamine bètacaroteen.
Pro-vitamine? Ja, we kennen namelijk ook bètacaroteen en men noemt dat pro- of pre-vitamine A. Het is dus eigenlijk een voorloper van vitamine A. Je lichaam kan namelijk van bètacaroteen vitamine A maken. Simpel verwoord bestaat een molecuul bètacaroteen uit twee retinolmoleculen die met de staart aan elkaar zitten. Als dit molecuul in het lichaam wordt gesplitst, ontstaan er twee moleculen retinol. Ogenschijnlijk zou je dan denken dat het slimmer is om bètacaroteen te nemen in plaats van retinol, maar schijn bedriegt. Professor Clive West heeft jarenlang onderzoek gedaan naar de omzetting van bètacaroteen naar retinol en ontdekte dat die niet zo positief was. Men dacht ooit dat je voor één eenheid retinol ongeveer zes eenheden bètacaroteen nodig had, maar West toonde aan dat dit niet klopte. Toen heeft het ‘Institute of Medicine’ de factor verhoogt van 1:6 naar 1:12. West vond echter dat dit 1:20 had moeten zijn. Andere bronnen melden een percentage van 4-6% van de ingenomen bètacaroteen wat uiteindelijk naar retinol wordt omgezet. Dat lijkt meer in lijn met wat professor West beweerde: voor 1 eenheid retinol heb je ongeveer 15-25 eenheden bètacaroteen nodig. De discussie toont wel aan dat de werkzaamheid van bètacaroteen als echte vitamine A ter discussie staat. Dat laat onverlet dat het stofje ook nog andere eigenschappen heeft die wel degelijk zinvol zijn. Het is namelijk een carotenoïde, een kleurstof in felgekleurde groenten zoals paprika’s, wortel, spinazie en boerenkool waaraan ook kankerwerende eigenschappen worden toegeschreven. En ook hier moet ik je weer waarschuwen voor de synthetische variant.
Dr. Brian R. Clement zegt in zijn boek over supplementen[1]: ‘Synthetische vitamine A kan echter een toename van kanker veroorzaken’. Hij verwijst vervolgens naar de bekende ATBC-studie[2] en zegt: ‘Dit onderzoek toonde overtuigend aan dat synthetische vitamine A (synthetische bètacaroteen) geen enkele antioxidantwerking bezit. Een echte antioxidant, bijvoorbeeld vitamine A uit een voedselbron, helpt de hartspier, de longen en de vaatwanden beschermen tegen vroegtijdige degeneratie. De synthetische vitamine A leverde geen enkele vitamine-activiteit op in de weefsels die daar behoefte aan hadden. Farmacologische doses synthetische bètacaroteen bleken de antioxidantwerking van de 50 andere van nature voorkomende carotenoïden…te blokkeren. De preventieve werking tegen kanker werd op deze manier door de synthetische bètacaroteen volkomen opgeheven.’ Ik heb over dit onderzoek al eerder een blog geschreven en min of meer dezelfde conclusies getrokken. Terzijde: dit geldt ook voor synthetische vitamine E en voor synthetische retinol met de naam retinylpalmitaat.[3]
Hoe het komt dat synthetische bètacaroteen zo slecht voor je is en natuurlijke niet? Ik ben geen scheikundige, maar heb gelezen dat natuurlijke bètacaroteen voor 15-30% uit cis-isomeren bestaan en synthetische geheel uit all-trans-isomeren. Vers fruit en groenten bevatten ongeveer 13-29% cis-isomeren en die werken lichamelijk anders dan de synthetische trans-isomeren. Om te begrijpen wat een isomeer is kun je denken aan legosteentjes. Je kunt moleculen als legosteentjes zien. En dan kan je die op verschillende manier aan elkaar koppelen zodat je ook verschillende ruimtelijke vormen krijgt. Jij maakt er een huis van en ik een auto. Een isomeer is dus een vorm waarin de moleculen aan elkaar gezet zijn. Het aan elkaar plakken van moleculen zonder de vorm in acht te nemen, is dus een slechte poging om de natuur te imiteren. Blijf er vandaan en gebruik alleen natuurlijke. Zowel de ATBC-studie als de CARET-studie[4] hebben aangetoond dat elke vorm van synthetische vitamine A (en E) een desastreus effect op je gezondheid kunnen hebben. Tenzij je een stijging van 28% meer longkanker, 17% hogere sterfte en 26% meer hart- en vaatziekten ten opzichte van de groep die niets slikte, niet desastreus zou noemen. Laten we maar snel gaan kijken naar de positieve boodschap die vitamine A voor je heeft.
