In deze blog gaat het over depressies en de daar onlosmakelijk aan verbonden antidepressiva. Is dat een interessant onderwerp voor een blog? Gelet op het aantal gebruikers van deze middelen wel. In het jaaroverzicht 2022 van de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) zien we de volgende cijfers:
- Aantal gebruikers psychofarmaca: 2,5 miljoen;
- Aantal verstrekkingen: 24 miljoen;
- Aantal dagdoseringen: 603 miljoen;
- Kosten: 391 miljoen.
Psychofarmaca is de verzamelnaam voor medicijnen die worden ingezet bij de behandeling van psychische problemen. Tot deze groep psychofarmaca behoren geneesmiddelen voor ADHD, antipsychotica, antidepressiva en benzodiazepines (‘pammen’). In 2022 nam het aantal gebruikers van deze middelen toe met 50.000 mensen. Die toename kwam vooral voor rekening van middelen voor ADHD (15.000 meer gebruikers) en antidepressiva. Het gebruik van de andere middelen nam licht af. Opvallend is ook dat 750.000 gebruikers middelen uit meerdere groepen gebruikten.
Kijken we naar het gebruik van antidepressiva alleen in 2022, dan zien we 1,2 miljoen gebruikers (stijging van 3,2%), waarvan 5,1% wordt verstrekt aan mensen onder de 25 jaar. Met name onder jongvolwassenen (18-24 jaar) en kinderen (8-17 jaar) was er sprake van forse stijgingen. Het gaat daarbij vooral om de middelen fluoxetine, sertraline en citalopram.[1] Je kunt, gelet op deze cijfers, wel spreken van een omvangrijk probleem. Immers, het is niet 'normaal' als je een medicijn tegen een psychische aandoening moet slikken. Klopt het wel als we hier over een aandoening spreken? Wat is een depressie eigenlijk? En hoe komt een depressie dan tot stand? Lossen die medicijnen wel iets op? De omvang van de depressie-epidemie staat, gelet op het aantal gebruikers, in ieder geval niet ter discussie, maar roept bij mij wel fundamentele vragen op. Ik ga je meenemen op deze ontdekkingstocht naar depressies aan de hand van de volgende vragen:
1. Wat is een depressie?2. Wat zijn de oorzaken van een depressie?
3. Wat is de reguliere aanpak van een depressie?
4. Wat is volgens orthomoleculairen de oorzaak van een depressie?
5. Wat te doen?
1. Wat is een depressie?
Als ik mijn medische boeken raadpleeg, dan tref ik depressies aan in het hoofdstuk ‘Stemmingsstoornissen’. Onder deze noemer vallen zowel depressies als manies. Ik laat manies en manisch-depressieve stoornissen buiten beschouwing, alhoewel een depressie dus ook deel kan uitmaken van een manisch-depressieve stoornis (bipolaire stoornis). Wat is een depressie nu precies? ‘Een depressie is een gevoel van intense droefheid. Een depressie kan zich na een recent verlies of een andere verdrietige gebeurtenis voordoen, maar staat niet in verhouding tot die gebeurtenis en houdt langer aan dan in een dergelijk geval normaal is’, aldus het Medisch Handboek. Ik weet niet hoe het jou vergaat, maar als ik deze definitie lees, dan herken ik dit helemaal niet bij de meeste mensen met een depressie. Gevoel van intense droefheid? Altijd een relatie met een verdrietige toestand? Als dit echt de definitie is, dan zijn een heleboel mensen volgens mij helemaal niet depressief, want dat beeld wijkt nogal af van wat het Medisch Handboek zelf verder zegt. Lees ik namelijk verder, dan kom ik allerlei subcategorieën tegen met andere symptomen dan in de definitie zelf staan. Citaat: ‘Het soort symptomen is sterk afhankelijk van het type depressie. Iemand die depressief wordt, kan bijvoorbeeld traag en bedroefd of snel geïrriteerd en angstig lijken. Als iemand afwezig is, weinig zegt, niet eet en weinig slaapt, spreken artsen over vegetatieve symptomen. Iemand die zich angstig en schrikachtig gedraagt (vooral ’s avonds), die dikker wordt door toegenomen eetlust en die steeds langer slaapt na een periode van slapeloosheid, heeft daarentegen een depressie met atypische symptomen. Iemand die daarnaast ook bijzonder rusteloos is (in de handen wrijft en voortdurend praat) maakt een zogeheten geagiteerde depressie door.’ Het wordt er allemaal niet duidelijker op. Want even verder gaat het weer over mensen die niet meer op een normale manier emoties kunnen ervaren en tonen. Dan weer over mensen die de wereld als kleurloos en levenloos ervaren. En hoe verder ik lees, hoe lastiger ik het vind worden wat nu symptomen van een depressie zijn of niet. Kijk maar in de volgende opsomming van symptomen uit hetzelfde Medisch Handboek:
- Vertraagd in denken, praten en doen;
- Vervuld van intense schuld- en minderwaardigheidsgevoelens;
- Gebrek aan concentratie;
- Gering gevoel voor eigenwaarde;
- Besluiteloos;
- Afwezig;
- Hulpeloos;
- Denken over de dood en over zelfmoord;
- Slaapproblemen;
- Geen zin meer in seksualiteit;
- Slechte eetlust, gewichtsverlies, uitblijven menstruaties bij vrouwen;
- Veel te veel eten en aankomen in gewicht;
- Depersonalisatie (je wordt een andere persoonlijkheid);
- Somberheid, pessimisme;
- Geen gevoel voor humor en geen plezier;
- Passiviteit, sloomheid, in zichzelf gekeerd zijn;
- Sceptisch, overmatig kritisch, voortdurend klagerig;
- Vol zelfkritiek en zelfverwijt;
- Sterk gericht op tekortkomingen, falen en negatieve gebeurtenissen;
- Lichamelijke klachten en pijnen zonder dat er sprake is van een ziekte (psychosomatische klachten);
- Angsten voor ziekten, rampen of om krankzinnig te worden;
- Hypochondrie; een overmatige angst om een ongeneeslijke of gênante ziekte te hebben, zoals kanker of een seksueel overdraagbare aandoening;
- Waanideeën of hallucinaties (dingen horen of zien die er niet zijn);
- Geloven dat je onvergeeflijke zonden of misdaden hebt begaan;
- Stemmen horen die je beschuldigen van allerlei wandaden of die je ter dood veroordelen;
- Achtervolgingswanen, mede veroorzaakt door gevoelens van onzekerheid en waardeloosheid;
- Dood willen of het idee hebben dat je zo weinig waard bent, dat je beter kunt sterven.
Ik raak door het lezen van zoveel verschillende (en soms tegenstrijdige) symptomen helemaal het zicht kwijt op wat nu een depressie is. Want een deel van de symptomen gaat over gedrag, een deel over gedachten en een deel over gevoelens. Wie van ons herkent van tijd tot tijd niet heel veel van deze symptomen? Nu begrijp ik de uitspraak van Peter Gøtzsche beter, die schrijft: ‘De criteria voor de diagnose depressie zijn arbitrair, gebaseerd op consensus en momenteel zo breed, dat een groot deel van de gezonde bevolking onder de diagnose valt. Het is dus misleidend om te zeggen dat depressie een ernstige stoornis is. Bijna iedereen ervaart van tijd tot tijd milde symptomen van alledaagse neerslachtigheid maar slechts heel weinig mensen zijn ernstig depressief.’ Maar misschien biedt het ‘handboek soldaat’ (DSM) van de psychiaters soelaas?
DSM-IV-criteria en -symptomen
In DSM-IV (het handboek voor de Psychiatrie) vond ik het volgende:
“Om te kunnen spreken van een depressieve episode of majeure depressie moet volgens de DSM-IV aan de volgende criteria (A t/m E) worden voldaan:
A. Er moet gedurende minstens twee weken minstens één van volgende elementen aanwezig zijn: terneergeslagen stemming of verlies van algemene interesse of tevredenheid. Daarenboven moet men voldoen aan minstens vijf van onderstaande negen symptomen. Deze moeten tevens voor minstens twee weken aanwezig zijn.
- Het grootste deel van de dag een duidelijke gedeprimeerde stemming vertonen. Dit moet blijken uit ofwel subjectieve mededeling ofwel door observatie door anderen;
- Een duidelijke vermindering van interesse of plezier in alle of bijna alle activiteiten gedurende het grootste deel van de dag. Dit moet blijken uit ofwel subjectieve mededeling ofwel uit observatie door anderen;
- Een duidelijke gewichtstoename of -verlies en een verandering in eetlust zonder te diëten;
- Meer of minder slapen dan normaal, slapeloosheid en een verstoord slaappatroon.
