Zink

Zink

Deze blog gaat over zink. Ik weet niet hoe het jou vergaat, maar op de een of andere manier heb ik gewoon verkeerde associaties bij metalen, zoals zink. Dat komt waarschijnlijk door de uitdrukking ‘zware metalen’ of zo, want zoals je in deze blog zult lezen, is zink cruciaal voor je gezondheid. Op de een of andere manier roepen mineralen als zink, ijzer, koper, mangaan en dergelijke een gevoel van giftigheid op. Net als kwik, cadmium, lood en tin bijvoorbeeld. Volkomen onterecht, natuurlijk. Wat een essentieel mineraal is dit! Wat een functies, met name voor het immuunsysteem! En wat een grote kans dat je een tekort hebt. Met wat ik nu weet over zink, trek ik voor mijzelf de conclusie dat er zeker periodes in mijn leven geweest zijn dat ik een zinktekort had. Het was weer een indrukwekkende zoektocht naar dit prachtige mineraal, grotendeels gebaseerd op de kennis van Amerikaanse orthomoleculaire artsen. En zoveel mogelijk onderbouwd met wetenschappelijk onderzoek dat je in de voetnoten kunt terugvinden. Lees deze blog ook vooral als je (kleine) kinderen hebt. Het gaat namelijk regelmatig over kinderen met gezondheidsproblemen, zoals het RS-virus.

Zink is een mineraal en zoals je weet, kunnen wij mensen geen enkel mineraal zelf aanmaken (in tegenstelling tot sommige vitamines). Dus je bent altijd (!) aangewezen op voeding of supplementen als het over mineralen gaat. Nu is zink wel een van de lastigere mineralen om binnen te krijgen. Dat heeft enerzijds te maken met wat we niet eten, zoals oesters, mosselen of lever en anderzijds met hetgeen we wel veel eten: granen. Laten die laatsten nu de absorptie van zink danig frustreren! Tijd om eens diep in de beschikbare kennis over zink te duiken. Ik verdeel deze blog in de volgende paragrafen:

  1. De ontdekking van zink;
  2. Bronnen van zink;
  3. Functies van zink;
  4. Oorzaken van een tekort aan zink;
  5. Symptomen van een tekort aan zink;
  6. Suppletie en doseringen.

1. De ontdekking van zink

Zink als metaal is er al sinds het begin van de schepping. Er zijn voorwerpen gevonden die dateren uit 1400 voor Christus die tot 87% zink bevatten. Rond het jaar 1000 was men in India al in staat om zink te smelten. In Europa leerde men pas in de 18e eeuw zink te maken. Maar gek genoeg was er geen oog voor zink als mineraal in het menselijk lichaam. Geloof het of niet, maar pas sinds 1963 (!) weten we dat zink cruciaal is voor het goed functioneren van het menselijk lichaam. Ik citeer uit een wetenschappelijk onderzoek uit 2013: ‘De essentie van zink bij mensen werd in 1963 vastgesteld. Gedurende de afgelopen 50 jaar zijn er enorme vorderingen gemaakt in zowel de klinische als de fundamentele wetenschappen van het zinkmetabolisme bij mensen. De belangrijkste factor die bijdraagt aan zinktekort is de hoge inname van fytaathoudende graaneiwitten in ontwikkelingslanden en bijna 2 miljard personen hebben mogelijk daardoor een zinktekort. Geconditioneerd zinktekort is waargenomen bij patiënten met malabsorptiesyndroom, leverziekte, chronische nierziekte, sikkelcelziekte en andere chronische ziekten. Belangrijke klinische problemen als gevolg van zinktekort bij mensen zijn onder andere groeivertraging, cellulaire immuundisfunctie en cognitieve stoornissen. In het Midden-Oosten werden zink-deficiënte dwergen niet ouder dan 25 jaar en stierven ze als gevolg van intercurrente (= gelijktijdige | BM) infecties. In 1963 kenden we slechts 3 enzymen die zink nodig hadden voor hun activiteiten, maar nu kennen we meer dan 300 enzymen en meer dan 1000 (inmiddels worden getallen genoemd van 2800 | BM) transcriptiefactoren waarvan bekend is dat ze zink nodig hebben voor hun activiteiten. Zink is een tweede boodschapper van immuuncellen, en intracellulair vrij zink in deze cellen speelt een rol bij signaaloverdracht. Zink is zeer succesvol gebruikt als therapeutische modaliteit voor de behandeling van acute diarree bij kinderen, de ziekte van Wilson, verkoudheid en voor de preventie van blindheid bij patiënten met leeftijdsgebonden droge maculadegeneratie. Het is bovendien zeer effectief in het verminderen van de incidentie van infecties bij ouderen. Zink moduleert niet alleen de cellulaire immuniteit, maar is ook een antioxidant en ontstekingsremmer.’[1] Einde citaat.

Dat belooft wat voor het vervolg van deze blog. Veel moeilijke woorden, maar we gaan het proberen te vereenvoudigen.

Absorptie

Om zink uit voeding te absorberen, heb je (voldoende) maagzuur nodig. Het is bijna een ‘inkopper’: maagzuurremmers, maagbeschermers of hoe je ze ook wilt noemen, werken desastreus (en niet alleen voor zink). Slik je dus chronisch omeprazol/pantoprazol en worstel je met infecties of een verzwakte weerstand: dit is het antwoord. Als je wel over voldoende maagzuur beschikt, wordt zink in de maag losgemaakt van de overige voedingsonderdelen en vervolgens opgenomen in de dunne darm (duodenum en jejenum), het eerste stuk van je dunne darm na de maag. Er zijn schattingen dat ‘slechts’ 30-40% van het ingenomen zink wordt opgenomen door je darmen; de rest verlaat je lichaam ongebruikt. Via transporteiwitten wordt zink uit de darmen via het bloed naar de organen gestuurd. De meeste zink zit in je spieren en botten (ca. 85%). Het lichaam heeft geen specifieke opslagplaats voor zink. Ook goed om te weten dat de meeste zink in (!) je cellen zit en niet in de bloedbaan circuleert. Totaal bevat ons lichaam ongeveer 2-3 gram zink en daarmee is zink, na ijzer, het meest voorkomende sporenelement. Mooi om te weten, is ook dat zink samen met metallothionine een belangrijk onderdeel van de bloed-hersenbarrière is en van de bloed-darmbarrière. 