Bronnen
De meeste vitamine A in ons lichaam ligt opgeslagen in onze lever; zo’n 13.000-43.000 mcg per 100 gram. Dat geldt bij dieren ook, dus daarom is lever de beste bron voor retinol. Retinol treffen we daarnaast aan in levertraan, roomboter, volle zuivelproducten, eidooier, vette vis en camembert. Maar let op; dit geldt alleen voor niet gepasteuriseerde zuivel, want door pasteuriseren (en koken) gaat vitamine A verloren. Dus rauwmelkse (schapen-)kaas, boter en volvette zuivel zijn na lever, de beste optie. Ik vind het wel opmerkelijk dat retinol vooral in dierlijke producten zit, terwijl de overheid haar best doet om te vertellen dat vegetarisch, ‘flexitarisch’ of veganistisch eten goed is en dierlijk eten fout. Dat advies spoort in ieder geval niet met het nutriëntenaanbod. Juist vegetariërs worden regelmatig gewaarschuwd voor allerlei tekorten. Kennelijk is de natuur zo vormgegeven dat dieren plantaardig eten in grote hoeveelheden en dus bètacaroteen omzetten in retinol, zodat wij met onze veel kleinere magen voldoende retinol binnenkrijgen zonder enorme hoeveelheden groenten te consumeren. Mooie gedachte!
Bètacaroteen vinden we, zoals gezegd, terug in felgekleurde groenten en fruit. Van origine is bètacaroteen namelijk een kleurstof. En van die kleurstoffen weten we dat die uitstekende eigenschappen hebben. Dus hoe feller je groenten of fruit gekleurd zijn, hoe meer kleurstoffen en hoe gezonder. Bètacaroteen zit vooral in paprika’s, zoete aardappel, worteltjes, maar ook donkergroene groenten als spinazie, broccoli en boerenkool. Toch is de hoeveelheid in groenten zeer beperkt als je dit vergelijkt met lever. Drie ons lever bevat evenveel retinol als 20 kilo rauwe worteltjes en 450 porties van ca. 200 gram rauwe boerenkool. Het is dus ondoenlijk om voldoende vitamine A (in de vorm van bètacaroteen) uit groenten te halen. En daar komt nog wat bij: we kunnen bètacaroteen gewoon minder goed omzetten en dat zit hem in de werking van je darmen en schildklier. Stel dat wij voldoende bètacaroteen zouden innemen via felgekleurde groenten, dan nog zijn onze darmen beperkt in de omzetting naar retinol; zij kunnen ons maximaal van 5000 IE per dag voorzien. Mits je dus absurde hoeveelheden groenten eet.
Functies
Wat zijn nu de functies van vitamine A? Of met andere woorden: waarom heb je het nodig?
Immuunsysteem
In het algemeen kun je zeggen dat vitamine A een cruciale rol speelt om je lichaam te beschermen tegen de (potentieel) boze buitenwereld. Immers, die zit vol met virussen, bacteriën en allerlei andere ziekteverwekkende stoffen. En wat zorgt ervoor dat die buiten ons lichaam worden gehouden? Juist; beschermend weefsel. Aan de buitenkant van ons lichaam is dat onze huid en vanbinnen is dat een dun slijmlaagje in tal van organen met een heel dun laagje epitheelweefsel. Epitheelweefsel? Ja, dat is het dunne toplaagje weefsel dat ander weefsel bedekt of afgrenst. Voorbeelden van plaatsen waar je epitheelweefsel kunt vinden, zijn: je huid, je mond- neus- en keel, je urinewegen, je longen, je maag-darmkanaal en je bloed-hersenbarrière. Eigenlijk is alles wat in contact komt met de (mogelijk ziekteverwekkende) buitenwereld, bedekt met de eerste-lijns-immuniteits-barrière: epitheelweefsel en slijmlaagjes. Of huidweefsel; een bijzonder vorm van epitheelweefsel. Die slijmlaag is een eerste laagje vol met antilichamen voor aanvallers van buiten. En microben hebben moeite om die slijmlaag te doordringen. Dus daarom is vitamine A zo belangrijk voor onze immuniteit en derhalve onderdeel van een goed werkend eerste-lijns-immuunsysteem. Terzijde: vitamine C is dat ook, maar veel meer als de pathogenen de eerste barrière al zijn gepasseerd. Welke onderdelen van ons lichaam komen in contact met de buitenwereld?