- Psychomotorische agitatie of remming bijna elke dag. Dit moet waarneembaar zijn door anderen;
- Moeheid of verlies van energie, bijna elke dag;
- Gevoelens van waardeloosheid en/of buitensporige onterechte schuldgevoelens, bijna elke dag;
- Verminderd vermogen tot nadenken of concentratie of besluiteloosheid, bijna elke dag. Dit moet ofwel subjectief vermeld worden ofwel geobserveerd door anderen;
- Terugkerende gedachten aan de dood, terugkerende suïcidale gedachten zonder dat er specifieke plannen zijn gemaakt, een suïcidepoging of een specifiek plan om suïcide te plegen.
B. De symptomen voldoen niet aan de criteria voor een gemengde episode.
C. De symptomen zorgen voor een significant klinisch lijden of belemmeren sociale, beroepsmatige en/of andere belangrijke terreinen.
D. De symptomen zijn niet het gevolg van de effecten van drug- of medicatiegebruik. En evenmin het gevolg van een somatische (lijfelijke) aandoening.
E. De symptomen zijn niet verklaarbaar door rouw, bijvoorbeeld na het verlies van een dierbare. Deze symptomen kunnen langer dan twee maanden duren.
Ernst van depressie volgens de DSM-IV
De ernst van een depressie kan bepaald worden aan de hand van het aantal symptomen. Hoe meer symptomen er (van de negen) aanwezig is, hoe ernstiger de depressie is. Vanuit de DSM-IV worden de volgende gradaties vastgelegd:
- Indien voldaan aan één criterium van depressie spreekt men van ‘symptoom depressie’;
- Indien voldaan aan twee tot vier symptomen spreekt men van ‘syndroom depressie’ (Minor depression);
- Indien voldaan aan vier tot negen symptomen spreekt men van 'stoornis depressie’ (Major depression).
Psychiaters hebben becijferd dat, op basis van de criteria en de symptomen uit DSM-IV, je op 1497 verschillende manieren depressief kunt zijn. Je kunt zien dat de definitie voor een depressie zover is verbreed dat zo’n beetje iedere Nederlander er van tijd tot tijd onder valt. Als je de afgelopen twee weken even nergens geen zin in had, plus één aanvullend symptoom (dat van alles kan zijn, zoals slecht slapen, verandering in eetlust of moeheid), dan ben je er al. Vandaar dat er tegenwoordig sprake is van een depressie-epidemie, niet omdat we zoveel meer depressieve mensen hebben, maar omdat je binnen twee weken al binnen de diagnose valt. Rek de diagnoses op en je creëert honderdduizenden nieuwe ‘patiënten’ zodat momenteel dus 1,2 miljoen mensen antidepressiva slikken. En dan ook nog te bedenken dat het grootste gedeelte van de antidepressiva door huisartsen binnen een consult van 10 minuten wordt voorgeschreven en mensen nooit in contact zijn geweest met een psycholoog of psychiater.
Medicaliseren van verdriet
In DSM-III was rouwen na de dood van een geliefde alleen een depressieve stoornis als die langer dan een jaar duurde. In DSM-IV werd die periode ingekort tot twee maanden. En in de nu geldende DSM-V is dat slechts twee weken. Treffend vond ik de uitspraak van een arts en hoogleraar: ‘Als je vroeger een geliefde verloor en pas langer dan een jaar depressief was door rouw, werd er nagedacht over mogelijk medicatie. Inmiddels is die termijn van rouwen teruggebracht tot twee weken.’ Waarbij hij er veelzeggend aan toevoegde: ‘Dan moet je wel een heel slechte relatie met die persoon gehad hebben als je na twee weken weer van je rouwgevoelens verlost bent of wilt worden. We moeten mensen toestaan om van tijd tot tijd ongelukkig te zijn. Dit is volkomen normaal en behoeft geen diagnose.’ In feite komt het hierop neer dat we de normale ellende en verdriet van het leven hebben geclassificeerd als een psychische stoornis.
Word ik te filosofisch als ik denk dat narigheid, tegenslag, moeite, teleurstelling en verdriet voor velen kennelijk niet tot het leven mogen behoren en zij de tegenstrijdigheid met het ‘het-leven-is-een-feestje-gevoel’ maar opheffen met medicijnen? Kunnen we nog wel omgaan met tegenvallers, teleurstelling en lijden? Zou dat de onderliggende reden zijn dat we blijven geloven in de illusie dat we met een pilletje verlost worden van de pijn van het leven?
Ontkenning?
Schrijf ik dit nu op om depressies te ontkennen? Integendeel! Ik weet wat het is, want het is mijzelf ook (onverwachts) overkomen. Ik ken ook redelijk wat mensen die echt ernstig depressief zijn (geweest). En dat is een vreselijke en betreurenswaardige situatie. Het zich bevinden in een depressieve periode in je leven is voor buitenstaanders niet te begrijpen en voor jezelf meestal ook niet. Maar je zit er wel in. Hopeloos. Uitzichtloos. Alleen maar zwart. Dus ernstige depressies bestaan zeker, al dan niet met suïcidale gedachten of angsten er nog bij. Zo’n situatie is daarentegen wezenlijk onderscheiden in intensiteit en duur van een tijdelijke somberheid of neerslachtigheid. Ik verzet me dus vooral tegen het zodanig oprekken van de symptomen dat iedereen die een tijdje somber of neerslachtig is, ineens een depressie zou hebben.
Als ik zelf een definitie voor een depressie zou moeten geven, dan zou ik die als volgt opschrijven: ‘Een langdurige (> 6 maanden) periode van somberheid, gebrek aan levenslust en interesse in alles en iedereen, besluiteloosheid, afwezigheid, lethargie, emotionele vlakte en een gebrek aan normale emoties, al dan niet gecombineerd met angsten en zonder dat daarbij sprake was van een verdrietige gebeurtenis of concrete aanleiding.’ Vroeger noemden ze dit een endogene depressie of melancholie.
Maar wat is een depressie dan in biochemisch zin? Dat weten we niet. We weten niet wat geestesziekten zijn en daarom zoeken we ons heil in het verzamelen van symptomen waar we een sticker opplakken. Wat het in ieder geval zeker niet is, is een tekort van één of andere neurotransmitter in je hoofd. Dat is jarenlang geroepen: ‘U hebt gewoon een stofje tekort in uw hoofd, net zoals diabetespatiënten insulinetekort hebben en dat moet je gewoon aanvullen.’ Ik zeg het expliciet: dit is uitgebreid onderzocht en klopt niet. In een eerder blog schreef ik al: ‘Het is absurd om angststoornissen of welke psychische aandoening dan ook toe te schrijven aan één neurotransmitter, terwijl er in de hersenen meer dan tweehonderd verschillend neurotransmitters met elkaar interageren in een zeer complexe wisselwerking die we nauwelijks begrijpen.[3] Zo is het idee dat depressieve mensen kampen met een serotoninetekort overtuigend weerlegd. Sommige geneesmiddelen die het serotoninegehalte verlagen (bijvoorbeeld tianeptine) blijken namelijk ook te werken tegen een depressie. Van geen enkele geestesziekte is ooit aangetoond dat deze wordt veroorzaakt door een verstoord chemisch evenwicht in de hersenen. Eigenlijk is de gedachte dat mensen stofjes in hun hersenen tekortkomen die vervolgens leiden tot psychische aandoeningen, gewoon gebaseerd op een hypothese zonder feitelijke grondslag.' Recentelijk is dat opnieuw bewezen.[4] De introductie van psychische medicijnen sinds de jaren ’50 zijn gebaseerd op slechte, gemanipuleerde of zelfs frauduleuze onderzoeken van de farmaceutische industrie en veroorzaken meer psychisch leed en andere gezondheidsschade dan waaraan je eerst was blootgesteld.[5]
Samenvattend kun je wel stellen dat een depressie onmogelijk objectief is vast te stellen, niet is te meten (bijvoorbeeld in je bloed) en dermate breed is gedefinieerd dat zo’n beetje iedereen van tijd tot tijd de diagnose ‘depressie’ zou kunnen krijgen. Terwijl echte (ernstige) depressies gelukkig redelijk zeldzaam zijn. Bemoedigend is dan ook de uitspraak in het Medisch Handboek dat een depressieve episode zonder behandeling gewoonlijk drie tot zes maanden duurt.[2] En dat een jaar rouwen vroeger niets bijzonders was. In ieder geval geen reden om pillen te gaan slikken.
2. Wat zijn de oorzaken van een depressie?
In tegenstelling tot wat algemeen wordt aangenomen, hoeft een depressie niet noodzakelijkerwijs voort te vloeien uit een persoonlijkheidsstoornis of een jeugdtrauma (maar soms wel), een slechte opvoeding (soms wel) of een karakterzwakte. Met andere woorden: als het je overkomt, dan zegt dat niets over jou. Je hoeft je in die zin dus totaal niet schuldig te voelen als je depressief bent. En evenmin als je een antidepressivum slikt. Het leven is gewoon zwaar en ingewikkeld. Maar zijn er dan oorzaken voor een depressie?