2. Bronnen van zink

Hoe krijgen we voldoende zink in ons lichaam? Wat zijn de belangrijkste bronnen? Ik som ze op in volgorde van biologische opneembaarheid per 100 gram:

  • Oesters (59,2 mg);
  • Krab (3,8 tot 7,6 mg);
  • Kreeft (2,2 tot 7,3 mg);
  • Varkenslever (6,7 mg);
  • Rundvlees (6 mg);
  • Eieren (1,5 mg);
  • Bottenbouillon (afhankelijk van het type botten);
  • Pompoenpitten (8 mg);
  • Avocado’s (0,6 mg);
  • Groenten (spinazie, bietjes, okra, peterselie, worteltjes);
  • Noten (afhankelijk van de soort).

De kanttekening bij bovenstaande lijst is dat zink uit groenten en volkoren granen, zaden, peulvruchten en noten nauwelijks biologisch beschikbaar is. Dat komt door fytaten en oxalaten, waarover later meer. Met andere woorden: er zit wel zink in maar je kunt er niet bij komen, het absorberen en naar de juiste plaats in het lichaam brengen. Daarbij komt dat er nagenoeg niemand zal zijn die per dag 100 gram hennepzaad, lijnzaad of pompoenpitten eet. Dus in feite hou je alleen maar zeevruchten en (goed) vlees over. Ik ken veel mensen die zelden of nooit zeevruchten eten. Die zijn dus aangewezen op rood vlees. Maar sommige mensen mijden dit juist ook omdat ze denken dat ze daar darmkanker van kunnen krijgen (is niet zo). Bovendien is dit soort voeding niet goedkoop, vinden velen het niet lekker en is het voor een gezin vaak niet haalbaar om regelmatig (duur) rood vlees te eten. De groep veganisten en vegetariërs moet sowieso opletten, want dat dieet levert zeker een tekort aan zink op.

3. Functies van zink

Van zink zijn inmiddels meer dan tweehonderd functies bekend. Daarnaast speelt zink een rol in driehonderd enzymen en in meer dan achtentwintighonderd functies van eiwitregulering en het opvouwen van eiwitten. Tel je al deze functies bij elkaar op, dan kun je wel een apart boek over zink schrijven.[2] Ik moet me dan ook beperken tot de belangrijkste (en meest bekende) functies van zink.

Regulering van de werking en kracht van het immuunsysteem

Zink is noodzakelijk voor de aanmaak van een enzym met de naam superoxide dismutase (SOD). Dat enzym helpt om schadelijke zuurstofmoleculen af te breken en daardoor weefselschade te voorkomen. Die zuurstofmoleculen worden ook wel vrije radicalen genoemd. Nu regelt zink ook iets dat Nrf2 heet. Nrf2 helpt ons lichaam om glutathion, de moeder aller antioxidanten, te genereren. Ook speelt zink een rol in de synthese van metallothionine. Dit eiwit is noodzakelijk om zware metalen te binden en zo te verwijderen. Het schijnt dat een gebrek aan metallothionine (al dan niet door een tekort aan zink en magnesium) een rol kan spelen bij het verminderen van autisme.[3]

Als er een ontsteking gaande is, produceert je lichaam cytokines (IL-6), met name door witte bloedcellen. Cytokines zijn boodschapper-eiwitten die het lichaam laten weten dat er een ontsteking aan de gang is. Daardoor gaat de lever CRP aanmaken; iets wat je dokter meet als er een vermoeden van een bacteriële of virale infectie is. Dan heeft ons immuunsysteem nog een ander mechanisme: TNF-α, dat staat voor tumor-necrose-factor-alfa. Dat is een eiwit dat ontstekingen juist veroorzaakt om infecties te bestrijden. Wanneer dit eiwit in te grote hoeveelheden wordt aangemaakt, zoals bij een auto-immuunziekte, kan het bijdragen aan chronische ontstekingen, zoals bij reuma en sarcoïdose. In het laatste geval geven ze tegenwoordig TNF-α-remmers, zoals adalimumab of infliximab. Het wonderlijke is nu dat een toename van zink in het bloedplasma leidt tot een aanzienlijke afname van CRP, TNF-α en IL-6. Dit is met name interessant voor mensen met auto-immuunziektes en mensen die te kampen hebben met chronische ontstekingen.[4]

Ik wil het niet te ingewikkeld maken, maar er is ook nog een ander mechanisme dat met ontstekingen (en pijn) te maken heeft. COX-2 (cyclo-oxygenase-2) is een enzym dat betrokken is bij ontstekingsreacties en prostaglandines produceert, die bijdragen aan roodheid, koorts, zwelling en pijn. Blokkeer je dat enzym, dan heb je dus minder of geen pijn of minder of geen ontstekingsreacties. Sommige artsen schrijven bij pijn en ontstekingen dan ook medicijnen als celecoxib of etoricoxib voor, die kortweg bekend staan als ‘coxibs’. Pijnstillers van de groep NSAID’s (naproxen, diclofenac, ibuprofen) blokkeren dezelfde enzymen, maar die veroorzaken vaak maag- en darmklachten (omdat ze ook COX-1 remmen). Het mooie is nu dat zink dit effect van nature heeft. En ten slotte geldt dat ook voor een derde ontstekingsroute, met name in de aderen (VCAM-1), maar dat wordt te ingewikkeld. Onthoud maar dat zo’n 20-40% van de mensen een zinktekort heeft en het dus logisch is dat velen (chronisch) pijnstillers en ontstekingsremmers slikken. Dus als je worstelt met ontstekingen en pijn, neem dan zink!

Virale bescherming en bestrijding

Ook bij virale infecties heeft zink een functie. Zink remt virale replicatie. Virale replicatie is het proces waarbij een virus zich vermenigvuldigt binnen een gastheercel door zijn genetisch materiaal te kopiëren en eiwitten te produceren om vervolgens nieuwe virusdeeltjes te maken. Dat proces wordt geremd door zink, ongeacht het soort virus. Simpel gezegd; zink stopt het vermenigvuldigingsproces van virussen zodat die virussen geen nieuw DNA en RNA kunnen aanmaken en remt daardoor het vermogen van virussen om nieuwe infecties te veroorzaken. Andersom werkt het ook zo. Als je een virale infectie hebt, verbrandt je zink om het virus te neutraliseren.[5]