Het eerste onderdeel: onze luchtwegen. Of je nu door je neus of je mond ademt, bij elke ademteug komen er ziekteverwekkers binnen. Die komen in contact met je slijmlaagje en worden gelijk vermoord. Of niet. Een gebrekkige slijmlaag in je mond, neus, keel, sinussen en bronchiën veroorzaakt ‘gaten’ in je immuniteit zodat bacteriën en virussen vrij toegang hebben. Het gevolg laat zich raden: luchtweginfecties, snotneuzen, voorhoofdsholteontsteking, longontsteking, keelontsteking, verkoudheid, griep, corona; allemaal omdat onze eerste-lijns-barrière niet functioneert. Vreemd genoeg hoorde je tijdens de corona-epidemie niets over deze vitamine. Ik heb wel gehoord (en zelfs geschreven) over het nut van vitamine C en D, maar had wellicht achteraf ook beter over vitamine A kunnen schrijven. Want juist virussen die we inademen, kunnen we het hoofd bieden met een goede slijmlaag. En dat geldt elke herfst en winter opnieuw. Ik zie tal van kinderen die bij het eerste de beste bezoek aan de kinderopvang of school direct met snotneuzen en verkoudheid thuiskomen. Het krioelt daar natuurlijk van de ziekteverwekkers en het ene kind steekt het andere aan. Tenzij je goed beschermd bent en de ziekteverwekkers ‘afketsen’ op een intacte slijmlaag.
Het tweede onderdeel (en dat zal je niet veel horen): onze darmen. Vitamine A is dus belangrijk voor een goede darmfunctie. Waarom? Omdat deze vitamine helpt om je epitheelweefsel te regenereren of te herstellen. Dus als je nog steeds denkt dat je darmen bij de binnenwereld horen, dan zit je ernaast. Dat geldt namelijk alleen voor de binnenkant (dus niet de kant waar de voedselbrij doorheen komt) van je darmen. De buitenkant waar het voedsel doorheen gaat (waarvan wij denken dat het de binnenkant is), hoort gewoon bij de potentieel gevaarlijke buitenwereld. En de darmwand maakt onderdeel uit van het systeem om de boze ziekteverwekkers uit ons lichaam te houden. Mits die intact is want anders heb je een ‘leaky gut’. Vitamine A is dus ook cruciaal voor een intact darmslijmvlies.
Het derde onderdeel: onze urinewegen. Nee, die komen niet snel met de buitenwereld in contact. Bij vrouwen weliswaar eerder dan bij mannen, maar onderschat niet welke effect (giftige) afvalstoffen op de bekleding van je urinewegen en blaas bewerkstelligen. Juist vitamine A zorgt voor een intacte slijmlaag in je blaas en urineleiders. Dus wil je je urineleiders en blaas beschermen, vergeet dan vitamine A niet, zeker niet als je regelmatig last hebt van blaasontsteking.
Tenslotte onze huid; de ultieme grens die ons beschermt tegen de boze buitenwereld. Maar ieder wondje of beschadiging, hoe onschuldig ook, kan eindigen in een serieus probleem. Te beginnen met huidproblemen zelf en te eindigen in bacteriële infecties die in gelukkig zeldzame gevallen leiden tot het amputeren van ledematen. Een gezonde huid is dan ook gebaseerd op voldoende vitamine A. Want als pathogenen via je huid je lichaam indringen, dan heb je niet veel aan gezonde darmen; de bescherming wordt simpelweg omzeild en voor je het weet, zit je bloed vol bacteriën. Zou het daarom zijn dat vitamine A ook wordt genoemd bij verminderen van symptomen en complicaties bij mazelen?
Gezonde ogen
Ze zeggen weleens dat ogen de spiegel van de ziel zijn. Dat geldt ook voor onze gezondheid. Aan de kwaliteit van je ogen valt veel af te leiden. Zelfs de kwaliteit van je aderen in je ogen zeggen iets over de kwaliteit van de rest van je aderen. Een tekort aan vitamine A kan leiden tot allerlei problemen met onze ogen, bijvoorbeeld droge ogen. Maar ook op andere plaatsen kan dit tekort leiden tot problemen (bijvoorbeeld bij het syndroom van Sjögren). Vitamine A is dus belangrijk voor gezonde ogen en als je dus serieuze zichtproblemen krijgt, loont het de moeite om eens aan retinol te denken. Dat geldt dus ook als je merkt dat je zicht minder wordt. Het aantrekken en loslaten van de spieren in je ogen, nodig om veraf en dichtbij te kunnen zien, kan niet zonder voldoende vitamine A. Tel daarbij op dat velen van ons uren naar een beeldscherm zitten te turen en dan begrijp je dat je ogen in een spasme terecht komen. Vooral bij nachtblindheid kan retinol iets voor je betekenen. Hoe dat zit? Wel, retinol is een bouwsteen van rodopsine (visual purple), een lichtgevoelig pigment dat voorkomt in de staafjes in het netvlies van de ogen en licht omzet in elektrische signalen naar je hersenen. Daarnaast zorgt vitamine A voor de opbouw van de haarvaten en is dus relevant voor de bloedvoorziening van je cellen, niet alleen voor je ogen, maar overal in je lichaam.