Het reguliere Medische Handboek somt de volgende oorzaken op:
- Familiaire aanleg (erfelijkheid);
- Het hebben van het vrouwelijke geslacht;
- Lichamelijke ziektes;
- Bijwerkingen van bepaalde geneesmiddelen.
ad1: Over het eerste punt is niet veel bekend, omdat je depressies niet genetisch kunt vaststellen en je dus niet objectief kunt controleren of erfelijkheid een rol speelt. Ik kan me hooguit voorstellen dat een sombere vader of moeder een enorme impact heeft op een opgroeiend kind.
ad2: Vrouwen hebben tweemaal zoveel kans op een depressie als mannen. Het is niet duidelijk waarom dit is, maar ik denk dat een mogelijke verklaring zit in hormonale schommelingen. Zo weten we dat vrouwen in of na de bevalling een postnatale depressie kunnen krijgen, die wordt veroorzaakt door sterk fluctuerende hormoonspiegels. Ook kan er sprake zijn van depressieve gevoelens net voorafgaand aan de menstruatie. Hormonen kunnen dus zorgen voor stemmingsstoornissen. Ook het gebruik van orale anticonceptiva (‘de pil’) of een hormoonvervangende therapie kan bijdragen aan of leiden tot stemmingsstoornissen.
ad3: Er zijn ziektes met een directe relatie tot een depressie. Het verband is soms direct (bijvoorbeeld bij ziektes aan de schildklier) en soms indirect vanwege de ziektelast en pijn die een ziekte kan veroorzaken. Zonder volledig te zijn, noem ik de belangrijkste aandoeningen die een depressie kunnen veroorzaken:
- Infecties, zoals hepatitis of een longontsteking;
- Ziekte van Pfeiffer;
- Hormonale stoornissen, zoals de ziekte van Addison, het syndroom van Cushing, verhoogde bijschildklierhormoonspiegel, lage en hoge schildklierhormoonspiegel, lage hypofysehormoonspiegel;
- Bindweefselaandoeningen, zoals reumatoïde artritis en lupus;
- Neurologische aandoeningen, zoals hersentumoren, Parkinson, dementie, MS, slaapapneu, beroertes (TIA’s en CVA’s) en epilepsie;
- Voedingsstoornissen, zoals pellagra (gebrek aan B6) en pernicieuze anemie (gebrek aan B12);
- Vormen van kanker, zoals kanker in de buikholte, uitgezaaide kanker en alvleesklierkanker.
ad4: Dan medicijnen. Ongelooflijk dat medicijnen, die worden voorgeschreven voor psychische problemen zelf depressies kunnen veroorzaken. Maar ook sommige bloeddrukverlagers. De volgende medicijnen hebben als mogelijke bijwerking een depressie:
- Methylfenidaat (Ritalin, Concerta, Equasym, Kinecteen, Medikinet), dexamfetamine, lisdexamfetamine bij staking van het gebruik;
- Antipsychotica (atypische), zoals cariprazine, lurasidon, paliperidon of risperidon;
- Antipsychotica (klassieke), zoals broomperidol, fluspirileen, haloperidol, pimozide en pipamperon;
- Bètablokkers, zoals atenolol, metoprolol;
- Calciumantagonisten (voor de hoge bloeddruk), zoals amlodipine, barnidipine, en andere ‘pines’;
- Cimetidine;
- Anticonceptiemiddelen (door een gebrek aan vitamine B6);
- Cycloserine;
- Hormoontherapie (oestrogeen), eveneens door een gebrek aan vitamine B6;
- Methyldopa;
- Vinblastine;
- Vincristine.
We weten nu wat de symptomen van een depressie kunnen zijn en wat volgens reguliere medici een depressie kan veroorzaken. Dat brengt me bij de reguliere aanpak.
3. Wat is de reguliere aanpak?
Meestal is een gesprek met de huisarts al voldoende om een ‘diagnose’ te krijgen. Dat is vreemd, want huisartsen zijn weliswaar hoog opgeleide mensen, maar geen psychologen of psychiaters. Mocht je toch in de tweede lijn terechtkomen, dan maakt men gebruik van vragenlijsten zoals de ‘Hamilton Rating Scale for Depression’ die mondeling wordt afgenomen en de Beck Depression Inventory, een vragenlijst die de patiënt zelf moet invullen. Soms gebruikt men ook de Montgomery-Asberg Depression Rating Scale (MADRS). Overbodig om te zeggen dat dit een wel heel summiere wijze van diagnosticeren is. Het wordt wel vergeleken met het spelen van het spelletje ‘Zoek de vijf verschillen’. Zoals ik net al zei, is er weinig voor nodig om iemand de diagnose ‘depressie’ te geven. En dan komt het rijtje ‘oplossingen’:
- Behandeling met medicijnen:
- Tricyclische antidepressiva: amitriptyline, clomipramine, desipramine, doxepine, imipramine, maprotiline, nortriptyline, protriptyline, trimipramine;
- Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s): citalopram, dapoxetine, escitalopram, fluoxentine, fluvoxamine, paroxetine, sertraline;
- Monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers): tranylcypromine, safinamide, selegiline, rasagiline, moclobemide, fenelzine;
- Serotonine-noradrenalineheropnameremmers (SNRI’s): duloxetine, trazodon, venlafaxine;
- Psychostimulantia: methylfenidaat of dexamfetamine;
- Psychotherapie;
- Elektroconvulsietherapie (ECT).
Ik zal met name dieper ingaan op medicijnen die gegeven worden bij een depressie. En om maar gelijk met de deur in huis te vallen: antidepressiva gebruiken we zeventig jaar, maar waarschijnlijk hebben ze geen enkel werkelijk nuttig effect op een depressie, terwijl ze talloze schadelijke bijwerkingen hebben. Als ze al werken, dan geldt dit vooral in gevallen van een zeer ernstige depressie (bij vooral oudere mensen). Ik hoor je denken: ‘Maar sinds ik die pillen ben gaan slikken, ben ik wel van mijn depressie afgekomen.’ Ik begrijp die redenatie heel goed. Daar komt nog bij, dat als je een poging tot afbouwen onderneemt, dezelfde of andere klachten direct weer ontstaan. Hoe zit dat nu?
Ten eerste blijkt dat mensen met een placebo (neppil) en met een antidepressivum bijna even snel herstelden van hun depressie. Lees bijgaand onderzoek over paroxetine maar.[6] De werkelijkheid is dat de meeste depressies van milde aard zijn waarvan je ook was opgeknapt zonder pillen. Het verschil in hersteltijd van een depressie met en zonder pillen is zo’n 8 dagen. Natuurlijk herstel! Dat stond ook al in het Medisch Handboek! Maar dit herstel wordt, na het starten met deze medicijnen door de gebruiker opgevat als het effect van de medicijnen en niet als gewoon natuurlijk herstel. Dat maakt het zo verwarrend! Daarom denkt 83% van de gebruikers dat hun herstel te danken is aan de pillen.[7] Ik snap dan ook heel goed dat mensen zeggen dat die pillen echt helpen. Het is bovendien toch geen wonder dat elke stof die een mens verdooft of euforisch maakt, lijkt te werken tegen een depressie, met inbegrip van antipsychotica, anti-epileptica en stimulantia? In die zin zou je je waarschijnlijk net zo goed hebben gevoeld met wat alcohol. Of drugs…Terzijde: ook interessant om te weten is dat SSRI’s niet werken bij kinderen en jongvolwassenen.
Ten tweede zijn de pillen zo verslavend dat iedere poging om af te bouwen, opnieuw leidt tot psychische klachten bij de meeste gebruikers. Je gaat je echt (even) slechter voelen. Dat bekrachtigt het idee dat die pillen ook echt werken. Logisch toch dat je dan denkt dat die pillen een depressie echt bestrijden? Want zodra je een stoppoging onderneemt, komen de klachten weer terug. Dat die klachten komen door het afkicken en niet hetzelfde zijn als de oorspronkelijke klachten, is voor de gebruiker niet te onderscheiden. Want wie kan nu afbouw-gerelateerde somberheid onderscheiden van de oorspronkelijke somberheid? En zodra die afkickverschijnselen optreden, denkt de gebruiker: ‘Maar dat nooit meer.’ Dus stop je weer met je stoppoging en zodra je weer je medicatie neemt, zijn die ontwenningsverschijnselen weg. Ik kan het niet anders opschrijven dan dat psychofarmaca de nieuwe drugs zijn. Of het nieuwe roken. Ze verdoven de psychische pijn, verbeteren je stemming doordat ze drogerend werken. Totdat je er mee wilt stoppen.
Ten derde is het opmerkelijk dat antidepressiva voor zo’n beetje elke psychologische aandoening worden voorgeschreven. Of je nu depressief, angstig, hallucinerend of bipolair bent, een antidepressivum lost het op. Zelfs slapeloosheid. Zo staat er in het Medisch Handboek dat het eigenlijk niet uitmaakt of je een postnatale depressie, een winterdepressie (vallend blad) of een chronische depressie hebt, want ze worden toch allemaal ‘bestreden’ met dezelfde middelen. Dat is op zijn zachtst gezegd heel vreemd.