En dan nog een belangrijke functie voor ouders met kleine kinderen. Jaarlijks worden er talloze kinderen opgenomen met het RS-virus. RS staat voor ‘respiratoir syncytieel’, een virus dat de ademhaling aantast. In een wetenschappelijk onderzoek las ik dat er jaarlijks tussen de 35.000 en 60.000 sterfgevallen worden veroorzaakt door het RS-virus bij kinderen onder de vijf jaar en 14.000 bij mensen boven de 65 jaar. Uit een meta-analyse van 13 onderzoeken bleek dat kinderen met terugkerende luchtweginfecties lage zinkniveaus hadden. Dus ouders, let op je zaak. Heb je kinderen die continu te kampen hebben met luchtwegproblemen, geef ze zink. Als ik zie wat kinderen (niet) eten, dan begrijp ik het wel.[6]

Noodzakelijk voor de structuur en vorming van honderden moleculen

Zink speelt een rol in 10% van alle eiwitten in ons lichaam. Eiwitten in het lichaam worden uit aminozuren opgebouwd. In eerste instantie hebben die eiwitten een lange, lineaire vorm, net als een ketting met kralen (waarbij de kralen de aminozuren zijn). Die lange ketting moet in een unieke, driedimensionale vorm worden gevouwen. Als dit niet goed lukt en je lichaam kan die verkeerd gevouwen eiwitten niet opruimen, dan krijg je ziektes als amyloïdose, cystische fibrose (taaislijmziekte) of de ziekte van Alzheimer. Terzijde: dat opvouwproces vindt niet alleen plaats door zink, maar ook door hulpeiwitten. Zink is echter onmisbaar voor dit proces. Samen met cysteïne en histidine vormen zinkionen zogenaamde zinkvingereiwitten, zodat er een stevige driedimensionale structuur ontstaat. Samengevat: zink is onmisbaar voor het afbreken en opbouwen van eiwitten, de signalering en het hebben van voldoende werkende enzymen in ons lichaam.

DNA-synthese

Zink is belangrijk bij de vorming van cellen. Nieuwe celvorming vereist vermenigvuldiging van DNA en je hebt daarvoor zink nodig. Dat geldt in het bijzonder wel voor zowel rode als witte bloedcellen. Heb je dus een tekort aan zink, dan kun je dat terugzien in lage aantallen bloedcellen. Deze functie is natuurlijk essentieel bij de groei van nieuw leven in de baarmoeder (en na de geboorte).

Noodzakelijk voor glucosemetabolisme

Zink speelt een rol bij zowel de productie als de opslag van insuline en hoe effectief insuline werkt op je cellen. Het mineraal speelt namelijk een rol in je alvleesklier. In je alvleesklier bevinden zich de bètacellen. In deze bètacellen zitten zinkproteïnen die helpen bij het opslaan, produceren en uitscheiden van insuline. Zink is dus de kern van insulineproductie. Eenmaal geproduceerd, gaat insuline naar de ontvangende cel in je lichaam. Daar zit een ‘deurtje’ met de naam ‘GlUT4’, een eiwit dat glucose transporteert in spieren en vetweefsel. De werking van dat ‘deurtje’ wordt vooral bepaald door zink dat zich in die cel bevindt. Hierdoor is zink belangrijk bij de handhaving van gezonde bloedsuikerwaarden. En niet alleen dat. Het gevolg van hoge bloedsuikerwaarden is hyperinsulinemie. Dat leidt weer tot insulineresistentie (diabetes) en vervolgens tot obesitas. Zink kan helpen.[7] Een betere oplossing dan Ozempic. Of metformine. Terzijde: zink kan dus ook een rol spelen in fibromyalgie, omdat het bij die problematiek erop lijkt dat er onvoldoende glucose in de cel terechtkomt. Eerst je zink laten meten, als je dit hebt!

Groei, ontwikkeling en herstel van weefsels (zenuwen, spieren, gewrichten)

Je lichaam is constant bezig om oud of beschadigd weefsel te vervangen, te repareren of te genezen bij schade. Voor dat vervangen van oud weefsel door nieuw weefsel heb je zink nodig omdat zink onmisbaar is voor de aanmaak van veel eiwitten die op hun beurt weer de structuur zijn van je collageen, je zachte weefsels, enzovoorts. Je hebt zink ook nodig om goede reuk- en smaakzenuwen te hebben/behouden. Tijdens de coronapandemie heb je gezien wat er bij velen is gebeurd: verlies van smaak en reuk. Het virus deed een aanslag op je hoeveelheid zink en daardoor raak je de functie van die zenuwen kwijt. Zink is eveneens noodzakelijk voor groei (tijdens zwangerschap en voor kleine kinderen!), wondgenezing, de opbouw van spieren, huid, haar en nagels.  Onderschat niet wat mogelijke effecten kunnen zijn van te weinig zink tijdens de zwangerschap: lager IQ, laag geboortegewicht, aangeboren defecten, enzovoorts. Tenslotte heb je ook zink nodig om sterke ligamenten aan te maken. Ligamenten zijn bindweefselbanden en treffen we aan in gewrichten (kruisbanden, enkelbanden) en in je rug (tussenwervels). Een tekort aan zink zou dus zomaar tot een hernia kunnen leiden. Samengevat: voor het behouden, repareren, groeien of vernieuwen van alle weefsels heb je zink nodig.

Preventie of bestrijding van kanker

In 2024 verscheen er een interessant literatuuronderzoek naar het verband tussen zinktekort als een algemeen kenmerk (marker) van kanker.[8] In dit literatuuronderzoek zie je het uitgebreide bewijs dat zinktekort beschouwd moet worden als een redelijk veelvoorkomend kenmerk van meerdere vormen van kanker. Ik citeer: ‘Hoewel onderzoek naar het mogelijke klinische nut van het testen van zinkniveaus bij patiënten met of met een risico op het ontwikkelen van kanker nog in een voorlopig stadium verkeert, suggereren de gegevens dat zinktekort een mogelijke biomarker kan zijn voor het identificeren van patiënten die risico lopen op het ontwikkelen van kanker.’ De ‘hamvraag’ bij deze studie is natuurlijk of een zinktekort een oorzaak is van kanker of een gevolg van kanker. En of er sprake is van causaliteit of een correlatie. Ik weet het niet, maar ik vind het op zijn minst opvallend en zou zelf uitsluiten dat een zinktekort een mogelijke oorzaak zou kunnen zijn of een bijdrage zou kunnen leveren (door een verzwakte immuunfunctie). Want ook bij prostaatkanker heb ik eerder gezien dat er een relatie is met een tekort aan zink. Kijk maar eens bij de blog over ‘Mannenproblemen-2’ op deze site.