Hormonen
Cholesterol is de grondstof voor tal van (steroïde) geslachtshormonen. Bij vrouwen gaat het om oestrogeen en bij mannen om testosteron, alhoewel beide geslachten beide hormonen hebben. Zonder vitamine A is het erg moeilijk om cholesterol op te nemen en vervolgens om te zetten in die geslachtshormonen. En andersom. Mocht je hier last van hebben, af te leiden uit bijvoorbeeld onvruchtbaarheid, dan is suppletie met vitamine A zeker zinvol. Dit effect is ook merkbaar in kinderen die de geslachtsrijpere leeftijd bereiken. Vitamine A helpt bij de geslachtsdifferentiatie; dus helpt bij meisjes en jongens om de geslachtskenmerken te ontwikkelen.
Schildklierfunctie
Een van de belangrijkste maar ook minst bekende eigenschappen van vitamine A is de rol bij een goede werking van de schildklier. Zoals je wellicht weet produceert je schildklier het voorloperhormoon T4 (thyroxine) aan. Dat wordt vervolgens omgezet naar het actieve T3 (thyronine). Die omzetting gebeurt onder andere in de lever, de spieren en de hersenen. En nu komt het: om de actieve T3 te laten werken in je cellen om de stofwisseling te versnellen, moet T3 een verbinding maken met een receptor op de celmembraam van je celkern. Die receptor heeft de naam retoïnezuurreceptor (RAR op zijn Engels). Als je dus niet voldoende vitamine A hebt, krijg je problemen met ineffectieve schildklierhormonen, met name hypothyreoïdie (een te langzaam werkende schildklier). Zo kan het dus zijn dat je schildklierwaarden op orde zijn en je toch hypothyreoïdie hebt! Terzijde: de meest voorkomende symptomen van hypothyreoïdie zijn gewichtstoename, obstipatie, droge huid, heesheid, haarverlies, voortdurend koud hebben, moeheid, vergeetachtigheid (brain fog), spierpijn en hartklachten.
Maar het wordt nog boeiender! Er is namelijk een dubbele relatie tussen je schildklierhormoon en vitamine A. Om bètacaroteen om te zetten in retinol heb je schildklierhormonen nodig! Zie je het verband? Een te langzaam werkende schildklier kan worden veroorzaakt door een gebrek aan vitamine A (de RAR-route) en veroorzaakt een tekort aan vitamine A door de omzetting uit bètacaroteen te frustreren (de darmroute). Nog een keer? Vitamine A-tekort kan leiden tot een slecht functionerende T3. En een tekort aan T3 kan leiden tot een tekort aan vitamine A uit bètacaroteen. Hoeveel van jullie zijn gediagnosticeerd met hypothyreoïdie en levenslang op medicatie gezet (meestal levothyroxine)? En iedere keer wordt de dosis maar verhoogd als de symptomen van hypothyreoïdie niet afnemen. Logisch dat het geen of weinig effect heeft: je RAR-receptoren doen het niet vanwege een gebrek aan vitamine A, dus die medicijnen werken ook niet goed. Om vervolgens wel te grossieren in vervelende bijwerkingen van die medicatie: hartkloppingen, haaruitval, opvliegers, angsten en moeite met slapen. Dus zit je met deze problemen? Laat óf je vitamine-A-waarden checken of begin snel met het innemen van retinol.