Ik zal je niet vermoeien met de manier waarop farmaceutische bedrijven met list en bedrog deze middelen op de markt hebben gebracht. Van fraude tot omkoping en van vervalsing van data tot het weglaten van sterfgevallen door zelfmoorden. Er is (bij mijn weten) daarenboven geen enkel onderzoek naar de lange-termijn-effecten van deze chemische substanties op je hersenen. Zodra het middel op de markt is toegelaten, is niemand meer geïnteresseerd in deze effecten. Als je ‘het naadje van de kous’ wilt weten over deze statistische trucen, bestel je gewoon het boek ‘Dodelijke psychiatrie’ van Prof. dr. Peter Gøtzsche. Maar misschien vind je het interessant om te weten wat nu de consequenties (op langere termijn) zijn van het slikken van een antidepressivum?
- Ze helpen niet tegen de depressie bij meer dan 90% van de gebruikers;
- Ze veroorzaken (!) depressies;
- Abrupt stoppen van een antidepressivum leidt tot enorme ontwenningsverschijnselen die de suggestie wekken dat het middel echt iets voor je doet. Dat laatste is niet zo; je bent gewoon verslaafd;
- Het slikken van een antidepressivum kan leiden tot zelfdoding, afschuwelijke misdrijven (moorden), vijandig gedrag, psychoses, verwardheid, abnormaal denken, epileptische aanvallen of stuipen en vergeetachtigheid;
- Ze leiden tot algehele lichaamszwakte;
- Ze veranderen je persoonlijkheid in een andere, ook voor de rest van je leven;
- Ze geven je minder controle over gedachten en gevoelens;
- Ze zijn enorm verslavend en afbouwen is een drama;
- Ze zorgen voor gewichtstoename of juist -afname;
- Ze veroorzaken diabetes type 2, hoge bloeddruk en andere metabolische aandoeningen;
- Ze zorgen voor seksuele disfunctie en verwoesten het liefdesleven van zowel mannen als vrouwen;[8]
- Ze zorgen ervoor dat je emotioneel afgestompt raakt (leven onder een kaasstolp);[9]
- Ze zorgen ervoor dat je geen contact meer hebt met je eigen gevoelens;
- Ze zorgen ervoor dat je minder of niets meer geeft om anderen, zelfs je naasten;
- Ze zorgen voor agitatie;
- Ze verdubbelen het risico op vroeggeboortes;[10]
- Ze kunnen schade veroorzaken aan het ongeboren leven, in het bijzonder hartafwijkingen bij de baby;[11]
- Ze zorgen voor gewichtsverlies en groeiachterstanden bij kinderen (fluoxetine);
- Ze verhogen je risico op dementie met 50%;
- Ze zorgen voor zelfmoordneigingen en zelfmoorden.
Naast zelfmoordneigingen en zelfdoding, is de allerergste bijwerking acathisie, die vervolgens weer kan leiden tot zelfdoding. Wat dat is? Dat is een zo grote innerlijke en ernstige vorm van innerlijke onrust, dat je bijna krankzinnig wordt van rusteloosheid. Letterlijk betekent acathisie ‘niet kunnen zitten’. Het centrale symptoom is de innerlijke onrust en het waarneembare symptoom zijn de bewegingen, met name van de benen (rusteloze benen). Die mensen kunnen hun benen niet stilhouden, bewegen ze continue, schokken in hun slaap, enzovoorts. Patiënten omschrijven hun rusteloosheid op velerlei wijzen, zoals: ‘onrustig’, ‘gespannen’, ‘kan niet stilzitten’ of ‘kan me niet concentreren’. Soms komen daar nog heftige emoties bij, zoals angst, woede, boosheid of zelfs gewelddadig of suïcidaal gedrag. Terzijde: het hebben van rusteloze benen alleen bij het liggen heeft niets met acathisie te maken. Acathisie is de hele dag aanwezig en neemt af bij het liggen, terwijl rusteloze benen vooral juist opspelen bij het liggen. Zowel SSRI’s, tricyclische antidepressiva als MAO-remmers of calciumantagonisten (bepaalde bloeddrukverlagers) kunnen acathisie veroorzaken, zeker als ze ook nog samen worden ingenomen met antipsychotica.[12]
Opvallend is ook, dat menige gebruiker van een antidepressivum te kampen heeft met spierpijnen. Ten onrechte wordt hier dan vaak de diagnose fibromyalgie op geplakt. Dat is niet terecht. Spierpijnen bij gebruikers komen door de pillen zelf, vooral omdat ze je beroven van Q10. Dus als je een antidepressivum slikt en je hebt spierpijnen, sluit dan eerst uit dat dit komt door een gebrek aan Q10 door dit twee maanden in te nemen. Grote kans dat je ‘fibromyalgie’ ineens een bijwerking van je medicijnen blijkt te zijn.
Voordat je nu denkt dat jouw antidepressivum geen van bovenstaande bijwerkingen kent, heb ik het voor de meest gebruikte antidepressiva in kaart gebracht via de site van het Farmacotherapeutisch Kompas.
Citalopram: overmatig zweten, droge mond, misselijkheid, slapeloosheid, hoofdpijn, slaperigheid, geeuwen, algehele lichaamszwakte, vermoeidheid, jeuk, aandoeningen aan de neus, infecties van bijholten, braken, buikpijn, verstoorde spijsvertering, winderigheid, obstipatie, urine vasthouden, verlaagd gewicht, oorsuizen, abnormale dromen, agitatie (onrust), angst, verlies van libido, nerveuze spanning, gewrichtspijnen, spierpijnen, anorexia, niet kunnen ejaculeren, geen erecties kunnen krijgen, concentratieverlies, duizeligheid, abnormale gevoelsgewaarwordingen zoals tintelingen, doofheid, gevoel van elektrische stroom, verlies van warm-koudgevoel of volledig gevoelloosheid, tremoren (beven of trillen van handen en vingers), oedeem, bloedingen, verhoogde of verlaagde hartslag, huidproblemen, gewichtstoename, vergrote pupillen, agressie, depersonalisatie, hallucinaties, manies, vreetbuien, hevig bloedverlies bij menstruaties, flauwvallen, koorts, inwendige bloedingen, ontsteking van de lever, tekort aan natrium, smaakstoornissen, onbedoeld overmatige bewegingen, epileptische aanvallen (tonisch-clonisch insult).
Paroxetine: misselijkheid, seksuele disfunctie, geeuwen, overmatig zweten, algehele lichaamszwakte, diarree, droge mond, obstipatie, verhoogde cholesterolwaarden, gewichtstoename, zichtproblemen, abnormale dromen, agitatie, slapeloosheid, spierzwakte, verminderde eetlust, gestoorde concentratie, duizeligheid, hoofdpijn, zintuiglijke problemen, slaperigheid, trillen van handen en vingers, bloedingen van slijmvlies, verhoogde vatbaarheid voor infecties (door afname witte bloedlichaampjes), bloedingen, flauwvallen bij opstaan, veranderingen in de normale bloeddruk, huidproblemen, bloedingen in maag of darmen, incontinentie, urine vasthouden, vergrote pupillen, hallucinaties, verwarring, vaginale bloedingen, problemen met de coördinatie van bewegingen (parkinsonisme, acathisie), bloedingen na een bevalling, trage hartslag, gestegen leverwaarden, onregelmatige of gestopte menstruaties, geen eisprong, angst, manies, gewrichtspijnen, spierpijnen, tekort aan natrium, melkuitscheiding uit borsten (zonder zwangerschap of bevalling), menstruele stoornissen, acathisie, toevallen, rusteloze benen. Overigens is paroxetine volgens onderzoek van de WHO het moeilijkst af te bouwen antidepressivum.
Fluoxetine: algehele lichaamszwakte, vermoeidheid, diarree, misselijkheid, slapeloosheid, hoofdpijn, geeuwen, gynaecologische bloedingen, opvliegers, overmatig blozen, hartkloppingen, huidproblemen (uitslag), verkoudheid, braken, droge mond, spijsverteringsproblemen, vaak plassen, gewichtsverlies, oogafwijkingen, abnormale dromen, angst, verlies van libido, nervositeit, rusteloosheid, slaapstoornissen, gewrichtspijnen, verminderde eetlust, ejaculatiestoornissen, seksuele disfunctie, hevig bloedverlies bij menstruaties, baarmoederlijke bloedingen buiten menstruaties om, verstoorde concentratie, duizeligheid, gelatenheid, dufheid, smaakverandering, trillende handen/vingers (tremor), slaperigheid, bloedneuzen, benauwdheid, algehele malaise, verhoogde neiging tot blauwe plekken, lage bloeddruk (en daardoor duizeligheid), koud zweet, haaruitval, bloedingen in het maag-darmkanaal, bloedverlies uit de anus, slikproblemen, tandvleesbloedingen, moeilijk plassen, verhoogde leverwaarden, zichtproblemen, oorsuizen, afwijkingen van het orgasme, depersonalisatie, stemmingsveranderingen, zelfmoordgedachten en -gedrag, spiertrekkingen, verstoorde bewegingen (lopen als een dronken man), onbedoelde overmatige bewegingen (dyskinesie), evenwichtsstoornissen, geheugenstoornissen, spierschokken, wegvallen van spierkracht, onrust, onbewust doelloze, herhalende bewegingen, spierkrampen, trillingen en beven, longproblemen, bloedafwijkingen (met alle gevolgen van dien), problemen met bloedvaten, hart, hormonen, huid, immuunsysteem, infecties, ontstoken lever, problemen met het maagdarmstelsel, de nieren en urinewegen en opnieuw talloze psychische problemen, waaronder acathisie. Maar dit medicijn werd toch voorgeschreven om één psychisch probleem op te lossen? Kijk dit filmpje van arts Dick Bijl eens over fluoxetinegebruik bij kinderen!