Hoezo zou zink dan een rol kunnen spelen in de preventie of zelfs bestrijding van kanker? Een van de rollen van zink gaat over de rijping van immuuncellen. Die immuuncellen heb je hard nodig om kanker te bestrijden; dat zal je duidelijk zijn. Zink speelt ook een rol bij apoptose; geprogrammeerde celdood. Onze cellen hebben namelijk een mechanisme dat, wanneer er een mutatie in een cel is, de cel dit opvat als een seintje om zelfmoord te plegen, omdat mutaties van cellen leiden tot kanker. Zodoende voorkomt die beschadigde cel dat er kopiecellen gemaakt worden met dezelfde schade. Je weet inmiddels ook dat zink nodig is voor verschillende eiwitvouwingen en dat veel van deze eiwitten een regulerende activiteit bij kanker hebben. En tenslotte speelt zink een rol in de antioxidantenstrijd door middel van SOD; dat weet je inmiddels ook. Laat dus je zinkniveaus controleren, zeker als je al kanker hebt! Terzijde: je vindt tegenwoordig veel op Internet over vasten als je kanker hebt. Vasten leidt tot autofagie en apoptose. Of dit allemaal klopt, weet ik (nog) niet, maar één ding weet ik wel. Als je gaat vasten vanwege kanker, neem dan wel zink in. Want anders creëer je nog steeds geen apoptose.

Gezondheid en kwaliteit van sperma en prostaat

Bij stellen met een kinderwens wordt er al snel gekeken naar hormonen. Met name in vruchtbaarheidsklinieken ligt de focus vooral op de vrouw. Wat je in ieder geval moet onderzoeken, hoe het met de kwantiteit en kwaliteit van het sperma is. Meestal gebeurt dit ook wel, maar als dat te wensen overlaat, stopt het proces vaak aan die kant. Dat is jammer, want zink kan de kwaliteit en hoeveelheid zaadcellen aanmerkelijk verbeteren. Sowieso is er ook onderzoek dat zink de beweeglijkheid van zaadcellen aanmerkelijk verbetert. En vergeet ook vitamine E niet in dit verband (zie de blog).

Gezonde psyche

Zink is onmisbaar voor gezond werkende hersenen. Ten eerste is zink betrokken bij neurogenese, de aanmaak van nieuwe hersencellen (neuronen). Daarnaast is het mineraal nodig voor neuroplasticiteit en neurodegeneratie (dementie, Alzheimer, Parkinson) en betrokken bij de aanmaak van de neurotransmitters serotonine en dopamine. Sterker nog; zink is zelf ook een neurotransmitter. Om hier even op door te gaan: serotonine is de grondstof voor melatonine, je slaaphormoon. Te weinig serotonine, te weinig melatonine, slecht slapen. Los van slapen dat op zich al helend is voor je psyche, heb je neurotransmitters hard nodig om psychisch gezond te blijven. Dr. William Walsh stelde vast dat bij meer dan 90% van de mensen met een depressie, gedragsproblemen, ADHD, autisme en schizofrenie er sprake was van lage tot zeer lage bloedwaarden zink. 

Detoxificatie van zware metalen

Als je een laag zinkgehalte hebt, sta je meer open voor de schadelijke effecten van giftige metalen als kwik, lood, cadmium, arsenicum en aluminium, allemaal metalen die niet in je lichaam thuishoren. Zink beschermt je tegen de toxiciteit van deze metalen. Ook hier wordt een verband vermoed tussen autisme en zinktekort.

4. Oorzaken van een tekort aan zink

In 2003 schreef een wetenschapper dat zinktekorten al 40 jaar bekend zijn, maar voortdurend genegeerd worden door wereldwijde gezondheidsorganisaties.[9] We leven nu in 2025 en ik heb nog nooit een aanbeveling van wie dan ook gezien om onze zinkstatus in de gaten te houden. Ik zie meer aanbevelingen voor farmaceutische oplossingen (vaccins, statines, griepprik) voorbijkomen, dan het advies om zink in te nemen. En dat, terwijl er bewijs in overvloed is dat een zinktekort wijdverbreid is en dat de gevolgen voor met name ons immuunsysteem enorm zijn. Waarom praten die gezondheidsorganisaties er niet over? Zestig jaar harde wetenschap!

Overmatige graanconsumptie

Je las in paragraaf 1 al: ‘De belangrijkste factor die bijdraagt aan zinktekort is de hoge inname van fytaathoudende graaneiwitten in ontwikkelingslanden en bijna 2 miljard personen hebben mogelijk een zinktekort. Geconditioneerde zinktekort is waargenomen bij patiënten met malabsorptiesyndroom, leverziekte, chronische nierziekte, sikkelcelziekte en andere chronische ziekten.’ Wat bedoelen ze hier nu mee? Wel, granen bevatten van nature fytaat, ook wel fytinezuur genoemd. Die stof zit vooral in de buitenste lagen van granen, peulvruchten, noten en zaden. Het is de opslagvorm van fosfor voor planten, maar het kan zich in de darmen binden aan belangrijke mineralen, zoals ijzer, zink en calcium, waardoor het lichaam die mineralen niet meer kan opnemen. Volkorenbrood bevat dus fytinezuur. Peulvruchten, zaden en noten ook. Met name in landen met een hoge graanconsumptie is dat dus een probleem. Daar kun je Amerika met die cultuur van ontbijtgranen inmiddels ook wel onder rekenen. Overigens tref je fytaten niet alleen aan in granen, maar ook in bepaalde groenten, zoals spinazie, boerenkool, sperziebonen en doperwten. Dat betekent natuurlijk niet dat je deze groenten niet moet eten, maar afwisselen in je dieet is wel handig.[10] Ook in een ander onderzoek wordt aangegeven dat zinktekort zo’n 2 miljard mensen op de wereld treft door ondervoeding, door te lage inname van vlees en door de consumptie van te veel fytaten (volkoren granen), oxalaten (spinazie) en caseïne of calcium.[11]

Slecht dieet

Ik schreef het al eerder: Wie eet er oesters? Mosselen dan? Elke week vis? Of rundvlees van met gras gevoerde runderen? In combinatie met een dieet vol granen, is het niet bevreemdend dat zoveel mensen een tekort aan zink hebben. Ze krijgen het gewoon niet ‘aangegeten’.  Dan laat ik vegetariërs en veganisten nog maar buiten beschouwing, want die krijgen sowieso te weinig zink binnen vanuit het dieet. Maar het probleem is niet alleen een gebrekkige inname van zink. Een te hoge inname van suiker en fructose resulteert eveneens in problemen met zink (en koper).[12]

Medicijngebruik[13]

Het gebruik van medicijnen is geen neutrale activiteit. Soms kan het niet anders, maar soms ook wel. Zo is van de volgende medicijnen bekend dat ze een aanslag doen op je zinkstatus:

  • Bloeddrukverlagers:
    • ACE-remmers: perindopril en andere ‘prillen’, amlodipine;
    • ARB’s: losartan en andere ‘tannen’;
    • Spironolacton en furosemide (plastabletten);
  • Hormoontherapieën, oestrogeen, anticonceptiepillen;
  • Maagzuurremmers c.q. ‘maagbeschermers’;
  • Antibiotica (systemische);
  • Schildkliermedicatie;
  • Corticosteroïden (‘prednisonachtigen’).