Cellen
Tenslotte heeft retinol een belangrijke functie in celdeling, celgroei en embryonale ontwikkeling. Van foetus tot bejaarde; vitamine A zorgt voor gezonde cellen. Zoals je weet worden onze cellen voortdurend vervangen en vernieuwd. Als er een nieuwe cel wordt aangemaakt, is die cel generiek (ongedifferentieerd). De cel weet niet of het een botcel of longcel moet worden. Daarvoor zorgt vitamine A. Daarom is die vitamine ook zo belangrijk bij de embryonale ontwikkeling. Er zijn indicaties dat een tekort aan vitamine A tijdens de zwangerschap onder andere kan leiden tot kinderen met een gespleten gehemelte. Of tot groeiachterstanden tijdens de baby- en peuterfase. Dus als je kind achterblijft in de curves van het consultatiebureau, denk dan eens aan het suppleren van vitamine A (in de vorm van levertraan). Is er dan ook een relatie met kanker, wat toch alles met ongebreidelde celdeling te maken heeft? Ja. Een slecht gereguleerde cel kan misvormd worden en uiteindelijk kankercel worden. Of ze komen op een verkeerde plek terecht (metastasen). Vitamine A voorkomt dat cellen niet goed differentiëren. Daarnaast vervult vitamine A een belangrijke rol in apoptose; geprogrammeerde celdood. Als die ‘zelfmoordknop’ het niet meer doet, wordt een cel een niet te remmen kankercel. Vitamine A is essentieel voor het goed functioneren van die ‘zelfmoordknop’. Geldt dit dan ook na bestraling of het krijgen van een chemokuur? Nogal. Want één van de bijwerkingen van beide behandelmethoden is…kanker.
Oorzaken van tekorten
Voedingspatroon
De eerste reden is de meest logische; een te lage inname. Heb jij wel eens levertjes of ander orgaanvlees gegeten? Ik heb het recent nog eens geprobeerd, maar het kon mij niet bekoren. Verder dan af en toe wat paté, leverworst of leverpastei kom ik niet. Toch is lever veruit dé beste bron van retinol. Andere bronnen zijn melkvet, boter en kaas, mits niet gepasteuriseerd. Heb je een zuivelallergie en is zuivel dus geen optie voor je, dan is bètacaroteen een betere optie, ook al is de omzetting beperkt. Of melk van Jersey-koeien. Toch is vet eten de beste optie, want vitamine A (en E, D en K) is een vetoplosbare vitamine, dus die tref je niet aan in waterachtige omgevingen zoals groenten. Ik hoor je denken: ‘Vet? Dat is toch slecht voor je? Daar wordt je toch dik van?’ Ja, dat is ons decennia lang voorgehouden. De supermarkt staat nog steeds vol met verpakkingen met teksten als ‘Vetarm’ of ‘0% vet’; termen die eigenlijk suggereren dat vet slecht is. Tel daarbij op dat de woorden ‘vet’ en ‘dik’ synoniemen zijn voor menigeen en je weet hoe het komt dat je denkt dat je van vet eten dik wordt en dat vet dus slecht voor je is. Vergeet het maar gewoon. Vet is uitstekend voor je. Zelfs verzadigd vet. En sowieso veel beter dan koolhydraten (suiker en zetmeel) als bron van energie. Mocht je nu geen lever eten en daarenboven vetarm eten, dan heb je nog kans om het uit groenten te halen als bètacaroteen. Maar, zoals je hebt kunnen lezen, is de omzetting beperkt. Tel daarbij de matige groenteconsumptie op en je weet waar een tekort aan vitamine A door kan komen. Ben je daarenboven ook nog vegetariër/veganist, onthoud dan dat je voor de omzetting van bètacaroteen schildklierhormonen en eiwitten nodig heb. Ik kan me na dit onderzoek gewoon niet voorstellen dat er vele mensen rondlopen zonder een tekort aan vitamine A. En dan let ik alleen maar op het aantal brildragers. En ligt het nu aan mij dat ik ook veel meer kleine kinderen al met een bril zie lopen ten opzichte van vroeger? Of werd er vroeger minder aandacht aan besteed? Hoe dan ook; geen orgaanvlees, een vetarm dieet en gepasteuriseerde zuivel: het kan bijna niet anders als dat zo’n beetje iedereen een tekort heeft.
Gezond maag-lever-darmstelsel
De tweede reden is even logisch. Als je voedsel inneemt maar niet opneemt, dan verlaat het ongebruikt je lichaam. Door een ongezonde lever (vette lever) en met name een slecht functionerende galblaas of als je galblaas is verwijderd (cholescystectomie), wordt de opname van de vetoplosbare vitamine A gehinderd. Gal maakt van een vettige substantie een geëmulgeerde substantie. Daarom kan je lichaam vetten opnemen. Want zonder gal blijven vetten vetten en komen niet in je lichaam terecht. Dus heb je geen gal(-blaas) of een slecht functionerende lever, dan is het raadzaam om vitamine A in te nemen met galzouten of galsupplementen. Als je galblaas is verwijderd, vraag dan regelmatig aan je dokter om je niveaus van de vitamines A, D, E en K te controleren. Grote kans dat dit niet goed gaat en je een tekort hebt. Meestal duurt het een jaar of zeven voordat het verwijderen van je galblaas je op gaat breken en gaat leiden tot vetoplosbare vitaminetekorten. Let vooral op (de kleur van) je ontlasting. Je ontlasting hoort donkerbruin te zijn en bij voorkeur niet te drijven. In dit verband moet ik ook nog even zeggen dat je voldoende maagzuur nodig hebt om de productie van gal te stimuleren. Samengevat: te weinig gal is te weinig vitamine A (en andere vetoplosbare vitamines). En een tekort aan gal kan ook komen door een tekort aan cholesterol.