Natuurlijk weet ik dat je niet alle bijwerkingen krijgt en dat er een verband is tussen de hoogte van de dosering en de duur van de inname, maar vroeg of laat ga je (milde tot ernstige) bijwerkingen ervaren. Mocht je de bijwerkingen van je eigen antidepressivum willen opzoeken, ga dan naar de site www.farmacotherapeuthischkompas.nl. Zo las ik bij Venlafaxine bij vaak voorkomende bijwerkingen ‘depersonalisatie’ (je wordt een ander mens), apathie (gelatenheid/onverschilligheid), derealisatie (de wereld om je heen voelt vreemd en anders dan normaal, alles is wazig en het lijkt alsof je droomt). Opvallend is ook dat in de protocollen staat dat het antidepressivum na een jaar moet worden afgebouwd. Maar dat gebeurt zelden.
Ik denk dat de meeste lezers inmiddels wel inzien dat deze medicijnen, zeker op lange termijn, meer kwaad dan goed doen. Het lijkt mij dan ook verstandig dat je je wel één, twee, drie of vier keer bedenkt voordat je aan een antidepressivum begint, zeker met de wetenschap dat de meeste depressies (zeker op jonge leeftijd) vanzelf weer overgaan. Bij oudere mensen of mensen met een zeer ernstige en langdurige depressie kijk ik er veel genuanceerder tegenaan. Mensen die continue medicijnen slikken (bijvoorbeeld antibiotica) en dat niet kunnen veranderen, hebben ook weinig keus. Maar ik vermoed dat het grootste gedeelte van de 1,2 miljoen gebruikers er te simpel mee is gestart en er met een beetje motivatie mee zou kunnen stoppen. Maar ik zeg het nu alvast; dat moet je zeker niet doen in een turbulente fase in je leven.
Ik kan het bovenstaande zelfs samenvatten met de conclusie dat antidepressiva geen depressies genezen of voorkomen, maar dat ze juist depressies veroorzaken wanneer je ze langdurig slikt. Hoe dat kan? Wel, door het (tijdelijk) verhogen van het serotoninegehalte, vermindert het aantal serotoninereceptoren. Als je dus abrupt stopt met antidepressiva, dan zakt je serotonine naar een te laag niveau en krijg je (weer) een depressie. Want een SSRI verhoogt je serotoninegehalte niet, maar blokkeert de heropname (althans, dat is de hypothese die ook nog eens niet klopt). Je lichaam gaat er in ieder geval niet meer serotonine door maken. Nog een keer: als je een antidepressivum slikt, stijgt het gehalte serotonine in de synaptische spleet (de ruimte tussen twee zenuwcellen). Je lichaam reageert daarop door minder serotonine-antennes aan te maken of aan te laten staan om die ‘overload’ aan serotonine te kunnen behappen. Ga je vervolgens stoppen met je pillen, dan heb je minder ‘serotonine-antennes’ en heb je daadwerkelijk een echt serotoninetekort gecreëerd door die medicijnen. Als je dus wilt afbouwen, dan is dat bijna alleen mogelijk in de weg van de geleidelijkheid. Want anders krijg je ‘terugkaats-‘ of ‘rebound-effecten’. Ter geruststelling: psychische aandoeningen veroorzaken geen hersenletsel, dus wees niet bang dat een onbehandelde depressie, angststoornis of psychose tot onherstelbare hersenschade leidt. Het gebruik van psychofarmaca echter wel. Er zijn talloze onderzoeken gedaan waaruit blijkt dat het gebruik van psychofarmaca hersenletsel veroorzaakt met sterk verhoogde risico’s op dementie. De reguliere medici draaien het echter om: het komt niet door de pillen maar door de ziekte. Maar ik durf op te schrijven: het komt niet door je ziekte, maar door de pillen.
Met klem zeg ik je nogmaals: je hoeft je niet schuldig te voelen over het gebruik van antidepressiva. Degenen die zich schuldig zouden moeten voelen, zijn degenen die je, zonder je volledig te informeren, deze medicijnen hebben voorgeschreven. En vooral de bedenkers/makers ervan. Genoeg erover. We gaan eerst eens kijken wat orthomoleculairen over depressies te zeggen hebben.
4. Wat is volgens orthomoleculairen de oorzaak van een depressie?
Er is ook bij orthomoleculairen niet zoveel inzicht in de werking van de hersenen en het ontstaan van geestesziekten. Maar aangezien zij het vooral vanuit de biochemische hoek benaderen, is het interessant om te zien wat zij als mogelijke oorzaken voor een depressie zien. Natuurlijk gaat dit dan over voeding of een gebrek aan voedingsstoffen. Maar ook over hele andere dingen. Vooraf zeg ik erbij, dat een deel van de orthomoleculairen nog op het serotoninespoor zit (maar dan in de darmen) en een deel vooral op voeding 'an sich' zit. In onderstaand betoog loopt dat een beetje door elkaar, maar het kan heel goed zijn dat beide ‘scholen’ gelijk hebben. Want waar ze het beiden niet over hebben, is het verhogen van serotonine in het zenuwstelsel, zoals reguliere medici en farmaceuten dat wel beweren (maar niet klopt).
Ook voor orthomoleculairen is de hamvraag of lichamelijke problemen een psychische aandoening veroorzaken of psychische aandoeningen een lichamelijk probleem. Het is het beroemde ‘kip-ei-verhaal’. Ook orthomoleculairen zeggen dat een ingrijpende gebeurtenis in je leven kan leiden tot een depressie en vervolgens voor lichamelijke problemen kan zorgen. Dat zie je vooral bij rouwende mensen. Andersom kan het ook: lichamelijke problemen kunnen leiden tot psychische aandoeningen. En over die laatste relatie, dus lichamelijke die een psychische tot gevolg hebben, gaan de volgende mogelijke fysieke oorzaken.
1. SlaapproblemenEen gebrek aan goede slaap leidt tot problemen in je hoofd. Medici noemen het insomnia. Problemen met slapen vergroot de kans op een depressie met factor 10 (1000%). Ik heb een psychiater weleens horen zeggen dat bijna alle psychische aandoeningen beginnen met slaapproblemen. Vaak is, fysiek gezien, de oorzaak van slaapproblemen een gebrek aan acetylcholine (grondstof: choline). De nervus vagus fungeert voornamelijk dankzij de neurotransmitter acetylcholine. Als je een tekort hebt aan acetylcholine kun je niet rusten, niet verteren, heb je problemen met je spijsvertering, met te weinig maagzuur, met te weinig aanmaak van gal, met te weinig spijsverteringsenzymen en een slechte peristaltiek van je darmen (obstipatie). Acetylcholine maak je met behulp van vitamine B1 (thiamine) en vitamine B4 (choline). En op een indirecte manier van vitamine D (10.000 IE per dag, in te nemen voordat je naar bed gaat). Zoek ook vooral de zon op (zonder te verbranden), want dat helpt bij de aanmaak van melatonine. Zelfs vitamine B5 speelt een rol bij goede slaap, maar dat zit bijna overal in en krijg je waarschijnlijk wel voldoende binnen. Tenslotte moet ik, als je leidt aan slaapproblemen, nog magnesium noemen. Magnesium helpt om de hoeveelheid acetylcholine te vergroten en heeft daardoor indirect en direct ook een effect op slaap. De beste vorm bij slaapproblemen is magnesiumthreonaat, maar magnesiumbisglycinaat kan ook werken. Beide vormen kunnen enorm helpen bij slaapproblemen omdat ze de bloed-hersenbarrière passeren. Hoe kom je aan een tekort aan acetylcholine, los van bovengenoemde stoffen? Overmatig gebruik van suiker en beginnende insulineresistentie.