Die bloeddrukverlagers beroven je dus van zink (en nog veel meer). Daardoor verlies je je smaak. Vervolgens ga je meer zout op je eten doen of suiker om maar wat te proeven. Beide kunnen effect hebben op je bloeddruk, zeker als je kalium ook nog laag is. En zo bijt je in je eigen staart. Kijk nog eens naar de blog over bloeddrukverlagers en diabetesmedicatie.[14]

Andere oorzaken van een tekort aan zink?

  • Te weinig maagzuur;
  • Candida-overgroei;
  • Overmatige calciuminname (door suppletie);
  • Overmatige ijzerinname;
  • Zwangerschappen;
  • Jonge leeftijd (kinderen!);
  • Alcoholisme;
  • Stress;
  • Inflammatoire aandoeningen in darmen;
  • Coeliakie;
  • Chronische diarree;
  • Chronische lever- of nieraandoeningen;
  • Maagverkleiningen en – omleidingen;
  • Diabetes;
  • Excessief sporten;
  • Genetische stoornis (acrodermatitis enteropathica).

Ik hoor je denken: Wat heeft calcium nu met zink te maken? Wacht, ik licht het even toe. Een van de belangrijkste aanbevelingen die reguliere artsen bij vrouwen met (beginnende) osteoporose geven, is het innemen van extra calcium. Ze adviseren hen om hoge niveaus calcium in te nemen, maar ze meten zelden hun calciumniveaus. Daar komt nog wat bij. Als je iets weet over de absorptie van calcium, dan weet je dat daarvoor maagzuur nodig hebt. Echter, calcium in grote hoeveelheden neutraliseert ook maagzuur. Wanneer je maagzuur neutraliseert, verminder je daarmee ook het vermogen om zink, magnesium en vitamine B12 en vele andere voedingsstoffen te absorberen. Niet slim dus. Dat geldt dus ook voor het chronisch gebruik van omeprazol/pantoprazol. Veel slimmer is het om in het geval van osteoporose geen extra calcium in te nemen, maar vitamine D3 (samen met K2). Dan blijft je maag zuur, maar verbetert je absorptie van calcium met factor 20. Vitamine K stopt het vervolgens in je botten.

5. Symptomen van een zinktekort.

Je hebt inmiddels allang door dat zink essentieel is voor je gezondheid. Maar wat zijn nu de eerste symptomen waar je alert op moet zijn om een zinktekort te vermoeden? Hier komen ze:

  • Verlies van smaak en reuk (vaak na een virale infectie);
  • Kortademigheid bij inspanning;
  • Lusteloosheid (met name bij kinderen);
  • Weinig eetlust (met name bij kinderen);
  • Witte plekjes op je nagels (leukonychia): kan ook door calcium of seleniumtekort komen;
  • Ruwe en/of ontstoken nagelriemen (paronychia)[15];
  • Haaruitval;
  • Gewichtsverlies;
  • Verlies van spiermassa;
  • Gebrek aan energie;
  • Diarree, buikkrampen, buikpijn, opgeblazen gevoel en stinkende, drijvende ontlasting (door slecht werkende alvleesklier);
  • Huidontstekingen, huiduitslag of een ruwe huid;
  • Hypermobiliteit (door een gebrek aan collageen);
  • Slechte immuunfunctie (je pakt elk virusje mee);
  • Stijging cortisolniveaus;
  • Slechte wondheling, bijvoorbeeld na een operatie[16];
  • Zweren, zowel uitwendig als inwendig (maagzweer, colitis ulcerosa);
  • Slecht slapen[17], met name in het tweede gedeelte van de slaap;
  • Vruchtbaarheidsproblemen bij mannen;
  • Erectiestoornissen;
  • Onregelmatige menstruaties bij vrouwen (en daardoor ook onvruchtbaarheid);
  • Lage getallen rode en witte bloedcellen;
  • Laag testosteron;
  • Laag libido;
  • Bloedsuikerschommelingen, te herkennen aan slaap na eten.

Ik zal er een paar toelichten.

Je ziet wel eens baby’s met een enorme huiduitslag op het gezicht. Die uitslag heeft de vorm van een ‘U’; boven de bovenlip zit de uitslag niet. Regelmatig wordt dit aangezien als een vorm van eczeem of een infectie. In werkelijkheid gaat het hier om een genetisch verworven acrodermatitis enteropathica. Je ziet dit echter ook bij baby’s die vooral met een dieet van granen worden gevoed. Zij vertonen dezelfde uitslag op het gezicht en hebben daarbij vaak luieruitslag en diarree.

Zie je dus dit soort beelden, vraag dan aan je dokter om eerst zink te controleren voordat je overgaat tot het gebruik van antibiotica of crèmes met cortisol.[18] In ieder geval zijn baby’s met een laag zinkgehalte ook vatbaarder voor huidinfecties met candida of andere bacteriële infecties.

Je ziet in bovenstaande opsomming ook slechte wondheling (en botgenezing) staan. Wat is het gebruikelijke advies als je binnenkort geopereerd moet worden, bijvoorbeeld voor een nieuwe heup? Stop met alle supplementen! Waarom? Omdat dokters terecht bang zijn voor ongecontroleerde bloedingen. Inderdaad kunnen sommige supplementen bloed verdunnend werken, zoals gingko biloba, vitamine E en omega-3. Dus dat is niet handig om in te blijven nemen. Het tegendeel geldt echter voor zink. Dat is juist helpend bij welke operatie dan ook. Neem één week voor de operatie en acht weken erna minimaal 25 mg zink per dag!

Welke ziektes kun je uiteindelijk krijgen door een zinktekort?