Hetzelfde geldt voor slecht werkende darmen. Als je darmen niet goed functioneren, bijvoorbeeld door het gebruik van antibiotica of door allerlei andere problemen met je darmen (‘leaky gut’, coeliakie, SIBO, ziekte van Crohn, operatieve verwijdering van een deel van je darmen), heb je waarschijnlijk ook last van het niet voldoende omzetten van bètacaroteen in retinol of van het slecht opnemen van retinol uit je voeding. Bij slechte darmen is de bètacaroteen-route sowieso niet handig vanwege een gebrekkige omzetting en is retinol suppleren slimmer. Dus tob je met jarenlange ontstekingen in je darmen, al dan niet veroorzaakt door voedselallergieën of ontstekingen door gluten of wat dan ook, dan is de kans groot dat je darmepitheel beschadigd is. En dan is retinol een cruciaal nutriënt. In dit verband moet ik ook methotrexaat noemen dat vaak wordt voorgeschreven bij reumatoïde artritis. Dat beschadigt je darmen en vitamine A kan dan helpen de schadelijke bijwerkingen te reduceren.
Gebrek aan schildklierhormonen
Ik heb er al over geschreven. Schildklierproblemen leiden tot een gebrekkige omzetting van bètacaroteen in retinol. En een gebrek aan retinol leidt tot schildklierproblemen. Of iets preciezer gezegd: tot ineffectieve schildklierhormonen omdat ze niet kunnen ‘aandokken’ in je cellen. Vegetariërs met een schildklierprobleem hebben dus een dubbel probleem; geen bètacaroteen en geen effectieve T3. Heb je dus schildklierproblemen, met name hypothyreoïdie (of de symptomen ervan): laat je vitamine A-levels direct controleren. Want niet iedere hypothyreoïdie wordt veroorzaakt door Hashimoto.
Geldt dit dan ook voor Hashimoto? Deels. Hashimoto is een auto-immuunziekte die niet wordt veroorzaakt door een tekort aan vitamine A. Andersom wel; Hashimoto kan leiden tot een tekort aan vitamine A (door de bètacaroteenroute) en een slecht werkende (resterende) T3. En dan geldt dezelfde ‘loop’: een tekort aan T3 leidt tot een tekort vitamine A uit bètacaroteen. Zo kom je in een negatieve spiraal terecht. Dus als je Hashimoto hebt, doorbreek die vicieuze cirkel dan met retinol. Dan bereik je in ieder geval dat de resterende productie van T4/T3 nog effectief kan zijn.
Medicijngebruik
In relatie tot je darmen is het waarschijnlijk overbodig om te vermelden dat antibiotica je darmflora ernstig beschadigen. Als dat nodig is, dan is dat zo. Maar realiseer je dan wel dat het wel twee jaar kan duren voordat je darmflora weer hersteld is. Dan moet je ook nog weten dat een deel van je darmbacteriën ook een bepaald soort gal aanmaken. Als je maar onthoudt dat je zo snel mogelijk je darmen weer op orde moet zien te krijgen. En dan hebben we nog statines (cholesterolverlagers). Geen ‘medicijn’ zo controversieel als dit. Het enige wat ik er hier over wil zeggen is dat statines je cholesterolproductie in de lever blokkeren. En laat je nu die cholesterol nodig hebben om gal te maken! Dus indirect via de route cholesterol-gal-vitamine A leiden statines tot een tekort aan vitamine A. En niet alleen A….