2. Chronische vermoeidheid
Logisch ook dat, als je slaapproblemen hebt, je ook chronisch vermoeid raakt. Vervolgens raak je depressief omdat je niet over de energie beschikt. Als je daarentegen geen slaapproblemen en toch een gebrek aan energie hebt, dan komt dat vaak door slechte of niet functionerende mitochondriën. Dit kan komen omdat je stofjes mist om de energieproductie te laten plaatsvinden, zoals Q10 of vitamine B1 en B3. Chronische vermoeidheid kan echter ook komen door het hebben van een (latent) virus. Denk dan aan het virus dat de ziekte van Pfeiffer veroorzaakt. Of Lyme. Vaak zie je dat die latent aanwezige virussen juist opleven na een periode van chronische stress.
3. Chronische stress
Chronische stress is de volgende factor die kan leiden tot depressies. Hier zie je de relatie met verdrietige gebeurtenissen in het leven. Bij ‘levensevents’ is er vaak óf vooraf óf achteraf óf zowel voor- en achteraf sprake van langdurige en hevige stress. Iedereen die in een scheiding terecht is gekomen of te maken heeft gehad met een (langdurig) sterfbed van een geliefde, al dan niet inclusief intensieve mantelzorg, kan in een depressie belanden, mede door een gebrek aan slaap en chronische vermoeidheid. In feite zegt je brein dan tegen je: ‘Het is wel even genoeg geweest nu. Ik schakel af, zodat jij ‘een pas op de plaats’ moet maken om te herstellen.' Zo beschouwd is een depressie een beschermingsmaatregel van je brein om je lichaam te laten herstellen. Vlak trouwens ook de chronische stimulatie van cortisol niet uit bij chronische stress; daar krijg je weer slaapproblemen van.
4. Suikers/koolhydraten
Zelden wordt er bij een depressie gepraat over je dieet. Een gemiste kans, want een teveel aan suikers leidt tot (beginnende) insulineresistentie en dat treft ook je hersenen. Je hersenen ‘draaien’ op glucose (of vet). Als je beginnende insulineresistentie hebt ontwikkeld, raakt dit ook je hersen die vervolgens volledig van slag raken door een gebrek aan brandstof. Juist door experimenten met diëten is er een nieuwe stroming ontstaan die zegt dat mentale problemen niet komen door een onbalans in neurotransmitters, maar dat het een metabool probleem is (metabolisme = stofwisseling). Op zich is die gedachte niet nieuw. In de jaren ’20 van de vorige eeuw wist men al dat mensen met epilepsie uitstekend reageerden op een dieet zonder of met weinig koolhydraten. Dat bracht psychiater Dr. Alen Danan uit Toulouse in 2022 op het idee om 31 van zijn patiënten met een ernstige depressie, bipolaire stoornis of schizofrenie een ketogeen dieet voor te schotelen.[13] Het resultaat?
- Symptomen van depressie en psychoses verbeterden binnen drie weken of korter bij 28 van de 31 patiënten die het dieet volgden;
- 43% van de patiënten bereikten klinische remissie (geen klachten meer);
- Bij 18 van de 28 deelnemers (64%) was het aantal of de dosering psychiatrische medicatie verminderd;
- Bij 7 van de 31 deelnemers was het aantal of de dosering van niet-psychiatrische medicijnen gereduceerd met 71% (insuline, metformine, atorvastatine, gliclazide en ticagrelor).
Dr. Alen Danan gaf aan nog nooit zo’n verbetering te hebben gezien door louter de inzet van een antidepressivum, een antipsychoticum of een combinatie van psychofarmaca. Dit is een echte ‘eyeopener’ over het verband tussen voeding en psychische klachten en over de opkomst van 'voedingspsychiatrie'. De kern van een ketogeen dieet is het terugbrengen van het aantal koolhydraten tot 5% of 20 gram per dag. Verder bestaat het dieet voor 75-80% uit vet en voor 15-20% uit proteïnen. Er zijn inmiddels overigens talloze kookboeken te koop met recepten voor ketogeen eten.
5. Darmproblemen
Er loopt een zenuw van je hersenen naar je darmen; de nervus vagus. Daarmee ‘praten’ je darmen met je hoofd. Andersom ook? Ja, maar een stuk minder. Zo’n 90% van de informatie via de nervus vagus gaat van je darmen naar je hoofd en slechts 10% van je hoofd naar je darmen. Je hoofd krijgt dus veel informatie over wat er in je darmen gebeurt. Vooral over dingen die in verband staan met bacteriën. Die bacteriën maken de meeste neurotransmitters aan als acetylcholine, GABA, noradrenaline, serotonine en dopamine. Heb je dus darmproblemen, waardoor ook veroorzaakt, dan krijg je problemen in je hoofd. Van depressies tot angsten. En dan laat ik het langdurige gebruik van antibiotica nog maar even buiten beschouwing. Want daar word je sowieso depressief van. Logisch toch als je alle bacteriën doodt? Dit is de wereld van vezels, pre- en probiotica en korte-keten-vetzuren. Lees de blogs over darmproblemen er maar op na. Wil je dus psychische problemen aanpakken en heb je slechte darmen, begin dan eerst met je darmen op orde te krijgen. Klik hier om te lezen over de relatie tussen darmbacteriën en psychische problemen.
6. Gluten
Gluten staan ook in verband met darmproblemen. Veroorzaken gluten een depressie? Nou, niet direct. Maar zoals je wellicht weet, kunnen gluten je darmwand beschadigen en malabsorptie veroorzaken. Als je malabsorptie hebt, krijg je domweg te weinig voedingsstoffen binnen. Onderschat niet wat dit voor effecten op je psychische gezondheid kan hebben. Je moet namelijk weten dat 90-95% van de serotonine en 60-65% van dopamine in je darmen wordt gemaakt. Bij 20% van de mensen met glutenproblemen zijn lage niveaus vitamine B6 gemeten. En bij 37% lage niveaus vitamine B11 (folaat). Beiden heb je nodig om neurotransmitters aan te maken. Inname van gluten leidt dus direct of indirect tot tekorten aan neurotransmitters in je darmen. Ik heb er in een andere blog al over geschreven: een tekort aan (opname van) B-vitamines leidt tot een depressie en andere psychische aandoeningen.[14] Stoppen met gluten eten en je darmwand herstellen, is dan ook één van de eerste interventies die je kunt doen.
7. Gebrek aan beweging
Hoe minder je beweegt, hoe groter de kans op een depressie. Betekent dit dat iedereen naar de sportschool moet? Nee, hoor. Een dagelijkse wandeling of tuinieren is ook al voldoende. Dit is vaak de reden dat oude mensen depressief worden, even los van de gedachten over een naderend levenseinde. Ze bewegen niet meer, zitten binnen, zien de zon niet meer, enzovoorts.
8. Tekorten aan voedingsstoffen
Speelt een tekort aan voedingsstoffen ook een rol bij depressies? Ik zou het wel denken.
Calcium
Calcium speelt een rol in de overdracht en vrijgave van serotonine in je zenuwuiteinden. In je zenuwen bevindt zich een calciumkanaal. Eigenlijk is calcium dus een soort ‘garagedeur’. Als er een zenuwimpuls in de vorm van een elektrisch stroompje aankomt, moet die ‘calciumdeur’ opengaan. Vervolgens vertelt calcium aan de blaasjes die gevuld zijn met serotonine dat ze de serotonine moeten vrijgeven in de ruimte tussen de ene zenuw en de andere (synaptische spleet genaamd). Een tekort aan calcium verstoort dus de vrijgave van serotonine in de synaptische spleet. De kans op een calciumtekort is het grootst bij mensen die een dieet volgen met geen of weinig zuivel (bijvoorbeeld door een lactose-intolerantie) en die daarnaast ook nog weinig groenten eten. Bij een zuivelrijk dieet is de kans op een calciumtekort niet zo groot. Een andere categorie mensen die een tekort aan calcium zouden kunnen hebben, gaat over mensen die een bloeddrukverlager in de vorm van een calciumantagonist slikken, zoals amlodipine. Ik schreef er al eerder over; die pillen weten echt het onderscheid niet tussen een calciumreceptor in je vaten of, in dit geval, in je zenuwen. Slik je deze medicijnen en heb je last van een depressie? Probeer dan sowieso van die pillen af te komen en ze te vervangen door een andere soort (ACE-inhibitors). Of, nog beter, de grondoorzaak van je hoge bloeddruk aan te pakken.
Magnesium
Een tekort aan magnesium leidt tot een gebrek aan slaap, chronische vermoeidheid, maar ook aan een gebrek aan energie, omdat magnesium ook een cofactor is bij het maken van ATP (benzine voor het lichaam). Gebrek aan slaap leidt weer tot een depressie.
Zink
Zink is onmisbaar bij de productie van talloze neurotransmitters. Een tekort aan zink komt vrij vaak voor, met name bij mensen die geen vis, schaal- en schelpdieren of rood vlees eten. Nee, kibbeling hoort daar niet bij. Bij vis heb ik het vooral over verse tonijn en goede zalm. Maar de meest zink zit in oesters, mosselen, krab, kreeft en andere zeevruchten. Het hangt dus sterk van je dieet af of een tekort aan zink ten grondslag ligt aan jouw depressie.