  • Aandoeningen van de pancreas[19];
  • Auto-immuunziekten:
    • Hashimoto;
    • Reumatoïde artritis;
  • Hart- en vaatziekten;
  • Neurodegeneratieve ziekten (dementie, Alzheimer)[20];
  • Prostaatontsteking;
  • PCOS;
  • Huidziekten als acne, eczeem, dermatitis;
  • Nachtblindheid;
  • Necrose (afsterven lichaamsweefsel);
  • Atrofie van de thymus (en daardoor verminderde aanmaak T-cellen);
  • Metabool syndroom (prediabetes, hoge bloeddruk, triglyceriden, buikvet);
  • Infecties in allerlei soorten en maten;
  • Chronische leverziekten;
  • Chronische diarree;
  • Chronische wonden;
  • Cognitieve stoornissen;
  • Depressies en andere psychische aandoeningen;
  • Anorexia;
  • Hypogonadisme (tekort aan geslachtshormonen en krimpende testikels);
  • Chronische luchtweginfecties (bij met name kinderen);
  • Psoriasis aan handen, voeten en knieën;
  • Leeftijdsgebonden droge maculadegeneratie;
  • Infecties (met name virale);
  • Sarcopenie (verlies van spiermassa en spierkracht bij ouderen);
  • Onvruchtbaarheid van zowel mannen als vrouwen;
  • Botverlies;
  • Groeivertraging of -achterstanden bij (ongeboren) kinderen[21];
  • Ehlers-Danlossyndroom;
  • Vroeggeboorten of aangeboren misvorming van het centrale zenuwstelsel bij foetussen, veroorzaakt door een zinktekort van de moeder tijdens de zwangerschap.

In de opsomming hierboven zie je droge maculadegeneratie staan. Wat is de relatie tussen zink en deze oogaandoening? Zink is onmisbaar voor het produceren van retinol-bindend-eiwit. Zonder dit transporteiwit is het onmogelijk om vitamine A van je darmen naar je ogen te krijgen. Het gevolg is dat je droge maculadegeneratie ontwikkelt waardoor je niet meer scherp kunt zien. Een ander probleem dat kan optreden, is dat je het vermogen kwijtraakt om je ogen aan te passen in het donker of om in de nacht goed te zien. Deze oogproblemen komen indirect door een gebrek aan zink en direct door een gebrek aan vitamine A.[22]

Hoeveel van jullie gaan ieder jaar met je kind(eren) naar de dokter vanwege een bovenste luchtweginfectie, verkoudheid of griep en krijgen daarvoor medicatie? En hoeveel van jullie geven je kinderen elke dag wat zink? Wat zou er beter zijn, denk je? Er zijn onderzoeken die aantonen dat zink (ergens tussen de 25 en 75 milligram per dag) een dramatische impact heeft op het wel of niet ziek worden van dat kind en op de duur van de ziekte. Dat geldt zeker als je zink geeft, zodra je ziet dat je kind ziek gaat worden.

Acne? De standaard remedie is isotretinoïne. Wat is dat precies? Je raadt het al: een structuur die is afgeleid van vitamine A. Volgens mijn bronnen verantwoordelijk voor duizenden sterfgevallen per jaar. Je moet toch wel erg naïef zijn om dit soort medicijnen te slikken, laat staan voor te schrijven. Nu begrijp je ook waarom vitamine A en zink samen je van je acne kunnen afhelpen.

In klinisch onderzoek naar mensen met psychische problemen vond men de volgende percentages van zinktekort:

  • Autisme: 98% van de mensen;
  • Antisociale persoonlijkheidsstoornis: 95% van de mensen;
  • Mensen die gewelddadig gedrag vertonen: 78% van de mensen;
  • Ziekte van Alzheimer: 72% van de mensen;
  • ADHD: 68% van de mensen;
  • Bipolaire stoornis: 52% van de mensen;
  • Schizofrenie: 45% van de mensen;
  • Depressie: 32% van de mensen.

Omdat zink ook de antagonist van koper is, voorkomt het 'koperstapeling'. Koperstapeling leidt namelijk tot een laag dopaminegehalte en een hoog noradrenalinegehalte. Deze situatie kan lijken op die van ADHD: problemen met aandacht en focus, hoge adrenalineniveaus die weer leiden tot angststoornissen en slaapproblemen.  

Nog ééntje dan: (afnemende) testosteronproductie. De schrik voor menige man, zeker na de 50 jaar. Om voldoende spiermassa te behouden, heb je testosteron nodig. Zelfs een mild tekort aan zink kan al tot verlies van spiermassa leiden, zowel bij mannen als vrouwen. En wat heb je nodig om testosteron te produceren? Precies: zink.[23]

Andersom geredeneerd kan zinksuppletie ook een remedie zijn voor koperstapelingsziekte (Wilson’s disease) omdat zink de antagonist van koper is. En mensen met sikkelcelanemie kunnen eveneens baat hebben bij zinksuppletie.

6. Dosering en suppletie

Volgens het Voedingscentrum is een zinktekort of een zinkoverschot zeldzaam, in tegenstelling tot wat alle wetenschappelijke rapporten zeggen. Op hun site staat een tabel met aanbevolen dagelijkse hoeveelheden (ADH) zinkhoeveelheden die variëren tussen de 3 en 13,8 milligram voor jongens in de puberteit. Volwassenen hebben volgens dit centrum slechts ca. 9 milligram nodig. Ben je transgender, intersekse of binair, dan kun je een specifiek advies opvragen.[24] Nog los van de waarden die worden genoemd, kun je afvragen wat het nut is van dit soort tabellen. Immers, wie weet er nu precies hoeveel zink hij of zij per dag heeft binnengekregen? Niet erg praktisch allemaal. In die zin kun je beter op symptomen letten, zoals vatbaarheid voor virale infecties, huidproblemen en problemen met je algehele weerstand.

Normale dosering

Volgens mijn Amerikaanse bronnen zijn dit soort waarden net voldoende om voor de hand liggende ziektes te voorkomen, maar fungeren ze eerder als ‘voldoende-om-net-niet-in-de-problemen-te-komen-waarden’, dan als serieuze maatstaven voor de intake. Of iets eenvoudiger gezegd: ze zijn niet gebaseerd op gezondheid, maar op het voorkomen van ziekten door een tekort. En dan hebben we ook nog zoiets als ‘upper limit’ (UL) oftewel het maximum dat je veilig kunt innemen. Daar is wat vreemds mee aan de hand. Voor volwassenen is dat namelijk 40 mg per dag. Huh? Dat is ongeveer vier keer zoveel! Dus of die ADH klopt niet, of die UL niet. Ik vind het allemaal niet geloofwaardig, zeker niet in relatie met de berichtgeving van zelfs de WHO over de epidemische vormen van een tekort. Over het algemeen lijkt 25-50 mg per dag voldoende te zijn voor iedereen. Dus dat is geen 9 milligram! Over hoe die verschillen ontstaan, zou ik een aparte blog kunnen schrijven, maar dat bewaar ik wellicht voor een andere blog over (de onzin van) referentiewaarden.