Polymorfisme
En tenslotte bestaat er nog zoiets als polymorfisme. Dat is een genetische (aangeboren) afwijking of mutatie waardoor we meestal vanaf onze jonge jaren een gebrek oplopen. Meestal komt zo’n genetisch defect tot uitdrukking in de lever. Die zet sommige stofjes niet voldoende om of juist teveel om in andere stofjes. In het geval van vitamine A kan een gen ontbreken dat bètacaroteen kan omzetten in retinol. Zo’n genetische zwakte kan leiden tot een chronisch gebrek aan vitamine A. Dus als je een kind hebt wat al vroeg tobt met gezondheidsproblemen, loont het de moeite om hier eens goed naar te laten kijken. Meestal heeft het dan niet veel zin om de hoeveelheid retinol op te hogen, maar te zorgen voor een complementaire factor: galzouten waarvan TUDCA de handigste vorm is.
Symptomen van een tekort
Als je te weinig vitamine A binnenkrijgt, kun je de volgende symptomen krijgen:
- Problemen met droge ogen, droge mond, droge huid, droge vagina, vaak omschreven als het ‘syndroom van Sjögren’ en allerlei problemen die samenhangen met te weinig afscheiding uit klieren;
- Problemen met de keel-, neus en luchtwegen, voorhoofdsholten en oren waardoor je vaak verkouden bent, ontstekingen hebt, bij het minste of geringste snottert (met name kinderen) of elk griepje meepakt. Dit bewijst een gebrekkig eerste-lijns-immuunsysteem. Ieder virus of elke bacterie wordt niet afgeschermd door je epitheelweefsel en heeft vrij toegang tot je lichaam;
- Problemen met je ademhaling tijdens de nacht (apneu);
- Problemen met je darmen, speciaal ‘leaky gut’ en ontstoken darmen, omdat vitamine A het darmslijmvlies (= epitheelweefsel) in goede conditie houdt of helpt herstellen;
- Problemen met je huid, zoals psoriasis, folliculaire hyperkeratose waardoor je verharde bultjes krijgt (ziekte van Kyrle), huidontstekingen, slechte heling van wondjes, droge en schilferige huid of huid met een grove structuur, acne;
- Problemen met infecties, zoals colitis ulcerosa (zweren in je dikke darm), MS en lupus;
- Problemen met je haar (met name droog haar) en hoofdhuid (roos);
- Problemen met chronische urineweginfecties;
- Problemen met de longen, omdat de longen bedekt zijn met een dun slijmlaagje om de ingeademde ziekteverwekkers tegen te houden;
- Problemen met geslachtshormonen bij vrouwen en mannen;
- Problemen met nierstenen door een gebrek aan vitamine A[5];
- Problemen met verlate puberteit;
- Problemen met je ogen, waaronder zien in het donker (nachtblindheid) en slecht zicht aan de zijkant van je gezichtsveld;
- Problemen met slapen in relatie tot licht en donker;
- Problemen met allergieën, met name astma en voedselintoleranties;
- Problemen met je tandvlees en gebit;
- Problemen met een goede schildklierwerking en met name als je bent gediagnosticeerd met schildklierproblemen of al op medicatie zit.
Suppletie
Dosering
Een van de grootste angsten bij de suppletie van vetoplosbare vitamines is de vermeende toxiciteit. Nu geldt dit eigenlijk voor alles wat je consumeert; zelfs water. Dus absurde hoeveelheden van welke stof dan ook innemen, leidt onherroepelijk tot problemen en vitamine A is daar geen uitzondering op. Wat de toxische grens dan is? Voor retinol is een dagelijkse hoeveelheid van 25.000 IE gedurende een langere periode van bijvoorbeeld een jaar mogelijk (!) toxisch. Terzijde: de dosering waarbij bij de mens levercirrose als gevolg van vitamine-A-overdosering is waargenomen, is 25.000 IE/7500 mcg retinol per dag, gedurende zes jaar. Het is dus zeker veilig om voor maximaal 12.500 IE per dag te gaan, zonder dat dit gecontroleerd wordt. Hoeveel is dat dan? De hoeveelheid vitamine A en bètacaroteen wordt weergegeven in retinol-equivalenten (RE). 1 microgram retinol = 1 retinolequivalent = 12 microgram bètacaroteen = 3,33 IE retinol. Dus als ik het heb over een veilige dagelijkse inname van 12.500 IE, dan hebben we het over 12.500/3,3 = ca. 3800 microgram. Alles daaromtrent is veilig. En hou dan de regel aan dat dit gebaseerd is op een iemand van 75 kilo. Dan weet je ongeveer wat je je kinderen kunt geven. Dus het loopt allemaal wel los met die toxiciteit. Je moet echt enorme hoeveelheden lever(-traan) naar binnen werken om in de problemen te komen. En dat doet niemand. Als je teveel vitamine A zou innemen, dan zijn de symptomen hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid, vermoeidheid en afwijkingen aan je huid, ogen en skelet. Of problemen met het ongeboren leven. Maar nogmaals; dan praat je alleen over megadoseringen. Dus retinol is gewoon veilig en de kans op toxiciteit buitengewoon laag. Voor bètacaroteen is er geen toxische grens, dus maak je daar al helemaal niet druk om. Je gaat er hooguit wat geel van zien als je er teveel van krijgt.[6] Ben je zwanger of geef je borstvoeding? Dan is vitamine A essentieel voor de gezondheid van je (aankomende) baby, maar hou dan wel een grens in acht van 3000 mcg per dag. En eet niet teveel lever als je zwanger bent.