Omega-3
Een tekort aan omega-3 en met name DHA kan leiden tot een depressie omdat omega-3 een groot deel verantwoordelijk is voor energie in je hersenen zelf.
Tryptofaan
Zoals ik al eerder zei, is het probleem bij de meeste mensen niet dat ze de aanwezige serotonine moeten hergebruiken, maar dat ze te weinig serotonine aanmaken. En dat heeft weer te maken met de grondstoffen voor de aanmaak van serotonine in (gezonde!) darmen. De grondstof voor serotonine is tryptofaan; een aminozuur. Wij mensen kunnen geen tryptofaan aanmaken, dus zijn we aangewezen op onze voeding. Daarom is tryptofaan dus een essentieel (lees; niet door ons lichaam aan te maken) aminozuur. Weet je wat wij maken van tryptofaan? Melatonine (om te slapen), nicotinezuur (vitamine B3) en dus ook serotonine. De tryptofaanreserve in ons lichaam is uiterst mager. Gelukkig zit tryptofaan in tal van voedingsmiddelen, zoals bananen, melk, tonijn, kaas, kip, kalkoen, linzen, pinda’s en chocola. Zolang je dus geen vegetariër bent en je geen darmproblemen hebt, is de kans op een tekort aan tryptofaan niet zo groot. Maar mocht je met een depressie worstelen, overweeg dan de suppletie van tryptofaan. Tryptofaan heeft dus geen rechtstreeks effect op een depressie, maar is de grondstof voor serotonine en vitamine B3 die wel een effect hebben op een depressie.
Vitamine B3
Zoals ik net al schreef, is tryptofaan ook een grondstof voor vitamine B3. En laat dat nu ook een vitamine zijn die een cruciale rol speelt bij een depressie. Gaat het bij angststoornissen vooral om een tekort aan vitamine B1, bij depressie speelt B3 een belangrijke rol. Een tekort aan vitamine B3 kan komen door alcoholgebruik en het eten van geraffineerde granen en zetmelen. Is je depressie eerst begonnen met angststoornissen of een combinatie van depressiviteit en angst, neem dan ook vitamine B1 mee in de aanpak.
Vitamine B6
Om tryptofaan om te zetten in serotonine, heb je vitamine B6 nodig. Dat wordt al een stukje lastiger. Ik hou het even simpel: vitamine B6 tref je vooral in wilde zalm, kalkoen, kip (niet in goedkope), vlees van gras gevoerde runderen, garnalen, spinazie, kool, paprika, enzovoorts. Bronnen zat, maar de dierlijke bevatten aanzienlijk meer B6 dan de plantaardige. Vitamine B6 heet in de natuurlijke (maar inactieve vorm) gewoon pyridoxine. In synthetische supplementen tref je dit aan als pyridoxine HCL dat je maar beter kunt mijden. De actieve vorm noemen ze pyridoxaal-5-fosfaat die eveneens synthetisch is. Pas wel op met vitamine B6; er kunnen paradoxale reacties optreden. Een veilige dosering is 100 mg per dag van de actieve vorm zonder medische controle. Voor de meeste mensen is 1-25 mg per dag van de actieve vorm voldoende. Maar veel beter en veiliger is om alleen natuurlijke vitamine B6 in te nemen via de voeding of een natuurlijk supplement.
Vitamine B6 heb je ook nodig om een andere neurotransmitter aan te maken: dopamine. De grondstof voor dopamine is tyrosine, opnieuw een aminozuur. Een tekort aan tyrosine veroorzaakt een tekort aan dopamine en noradrenaline. Als je een beetje Nederlands eet, dan krijg je meestal wel voldoende tyrosine binnen. Het zit namelijk vooral in vlees, kaas (met name Hüttenkäse en ricotta), vis, melk en eieren. Je lichaam kan zelf tyrosine aanmaken uit (het wel essentiële aminozuur) fenylanine. Dus of je krijgt rechtstreeks tyrosine binnen of fenylanine. En beiden kunnen worden gebruikt om dopamine aan te maken. Let op; voor de omzetting naar die neurotransmitters heb je ook vitamine B6 nodig. En hoe meer stress, hoe meer B6 je verbruikt, want dopamine wordt bij stress weer omgezet in (nor-)adrenaline. En tenslotte heb je B6 nodig voor de aanmaak van GABA en histamine; ook twee neuro-chemische stoffen. Histamine stimuleert je hersenen. GABA kun je beschouwen als de ‘rem op stress’. Mensen die niet kunnen ophouden met piekeren en maar wakker blijven, hebben vaak een tekort aan GABA. GABA is dan ook een kalmerende neurotransmitter. Ben je dus depressief na een langdurige stressvolle periode, overweeg dan eens suppletie van vitamine B6.
Vitamine B11
Ook folaat (vitamine B11) heeft, samen met vitamine B6 en B12 een belangrijke rol. Je kunt wel stellen dat dit 'drie broeders in de strijd' zijn. Ze werken samen en helpen elkaar. Laat folaat nu cruciaal zijn voor een normale darmfunctie! Je hebt namelijk folaat nodig om nieuw DNA en RNA te maken. Je darmcellen hebben een levensduur van twee dagen. Als je dus te weinig folaat binnenkrijgt, dan gaan je darmen langzaamaan kapot. Dat is ook de reden dat mensen die chemotherapie krijgen of methotrexaat slikken, darmproblemen krijgen omdat deze medicijnen de functie van folaat frustreren. Mensen met een depressie knapten ook beter en sneller op als ze een SSRI combineerden met vitamine B11 dan zonder die vitamine. Zou dat nu gekomen zijn door de SSRI of door folaat? Wat denk je, met alles wat je nu weet over die SSRI’s? Onthoud maar dat folaat essentieel is voor een goede darmfunctie, hersenfunctie en voor darmbewegingen (anti-obstipatie). De beste bronnen voor folaat zijn groene bladgroenten. Mocht je al te kampen hebben met darmproblemen, gebruik dan gestoomde spinazie of andijvie en dat soort groenten. Het stomen maakt ze makkelijker om te verteren. En als je het ‘trekt’: eet lever! Mocht je een supplement willen gebruiken, ga dan op zoek naar folaat en niet naar foliumzuur.
Vitamine B12
Ben je naast depressief ook vermoeid en kortademig? Dan zou de oorzaak weleens een tekort aan vitamine B12 kunnen zijn. Een tekort aan vitamine B12 leidt tot vermoeidheid, bloedarmoede (pernicieuze anemie), problemen met je zenuwen (neuropathie) en depressie. Want B12 speelt ook een rol in de productie van serotonine in je darmen. Over vitamine B12 heb ik een aparte blog geschreven.[15] Zolang je geen maagzuurremmers slikt, zoals omeprazol of pantoprazol, Rennies of andere maagzuurremmers, geen maagverkleining hebt gekregen en geen veganist bent, is de kans op een tekort niet zo groot. Ouderen moeten wel oppassen, want die hebben vaak te weinig maagzuur (door ouderdom). En dus ook een groter risico op een tekort aan B12.
Vitamine D3
Het blijft onbegrijpelijk dat er zo weinig bij depressieve mensen wordt gekeken naar vitamine D. En als er al naar wordt gekeken, dan worden de verkeerde normen voor bloedwaarden gebruikt. Die bloedwaarden zijn namelijk gebaseerd op het voorkomen van rachitis en houden geen rekening met de andere functies van vitamine D. Waarom worden mensen depressief bij het vallen van het blad? Domweg door een gebrek aan zon en dus aan vitamine D. Waarom krijgen vrouwen na een bevalling een postnatale depressie? Omdat een bevalling een stressvolle gebeurtenis is. En stress put je vitamine D uit. Dit is allemaal geen hogere wiskunde, maar gewoon gezond verstand. Wil je een postnatale depressie voorkomen, slik dan voldoende vitamine D per dag, gedurende je zwangerschap (10.000 IE per dag). Ben je al depressief? Neem dan 20.000 tot 30.000 IE per dag en grote kans dat je binnen een paar dagen al verbetering merkt.
5. Wat te doen?
Ik kan me voorstellen dat het je duizelt na zoveel informatie. Daarom zet ik het nog eens kortweg op een rijtje:
- Depressieve episodes in het leven bestaan zeker, maar betekenen nog niet dat je psychisch ziek bent;
- Depressies (en andere psychische aandoeningen) brengen (zelfs onbehandeld) geen schade toe aan je hersenen;
- Er is geen harde definitie mogelijk van een (echte) depressie;
- Een neerslachtige stemming of een tijdelijk gebrek aan levenslust is in ieder geval geen depressie;
- De meeste echte depressies zijn mild of matig van aard en gaan vanzelf over;
- Ernstige depressies komen zelden voor (maximaal 10% van de 100%) en treffen vooral ouderen of 'chronische-medicijngebruikers';
- De oorzaken van een depressie zijn niet echt bekend; wel zijn er verschillende 'triggers';
- De ‘serotoninehypothese’ klopt sowieso niet. Je hebt geen tekorten aan serotonine in je hoofd bij een depressie;
- De psychofarmaca doen niets aan de hoeveelheid neurotransmitters in je hoofd;
- De pillen veroorzaken (!) veel (nieuwe) psychische en lichamelijke problemen. Daar kom je vooral achter als je ermee wilt stoppen;
- De bijwerkingen van psychofarmaca zijn indrukwekkend en ernstig. Je moet wel langdurig psychisch ziek zijn om al deze bijwerkingen ‘voor lief’ te nemen.