Bloedwaarden

De beste manier is natuurlijk om je zinkniveaus vast te laten stellen met behulp van een bloedonderzoek. Zinkniveaus zijn gemakkelijk te meten. Ligt het nu aan mij, dat ik tot nu toe geen enkele labuitslag heb gezien met een zinkwaarde? Ik kan me niet herinneren dat er iemand op zink geprikt is! Of ben jij dat misschien?

1. Serum zink

De meest bekende meting is zink in het serum. De meeste laboratoria hanteren een waarde tussen de 80 en 120 mcg/dl als een normale waarde. Een waarde van 80 mcg/dl is wel de ondergrens. Heb je een waarde van 300 mcg/dl, dan zit je te hoog. Terzijde: die waarde bereik je alleen maar met suppletie. Die serummeting is helaas beperkt. Als ik gisteren oesters of een biefstuk heb gegeten en ik ga vandaag bloedprikken, dan kan het zomaar zijn dat mijn bloedwaarden prima zijn. Mocht je voor zink gaan prikken, eet dan de avond ervoor geen zinkhoudende voeding, want dan krijg je een vertekend beeld! En dan nog wat: het zinkgehalte in je bloed hoeft niet te corresponderen met het zinkgehalte in je cellen. Het is als het kijken naar het verkeer tijdens de spitsuren en de files. Vervolgens trek je de conclusie dat er veel auto's op de weg zijn, dus we hebben geen tekort aan auto’s. Dat is natuurlijk te kort door de bocht. Je moet weten dat het meeste zink in je lever, spieren en botten is opgeslagen; zo’n 85%. Misschien is die bloedwaarde van jou wel het gevolg van het feit dat je spieren en lever juist zink hebben vrijgegeven. Om te herverdelen. Wie kan dit herverdelingsmechanisme doorgronden? Als de serum-zinktest alles is wat je hebt, dan geldt dat je beter beperkte gegevens dan geen gegevens kunt hebben. Het is in ieder geval een indicatie.

2. Alkalische fosfatase

Een andere methode is het meten van je ALP (alkalische fosfataste). Dit enzym komt vooral voor in de botten en de lever. Een test wordt vaak gebruikt om bot- en leverziekten te diagnosticeren. Een hoge waarde kan wijzen op leverproblemen, galwegproblemen of botziekten. Met name in het geval van osteoporose is dit een goede test. De relatie met zink? Als je een lage ALP hebt, kan het zijn dat je zinkniveaus laag zijn. Er is dus een kruisverband tussen zink en ALP-niveaus.

3. Zink in rode bloedcellen 

Een derde, meer accurate methode is zink te meten in je rode bloedcellen: ‘Zink-RBC’. Deze test is zelfs gewoon online te bestellen voor € 39,00. Het voordeel van deze methode is dat je een accurater beeld krijgt van de werkelijke zinkstatus in (!) je cellen van de laatste twee tot drie maanden. Dat zegt dus veel meer dan de serum-zinkwaarden. Als je deze test doet, kun je beter gelijk ook wat andere intracellulaire waarden laten controleren, zoals magnesium en kalium.

4. Thuistest zink

Ten slotte hebben we ook nog de ‘huis-, tuin- & keukentest’. Koop een zinksupplement, maak een capsule open, strooi de inhoud op een theelepel en kijk of je de metaalsmaak proeft. Als je niets of nauwelijks iets proeft, heb je een tekort. Proef je het wel goed, dan lijkt het in orde te zijn. Maar een zink-RBC-bloedtest heeft de voorkeur.

Suppletie

Je kunt ook op basis van je symptomen concluderen dat je mogelijk een tekort hebt en gewoon starten met suppletie. De therapeutische range ligt tussen de 50 en 150 milligram per dag. Spreid de inname wel over de dag heen, om niet te veel in de toiletpot te laten verdwijnen. Neem zink ook vooral in tijdens of direct na een maaltijd, mede omdat zink maagklachten kan veroorzaken bij sommige mensen. Neem je een kleine dosering zink met weinig voedsel en word je misselijk? Neem dan meer voeding in en verlaag de dosering naar bijvoorbeeld 10 milligram. Iedereen is verschillend en reageert verschillend. Vaak zie je ook dat mensen na het suppleren van een grote hoeveelheid zink (150 milligram) na verloop van tijd pas misselijk worden als hun zinkniveaus gaan normaliseren. Het lichaam geeft dan kennelijk aan dat er voldoende zink aanwezig is.

Daar komt nog iets bij. Sommige onderdelen van je immuunsysteem varen wel bij een overvloed aan zink, terwijl andere onderdelen juist niet gebaat zijn bij een grote hoeveelheid zink. Dus op korte termijn een hoge dosering (> 100 mg < 200 mg) zink nemen, bijvoorbeeld in verband met een griep, is geen probleem. Maar ga dit niet structureel doen. Je hebt meer aan 25 mg dagelijks dan dit soort hoeveelheden.

Vormen

Er zijn diverse vormen zinksupplementen te koop. Hier volgt een opsomming van de vaakst voorkomende:

a. Zinkoxide

Deze vorm is én goedkoop én slecht op te nemen door je lichaam. Je kunt deze vorm dan ook maar beter mijden (net als alle andere vormen van geoxideerde mineralen).

b. Zinkbisglycinaat

Zinkbisglycinaat is zink gekoppeld aan twee moleculen glycine. Deze binding zorgt ervoor dat zink makkelijker door de darmwand wordt opgenomen. Dit is ook een maagvriendelijke vorm. Het nadeel is dat deze vorm wat minder elementair zink bevat. Het is wel weer 43% meer biologisch beschikbaar dan zinkgluconaat.

c. Zinkacetaat

Zinkacetaat is zink gekoppeld aan het acetaat-ion dat afkomstig is van azijnzuur. Deze vorm bevat ongeveer 30% elementair zink en is 43% beter opneembaar dan zinkoxide.

d. Zinkcitraat

In deze vorm is zink gekoppeld aan citroenzuur. Deze vorm is goed wateroplosbaar. Het elementaire gehalte aan zink is ca. 34% en heeft een biologische beschikbaarheid die gelijk is aan die van zinkgluconaat (niet hoog dus).