Vormen
Zoals wel uit de ATBC-studie en de CARET-studie is gebleken, is elke vorm van synthetische suppletie van vitamine A bijzonder risicovol. Helaas kun je aan veel etiketten en verpakkingen niet zien of er nu sprake is van synthetische bètacaroteen of natuurlijke. Bij retinol ligt dat iets genuanceerder. Vaak zie je geen retinol sec staan bij de ingrediëntendeclaratie, maar retinylpalmitaat, retinolacetaat of retinolsuccinaat. Ik kan het gewoon niet optimistischer omschrijven, mede gelet op de uitkomsten van de genoemde studies: beter geen suppletie van vitamine A dan inname van welke vorm van synthetische dan ook. Bij voorkeur haal je je retinol uit voeding. En als je, net als ik, geen fan bent van lever, neem dan levertraan zonder retinylpalmitaat. En, voor zover je denkt, wat zou die man dan zelf doen? Ik zou al mijn (kleine) kinderen dagelijks minimaal één capsule levertraan geven (zonder retinylpalmitaat) en er zelf twee preventief en zes tot tien curatief (bijvoorbeeld bij psoriasis of bij een heersende virale ziekte) innemen. Domweg, omdat ik inmiddels besef dat de beste manier om ziektes te voorkomen, is om te zorgen voor een adequate inname van voldoende voedingsstoffen uit de natuur. Met name als er virussen door de lucht circuleren.
Inname
Omdat vitamine A een vetoplosbare vitamine is, is het over het algemeen het verstandigste om dit in te nemen bij een maaltijd die wat vet bevat. Denk dan aan boter, worst, kaas, pindakaas of jus. Hoe meer vet, hoe beter de vitamine wordt opgelost in de totale spijsvertering, ook al zit vitamine A in de vorm van levertraan al in visolie. De achterliggende reden is dat je gal door hormonen wordt gestimuleerd als je een vetrijke maaltijd nuttigt. En die gal emulgeert de vette massa tot een opneembare massa.
Cofactoren
Om vitamine A door je lichaam te transporteren, heb je een ‘vrachtwagentje’ nodig. Dat is een aminozuur met de naam ‘retinolbindendproteïne’ (RBP). Dit vrachtwagentje wordt gemaakt met behulp van zink. Dus al zou je al voldoende vitamine A binnenkrijgen met je voeding, dan kan een gebrek aan zink je alsnog parten spelen omdat RBP een ‘op zink gebaseerd eiwit is’. Daarom gaan zink- en vitamine A-tekorten vaak samen. Dus let daar ook op, alstublieft.
Contra-indicaties
Als je bekend bent met leverproblemen of problemen met je galblaas, vraag dan advies voordat je overgaat tot suppletie.
Disclaimer
Medische informatie wordt alleen verstrekt als informatiebron en mag niet worden gebruikt of vertrouwd voor diagnostische of behandelingsdoeleinden. De informatie is niet bedoeld als patiëntenvoorlichting, creëert geen relatie tussen patiënt en orthomoleculair adviseur en mag niet worden gebruikt als vervanging voor professionele diagnose en behandeling. Raadpleeg uw zorgverlener voordat u beslissingen over uw gezondheid neemt of voor advies over een specifieke medische aandoening. INNR B.V. is niet aansprakelijk voor enige schade, verlies, letsel of aansprakelijkheid op welke manier dan ook geleden als gevolg van uw vertrouwen op de informatie uit dit document.
[1] Supplementen onder de loep, p. 113, Dr. Brian R. Clement, Uitgeverij Ankh-Hermes BV, Deventer (ISBN978 90 20203769)
[2] https://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJM199404143301501
[3] https://innrvital.nl/blogs/nieuws/vitamines-en-kanker
[4] https://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJM199605023341802
[5] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/9526674/
[6] Dat was de bijwerking van sommige deelnemers aan de ATBC-studie hadden na inname van grote hoeveelheden (synthetische) bètacaroteen.