Wat nu te doen?
Er zijn drie situaties:
- Je slikt antidepressiva en zit in een moeilijke fase in je leven;
- Je slikt (geruime tijd) antidepressiva en wilt ervan af;
- Je slikt nog geen antidepressiva, maar je bent wel depressief.
Situatie 1:
Ik zou nu niet gaan piekeren over het stoppen met een antidepressivum. Je hebt waarschijnlijk alle energie nodig om overeind te blijven. En stoppen levert extra stress op, iets wat je nu niet kunt gebruiken. Wacht op een beter tijdstip.
Situatie 2:
Ik ken natuurlijk de aanleiding niet toen je ooit bent begonnen met je antidepressivum. Ongetwijfeld was je toen depressief, maar de vraag is of dat nu kwam door dingen/krassen uit het verleden, door een belangrijk moment in je leven (sterfgevallen, scheidingen of wat dan ook) of zonder aanwijsbare oorzaak. En of het een ernstige of minder ernstige depressie was. Afhankelijk van de aanleiding zou ik het volgende doen:
1. Timing: begin niet aan afbouwen in een stressvolle of onstabiele periode in je leven. Je kunt de stress van afbouwen er dan niet bij hebben;
2. Omgeving: zorg voor veilige en stabiele mensen om je heen, want er kunnen momenten optreden dat je even wat anders reageert dan normaal en dan heb je begripvolle en steunende mensen om je heen nodig;
3. Opruimen: als de depressie toentertijd is ontstaan door ellende uit het verleden, begin die dan eerst op te ruimen voordat je gaat afbouwen. Roep hulp in van wijze mensen die je daarbij kunnen helpen. Dat hoeft echt niet altijd een psycholoog of arts te zijn, maar soms kan een dominee, pastoor of wijze vriend(in) je er ook bij helpen;
4. Darmen: zorg voor gezonde darmen, want anders neem je geen voedingsstoffen op. Soms betekent dit dat je moet stoppen met gluten. Heb je geen darmproblemen, dan kun je dit overslaan;
5. Suppletie: zorg, voordat je gaat afbouwen, dat je lichaam in twee maanden is voorzien van voldoende voedingsstoffen om te voorkomen dat je door een gebrek aan een bepaalde voedingsstof niet goed van de medicatie kunt afkomen of terugvalt. Ik heb het dan over de volgende nutriënten:
- Vitamine B12;
- Vitamine B11;
- Vitamine B3;
- Vitamine B1;
- Vitamine D;
- Calcium;
- Magnesium;
- Zink;
- Omega-3;
- Tyrosine of tryptofaan, afhankelijk van je dieet.
6. Dieet: ga ketogeen eten als je last hebt van obesitas. In andere gevallen kun je volstaan door zo min mogelijk koolhydraten of junkfood te eten (alles vers; alles onbewerkt);
7. Afbouwen: bouw je antidepressiva af op een goede manier. Ik schrijf hier een aparte blog over (want deze blog is al veel te lang);
8. Geniet na het afbouwen van een leven waarin je weer bent/wordt zoals je was voordat je pillen ging slikken, zonder alle (actuele en/of toekomstige) ellende van het slikken van een antidepressivum.
Situatie 2:
1. Eet je ongezond?
- Ga direct gezond eten. Eet alleen ‘whole foods’ en zo min mogelijk koolhydraten (suikers, zetmeel, granen) en uit pakjes en zakjes.
2. Heb je slaapproblemen?
- Neem 20.000 IE vitamine D per dag voor het slapen gaan;
- Neem magnesiumthreonaat om te slapen.
3. Heb je darmproblemen?
- Stop dan direct met gluten;
- Repareer je darmen met vitamine A en probiotica.
4. Heb je ergens chronisch stress van?
- Zoek hulp (een wijs mens) om hier mee om te gaan of wacht tot de situatie verandert.
5. Heb je schade uit het verleden?
- Zoek hulp (een wijs mens) en ruim eerst die rommel op. Anders ben je alleen maar bezig met symptoombestrijding.
6. Is er sprake van een ‘levensevent’?
- Neem de tijd. Als de depressie langer dan een jaar duurt, hoef je pas over een antidepressivum na te gaan denken.
- Vitamine D: 20.000 IE per dag;
- Vitamine B12: 10.000 mcg per dag, liefst met folaat;
- Vitamine B1, B3 en B6 (het liefst als vitamine B-complex);
- Magnesium: laat je adviseren voor de goede vorm;
- Mineralencomplex al dan niet met apart zink;
- Omega-3;
- Tyrosine of tryptofaan, afhankelijk van je dieet.
Tot slot: ik heb in deze blog geschreven dat ik zelf een half jaar ernstig depressief ben geweest. Dat was een verschrikkelijke periode in mijn leven. Voor die depressie had ik nooit last gehad van welke psychische aandoening dan ook. Tot ik oxazepam en atenolol ging slikken omdat ik gestopt was met roken, medicijnen waarvan ik nu weet dat die een depressie kunnen uitlokken. Vervolgens ging het bergafwaarts en heb ik een half jaar ‘onder een zwarte deken’ geleefd. Ik lag meer in bed dan dat ik eruit was. Ik vermeed contacten, was niet capabel om te werken, functioneerde niet en was volledig in mijzelf gekeerd. Ik heb mijn omgeving (vrouw en kinderen) toen enorm belast met mijn ziekte. Overigens realiseerde ik me toen nauwelijks welk effect die situatie op hen had. Maar ik ben eruit gekomen. Zonder medicijnen, want dat kwam op de een of andere manier in mijn hoofd niet op. Achteraf bezien, gelukkig maar, want met de kennis van nu…? Dus ik weet wat een depressie is; alleen weet ik niet wat het gebruik van antidepressiva inhoudt. En het afbouwen ervan. Maar dat zie ik nu bij anderen. Daarom ben ik zeer gemotiveerd om je te helpen uit de fuik van psychofarmaca te zwemmen. Mits je daar aan toe bent.
Daarom eindig ik deze blog met woorden uit de grond van mijn hart: stop als het kan (!) met die pillen op een verantwoorde manier en je wordt weer wie je was! Het kan voor de meeste gebruikers (maar helaas niet allemaal)!
Disclaimer
Medische informatie wordt alleen verstrekt als informatiebron en mag niet worden gebruikt of vertrouwd voor diagnostische of behandelingsdoeleinden. De informatie is niet bedoeld als patiëntenvoorlichting, creëert geen relatie tussen patiënt en orthomoleculair adviseur en mag niet worden gebruikt als vervanging voor professionele diagnose en behandeling. Raadpleeg uw zorgverlener voordat u beslissingen over uw gezondheid neemt of voor advies over een specifieke medische aandoening. INNR B.V. is niet aansprakelijk voor enige schade, verlies, letsel of aansprakelijkheid op welke manier dan ook geleden als gevolg van uw vertrouwen op de informatie uit dit document.
[1] https://www.sfk.nl/publicaties/PW/2023/toename-aantal-gebruikers-van-antidepressivum-3-2
[2] https://journals.lww.com/jonmd/abstract/2006/05000/the_naturalistic_course_of_unipolar_major.3.aspx
[3] Dodelijke psychiatrie, P. Gøtzsche, p. 261, Uitgeverij Lemniscaat, Rotterdam, 2016.
[4] https://www.youtube.com/watch?v=TZhgvr2rbwE
[5] https://nos.nl/artikel/2148797-antidepressiva-vrijwel-altijd-nutteloos-en-schadelijk
[6] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/18227449/
[7] https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0165178114000833?via%3Dihub
[8] https://www.tandfonline.com/doi/abs/10.3810/pgm.2014.03.2744
[9] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/29866014/
[10] https://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0092778
[11] https://www.bmj.com/content/339/bmj.b3569
[12] Acathisie als bijwerking van geneesmiddelen, P.N. van Harten, Ned. Tijdschrift Geneeskunde 2002;146:110-4.
[13] https://www.frontiersin.org/journals/psychiatry/articles/10.3389/fpsyt.2022.951376/full
[14] https://innrvital.nl/blogs/ziektedossiers/aandoening-angststoornissen
[15] https://innrvital.nl/blogs/productdossiers/productdossier-vitamine-b12