e. Zinkpicolinaat;

Deze vorm kenmerkt zich door een laag gehalte aan zink (21%), wordt beter opgenomen dan  zinkgluconaat en -citraat, maar heeft nauwelijks effect op je bloedspiegel zink. Er zijn vermoedens dat dit komt door de te sterke binding van zink aan het picolinezuur. Het lichaam is kennelijk niet in staat om die binding op te lossen. Hetzelfde speelt namelijk bij chroompicolinaat.

f. Zinkmethionine

Zink dat verbonden is aan methionine, een aminozuur, zorgt ervoor dat zink beter door het lichaam wordt opgenomen, omdat het aminozuur methionine een uitstekende opname heeft. Zink kan zich in deze vorm niet hechten aan stoffen die de opname belemmeren. Dit is dus de beste vorm van zink om je bloedwaarden te verhogen.

g. Zinkcarnosine

Hier hebben we het over een vorm van zink gekoppeld aan het aminozuur carnosine. Daardoor ontstaat een stabiel molecuul. De koppeling aan carnosine zorgt ervoor dat zink vertraagd wordt afgegeven aan de maag waardoor het effectiever is het bij het beschermen en ondersteunen van het maagslijmvlies en darmslijmvlies. Dit is dus de vorm die je moet hebben om je maag en darmen te beschermen of te repareren, met name in het geval van een maagzweer of colitis ulcerosa.[25] Het enige nadeel van deze vorm is, dat het wat minder elementair zink bevat (23%).

Overdosering

Kun je ook te veel zink binnenkrijgen? Ja, dat kan, met name als je gaat suppleren. Dat merk je meestal aan problemen met de maag en darmen, met de nieren, haarverlies en bloedarmoede door ijzertekort. Te veel zink verhindert namelijk de opname van ijzer, met bloedarmoede als gevolg. Ook kan een teveel aan zink leiden tot een tekort aan koper, omdat zink en koper antagonisten zijn. Wat is dan te veel? Dat getal is behoorlijk goed onderzocht: meer dan 225 milligram per dag kan schadelijk zijn. Als je je bloedwaarden weet, is 150 milligram wel het maximum om in te nemen per dag en dan ook nog maar voor een paar dagen. Over het algemeen zijn dit soort hoge doseringen niet handig en ook niet nodig. Werk je zonder bloedwaarden, begin dan met 25 milligram per dag en bouw dit uit naar maximaal 50 milligram per dag.

Symptomen overdosering

De symptomen van een te veel aan zink zijn buikpijn, maagklachten, misselijkheid en in extreme gevallen braken en diarree. Het vervelende hiervan is dat diarree ook een symptoom is van een tekort. En dat geldt voor meer symptomen die bij een tekort horen. Dus zowel een tekort (meer voor de hand liggend) en een overschot leiden deels tot dezelfde klachten. Het is dus noodzakelijk om vast te stellen of de symptomen al bestonden voordat je suppleerde, of dat die erna ontstonden. En of de symptomen na suppletie niet ontstaan door een te hoge dosering. Mocht je dergelijke symptomen na langdurige suppletie hebben, stop er dan mee. De symptomen zijn makkelijk omkeerbaar. Er zijn in ieder geval geen gevallen van overlijden door zink bekend.

Relatie met andere nutriënten

Er is een relatie tussen vitamine D en zink.[26] Heb je een laag vitamine D-gehalte, kijk dan ook eens naar zink. Grote kans dat ze beiden laag zijn. Ten slotte nog de relatie met koper. Zink en koper werken elkaar eruit. Dat noemen ze antagonisten. Daarover hoef je je op korte termijn (< 4 maanden) niet druk te maken. Maar als je dagelijks zink gaat nemen, is het slimmer om dan ook wat koper in te nemen in een ratio van zink versus koper van 10:1. Dus bijvoorbeeld 25 mg zink vraagt om 2,5 mg koper. Let op: bij mensen met psychische klachten is het vaak niet zinvol om koper te suppleren. Tenslotte ijzer. IJzer en zink strijden om opname, dus is het niet zinvol om zink samen met ijzer in te nemen. Beter is het om ijzer (samen met vitamine C) tussen de maaltijden in te nemen en zink bij de maaltijden. Hoge doseringen ijzer (> 25 mg) kunnen de absorptie van zink sowieso verstoren. IJzer-supplerende mensen, let op je zink! Tenslotte heb je zink ook nodig om vitamine B6 om te zetten in de actieve vorm, nodig voor serotonine, dopamine, GABA en andere neurotransmitters. 

Cofactoren

Zink heeft behoefte aan een ionofoor. Wat dat is? Dat is een transportmiddel om zink in de cellen te krijgen. Want als het in je bloedbaan blijft zweven, heb je wel een goede serumwaarde maar nog geen goede intracellulaire waarde. En dat is waar je zink wilt hebben! Het is dus raadzaam om zink samen met zo’n ‘taxi’ in te nemen. De drie belangrijkste ‘taxi’s’ zijn: quercetine, EGCG en curcumine.

Contra-indicaties

Wees voorzichtig met de suppletie van zink als je al bekend bent met nierproblemen of hemochromatose (ijzerstapeling).

Tot slot

Zelden heb ik over een mineraal of vitamine geschreven waarbij je op basis van eetgewoonten op voorhand wel kunt raden dat je er te weinig van binnenkrijgt. Zeker, als je dat ook nog combineert met de wetenschap van overmatige graan- en suikerconsumptie. En als ik in mijn omgeving naar kleine kinderen kijk, weet ik zeker dat er diverse rondlopen met een ernstig zinktekort. Ik ga dus eerst mijn familie maar voorzien van voldoende zink na het schrijven van deze blog. 

Disclaimer

Medische informatie wordt alleen verstrekt als informatiebron en mag niet worden gebruikt of vertrouwd voor diagnostische of behandelingsdoeleinden. De informatie is niet bedoeld als patiëntenvoorlichting, creëert geen relatie tussen patiënt en orthomoleculair adviseur en mag niet worden gebruikt als vervanging voor professionele diagnose en behandeling. Raadpleeg uw zorgverlener voordat u beslissingen over uw gezondheid neemt of voor advies over een specifieke medische aandoening. INNR B.V. is niet aansprakelijk voor enige schade, verlies, letsel of aansprakelijkheid op welke manier dan ook geleden als gevolg van uw vertrouwen op de informatie uit dit document.



Terug naar blog
.innr-carousel__btn:disabled { display: none !important; }